Potentiële energiebesparing van ondergronds bouwen

Nederland wordt steeds voller, hierdoor verschuift de stedenbouwkundige opgave steeds meer naar transformatie. Daarnaast is en blijft Nederland een waterland, waar de dreiging vanaf de zee en rivieren blijft toenemen. Dit water vormt ook juist een sterke ruimtelijke kwaliteit; wonen aan het water is zeer populair. Reden voor mij om te kiezen voor een afstudeerproject dat beide thema’s bevat. Stadshavens Rotterdam is een goed voorbeeld van een gebied waar een herstructureringsopgave samenvalt met een wateropgave.

Stadshavens Rotterdam, een gebied van zestienhonderd hectare, heeft een rijke havengeschiedenis, maar zal deze functie gaan verliezen nu de Tweede Maasvlakte er is. Stadshavens zal vrijkomen voor woningbouw. Mijn afstudeerproject gaat in op de transformatie van de Merwe-Vierhavens (M4H): honderd hectare aan de noordoever van de Maas, dicht bij het centrum van Schiedam, een ideale woonlocatie. Dit gebied is nu nog in gebruik bij vele havenbedrijven, die niet op korte termijn allemaal tegelijk zullen vertrekken. Er is daarom behoefte aan een nieuwe aanpak. Een organische ontwikkeling waarbij rekening gehouden wordt met de bestaande elementen in het gebied. Niet alleen met de zichtbare bovengrondse elementen, maar juist met de ondergrondse thema’s, zoals kabels en leidingen, bodemvervuiling, kademuren en funderingen. Onderwerpen die normaal gesproken voor kosten en oponthoud zorgen tijdens de realisatie van een project, worden nu als uitgangspunt genomen en dienen als basis voor het ontwerp.

Door de ondergrond als uitgangspunt te nemen, zijn er sterke limieten aan de ontwerpvrijheid toegekend. In plaats van het meest interessante of futuristische ontwerp te maken, is ervoor gekozen om te laten zien dat er, met deze limieten, nog steeds goed werkende ontwerpen mogelijk zijn. Een ontwerp dat aantoont dat het zo ook kan, een nieuwe duurzame oplossing voor herstructureringsgebieden.

De volgende onderzoeksvraag stond centraal: Hoe kan een industrieel havengebied getransformeerd worden naar een aantrekkelijk gebied voor gemengd gebruik (haven-stad), waarbij de behoeften van bedrijven en woningen alsmede de ondergrondse eigenschappen voorop staan? De deelvragen belichten drie thema’s: Hoe combineer je woningen met havenbedrijven? Hoe vind een transformatie plaats in de tijd? En hoe ga je om met de condities van de locatie (bodem en water)? Deze laatste deelvraag is geleidelijk aan steeds belangrijker voor mij geworden en heeft de loop het project bepaald.

Allereerst is er veel onderzoek gedaan naar de ondergrondse eigenschappen van de M4H, aan de hand van het SEES-schema (System Exploration Environment & Subsoil). Dit schema combineert de stedenbouwkundige lagen (People, Metabolism, Buildings, Public space en Infrastructure) met de ondergrondse lagen (Civil constructions, Energy, Water en Subsurface). Het schema helpt bij het inventariseren van obstakels en kansen, maar heeft mij vooral bewust gemaakt van wat er allemaal speelt in de ondergrond. Verschillende, voor de M4H belangrijke onderwerpen zijn onderzocht en in kaart gebracht: de ondergrondpotentiekaart. Of zoals hij tijdens mijn stage bij de gemeente Rotterdam genoemd werd: de verleidingskaart.

De potentiekaart bevat 2D-informatie over de ondergrond, maar laat ook de derde dimensie zien door de toevoeging van doorsneden. Deze derde dimensie is zeer belangrijk, aangezien bijvoorbeeld saneringstechnieken aangepast worden op de diepte van de vervuiling. Tevens zijn tools toegevoegd die laten zien wat een ontwerper met de informatie kan doen (wat er bijvoorbeeld mogelijk is met oude funderingen). De kaart is vooral bedoeld om ontwerpers te inspireren de ondergrond te gebruiken in het ontwerpproces, in plaats van het gebied te zien als een tabula rasa, en met een wit papier te beginnen.

Aan de hand van de verleidingskaart is er een stedenbouwkundige visie voor de gehele haven opgesteld, waarna ingezoomd is op twee deelgebieden. Hierop is een grondigere analyse toegepast, met een gedetailleerdere kaart als resultaat. Dit is de basis voor het tweede deel van het afstudeerproject: het ontwerp.

Funderingen en kabels en leidingen in de haven zijn de belangrijkste elementen geweest voor het ontwerp. De nieuwe gebouwen/woningen zijn geplaatst op de bestaande funderingen, deze hoeven dus niet weg gehaald te worden bij de sloop van havenbedrijven. Er is hierbij gezocht naar een woningtypologie die past bij de maatvoering van deze palen. De kabels en leidingen hebben op hun beurt gezorgd voor regels voor de openbare ruimte. Zo liggen de hoofdleidingen bijvoorbeeld in een parkomgeving, zodat er geen wegen opengebroken hoeven te worden bij onderhoud.

Het uiteindelijke ontwerp laat zien dat het mogelijk is te ontwerpen met de ondergrond als uitgangspunt. Het uitgangspunt stelt veel limieten, maar zorgt uiteindelijk voor kostenbesparing en een duurzamer resultaat. Deze manier van kijken naar een stedenbouwkundige opgave is nieuw, waardoor er nog weinig literatuur aanwezig is, onderzoek vrij lastig is en mensen kritisch zullen zijn. Maar ik geloof dat dit dé manier is om boven- en ondergrond met elkaar te laten samenwerken.