(Foto: Vincent Basler)

Waterschap Hollandse Delta, Movares en het COB willen werken aan kennisverbreding van kabels en leidingen in, om en nabij waterkeringen. Albert de Beijer, projectmanager bij waterschap Hollandse Delta, en Arie Verwoert, ontwerper, adviseur en kostendeskundige voor ondergrondse infrastructuur bij Movares, bespreken de problematiek en verkennen de verbetermogelijkheden.

Op onnoemelijk veel plaatsen in Nederland kruisen kabels en leidingen waterkeringen. Bij aanleg, beheer en onderhoud van die kabels en leidingen komen de betrouwbaarheid van de waterkering en de veiligheid van de kabels en leidingen samen, en komen veel vakgebieden bij elkaar. In de praktijk is de kennisdeling tussen de betrokken vakgebieden niet optimaal. Ook zijn oplossingen uit de praktijk niet per definitie voor het hele werkveld beschikbaar. Een nieuw COB-initiatief beoogt onderling begrip te vergroten en samenwerking te verbeteren. Het doel is om vanuit waterveiligheidsprojecten de ontwikkeling en verspreiding van kennis over kabels en leidingen te borgen, om zo kansen te benutten, faalkosten te voorkomen en meer waarde te genereren.

Het probleem begint bij onderschatting. Betrokken partijen hebben vaak pas in een laat stadium in de gaten dat kabels en leidingen een rol spelen. Veelal is dat op een moment dat ontwerpbeslissingen al zijn genomen en de planning en budgetten zijn bepaald. Mitigerende maatregelen voor knelpunten zijn hierdoor onnodig kostbaar. Deze problematiek doet zich voor bij zowel inpassing of verleggen van kabels en leidingen bij dijkversterkingswerken in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, alsook bij beheer en onderhoud en werkzaamheden als gevolg van calamiteiten.

Arie Verwoert heeft in de praktijk ondervonden welke kansen er ontstaan op het moment dat betrokken partijen in een vroeg stadium gaan samenwerken: “We hebben vanuit Movares twee jaar lang meegewerkt aan het dijkversterkingsprogramma in Limburg. Daar hebben we gezien dat bijvoorbeeld een dijkverplaatsing tot zeer lastige en dure oplossingen voor kabels en leidingen kan leiden. Er was daar vanwege de aanwezigheid van kabels en leidingen extra versterking van het dijklichaam nodig om te voorkomen dat de dijk wegspoelt bij een leidingbreuk. Die versterking is gerealiseerd met een damwandprofiel in het dijklichaam. Als de dijk hoger en aan de voet breder zou zijn gemaakt, had de kruisende leiding met het dijkprofiel mee kunnen lopen (omgekeerde zinker) en hadden we met een veel lichtere damwand kunnen volstaan. Met andere woorden, als we eerder samen naar het probleem hadden gekeken, zouden we een beter beheersbare oplossing hebben gevonden.”

Op tijd gaan praten

Albert de Beijer: “Het gaat erom wat je, gegeven alle bijbehorende normen en voorzorgen, gezamenlijk kunt doen om tot een zo goed mogelijke oplossing te komen. Dat kan alleen als je de tijdsdruk waarmee je in de praktijk altijd te maken hebt, kunt vermijden. Dat betekent dat je al in de schetsontwerpfase met elkaar moet gaan praten. Maak het plan even leeg. Kijk niet alleen naar je eigen probleem, maar ook naar het belang van de ander. Dan heb je een basis voor samenwerking en kom je tot een betere oplossing. Van daaruit kun je algemeen geldende oplossingen ontwikkelen die je landelijk kunt uitdragen. Iedereen is geholpen met meer begrip voor elkaar. Voor netbeheerders is het belangrijk te weten dat de waterschappen – vanuit hun rol om te zorgen voor veiligheid – hogere normen dan NEN hanteren. De waterschappen zijn geholpen met kennis over nieuwe technieken. Je ziet nu bijvoorbeeld dat in allerlei situaties boogboringen worden uitgevoerd. Die techniek is nog niet toegepast in waterkeringen. Het zou mooi zijn als je in een pilot gezamenlijk kunt uitzoeken wat er allemaal nodig is om toepassing van zo’n techniek te laten slagen.”

“Het gaat erom wat je, gegeven alle bijbehorende normen en voorzorgen, gezamenlijk kunt doen om tot een zo goed mogelijke oplossing te komen.”

Arie Verwoert onderschrijft de noodzaak om kennis te delen: “Bij Movares weten we met ons team alles van kabels en leidingen, en kennen we de richtlijnen van de netwerkbeheerders heel goed. Vanuit mijn ervaring bij de Betuweroute en de HSL ken ik alle netwerkpartijen en hun belangen. Met die kennis kunnen we in een vroeg stadium problemen voorkomen. Maar werken in waterkeringen, zeker daar waar het gaat om dijkversterkingen, is een apart vak. Daar heb je te maken met heel specifieke eisen. In de samenwerking met waterschap Hollandse Delta hebben we al veel van elkaar kunnen leren. Die kennis willen we breder delen.”

Samenwerking

Er is al decennialang sprake van samenwerking tussen waterstaatkundigen. Het inzicht groeit dat die kennisdeling breder moet worden opgepakt. Albert: “Het Expertisenetwerk Leidingen in Waterstaatswerken (ELW) heeft al in de jaren zestig van de vorige eeuw de Pijpleidingcode ontwikkeld, de voorloper van de NEN 3650-serie. Later zijn we ook binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma projectoverstijgende informatie en inzichten gaan delen. Steeds is de verbinding ontstaan vanuit de gedeelde zorgen van mensen die verantwoordelijk zijn voor waterstaatkundige werken. Nu gaat het erom dat we ook aannemers erbij betrekken. Iedereen realiseert zich dat we op elkaar zijn aangewezen en dat we elkaars belangen moeten kennen en respecteren.”

Albert verwacht dat het proactief delen van reeds gevonden oplossingen structurele samenwerking dichterbij brengt: “Onlangs is een stuk van dertig meter gasleiding uit een dijklichaam getrokken. Die techniek is nog niet vaak toegepast. Wat we daar geleerd hebben, willen we graag delen met de BV Nederland. Er waren vier partijen bij betrokken, Gasunie, het waterschap, de aannemer en het bureau van het Hoogwaterbeschermingsprogramma: die kunnen allemaal een rol spelen in de kennisdeling.”

Expertisenetwerk Leidingen in Waterstaatswerken

Het Expertisenetwerk Leidingen in Waterstaatswerken (ELW) verzamelt en deelt kennis over ontwerp, aanleg, beheer en onderhoud van pijpleidingen die waterkeringen doorsnijden binnen het netwerk van beheerders van waterstaatswerken in Nederland. Met deze activiteiten draagt het netwerk bij aan borging van de primaire, waterkerende functie van waterkeringen. Aan de orde zijn de integriteit van de waterkering (voorkomen verzakkingen) én die van de kabels en leidingen (voorkomen breuk als gevolg van grondzettingen).

Het ELW, tegenwoordig ondergebracht bij STOWA, was onder meer verantwoordelijk voor de Pijpleidingcode, later opgenomen in de normenserie NEN 3650. Het ELW is vertegenwoordigd in de NEN-commissie Transportleidingen en borgt zo de inhoudelijke inbreng bij actualisatie en verdere ontwikkeling van de norm. Verder is het ELW een kennisbank voor beheerders van waterstaatswerken en betrokken deskundigen, dient het als klankbord en forum voor deze groep specialisten en heeft het zich ten doel gesteld andere betrokken partijen te informeren over de waterstaatkundige aspecten van kabels en leidingen in waterkeringen.