Kennis van tunnelveiligheid voor iedereen

Het COB start in mei met een nieuwe korte cursus Tunnelveiligheid. Deze cursus vervangt de PAO-cursus over veiligheid van ondergrondse infrastructuur. De wens was een flexibele opleiding te ontwikkelen, die voor een bredere doelgroep interessant is. De nieuwe cursus heeft daarom een modulaire opzet, met verdiepingsmogelijkheden. Op 12 mei 2022 volgen de eerste cursisten de basismodule.

Na signalen uit het netwerk over de behoefte aan een nieuwe vorm van de bestaande PAO-cursus, heeft het COB de cursus Tunnelveiligheid ontwikkeld. Deze nieuwe, flexibelere cursus is voor een grotere doelgroep interessant. “De opzet van de PAO-cursus was te veel ‘one size fits all’,” aldus Tom van Tintelen, een van de cursusleiders. Door de modulaire opzet en verschillende niveaus van diepgang is de nieuwe cursus voor meer mensen interessant. “We hebben een ‘tunnelveiligheidsboom’ gecreëerd, waaruit iedereen naar hartenlust kan plukken. Je kunt je beperken tot de basiskennis op het gebied van tunnelveiligheid of je verdiepen en specialiseren op een bepaald aspect of onderwerp.”

De nieuwe structuur biedt ruimte voor uitbreiding of aanpassing in geval van toekomstige ontwikkelingen. “We zijn van plan de tunnelveiligheidsboom uit te breiden, mede op basis van ervaringen die we tijdens het geven van de cursussen opdoen. Uiteraard zijn alle ideeën uit het COB-netwerk hiervoor welkom”, aldus Van Tintelen.

Het fundament

Het fundament van de COB-cursus Tunnelveiligheid is een eendaagse basismodule. Deze wordt op 12 mei 2022 voor het eerst gegeven. Voorkennis is niet nodig. Cursisten krijgen deze dag een goed beeld van het vakgebied tunnelveiligheid. Van Tintelen: “We creëren inzicht door de deelnemers in een geënsceneerd tunnelincident zelf te laten ervaren wat tunnelveiligheid inhoudt.” Er wordt een eenvoudige kopstaartbotsing nagebootst die plotseling escaleert. Alle hoofdrollen zijn vertegenwoordigd: de weggebruiker, de wegverkeersleider en de hulpverlener.

“We geven cursisten overzicht door aan te geven welke voorzieningen er in een tunnel aanwezig zijn, welke belanghebbenden er zijn en welke wet- en regelgeving er van toepassing is in relatie tot tunnelveiligheid.” De gehele levenscyclus van een tunnel wordt in beschouwing genomen; van de eerste planvorming tot einde levensduur. “We sluiten de dag af met een korte kijk op technologische ontwikkelingen die een uitdaging vormen op het gebied van tunnelveiligheid. Te denken valt aan alternatieve brandstoffen en zelfrijdende auto’s.”

Voor een aantal cursisten zal dit fundament voldoende zijn. Van Tintelen: “Je hebt dan in elk geval de basis van tunnelveiligheid tot je genomen en dat is een mooi resultaat. Als je later in je carrière nog wat uit de tunnelveiligheidsboom wilt plukken, kan dat ook.”

De verdieping

Als het fundament gelegd is, kunnen cursisten een of meerdere verdiepingsmodules volgen. Die modules worden aangeboden in drie categorieën: techniek, proces en wet- en regelgeving. “Binnen ‘techniek’ kijken we naar de functionaliteit van het technische systeem van de tunnel en de belangrijke raakvlakken tussen de verschillende disciplines. Bij ‘proces’ gaat het om het borgen van tunnelveiligheid in de gehele levensloop van een tunnel. Assetmanagement en opleiden-trainen- oefenen (OTO) zijn hierin belangrijke aspecten. In ‘wet- en regelgeving’ gaan we in op achtergronden en de praktische toepassing van de beleidsmatige kaders.”

Om ook in de verdiepingsmodules maximale flexibiliteit en effectiviteit te behouden, hebben de modules een algemeen deel en een deel specifiek voor een bepaalde doelgroep. Net als in de basismodule zijn ‘interactie’ en ‘zelf ontdekken’ uitgangspunten.

De specialisatie

Voor wie na een verdiepingsmodule nog meer wil leren over een thema, is er in de onderste laag van de cursusboom ruimte. De vorm en de duur van deze specifiek te ontwikkelen modules is telkens maatwerk. Daarmee zijn ze ook volledig passend in de flexibele modulaire structuur van de cursusopzet. Van Tintelen: “Hans Janssens en ik zullen ons als cursusleiders op dit niveau meer bezighouden met het faciliteren en bewaken van kwaliteit en veel minder met de specialistische inhoud. Die inhoud moet komen uit de in het COB-netwerk aanwezige kennis.”