Financiering en beheer Westerscheldetunnel

Dit artikel is onderdeel van een tweeluik, zie het artikel ‘Beter beheer, heeft de financieringsvorm daar invloed op?

De Westerscheldetunnel, met 6,6 kilometer de langste wegverkeerstunnel van Nederland, werd in 2003 geopend. De geboorde tunnel wordt voor een periode van dertig jaar geëxploiteerd door de N.V. Westerscheldetunnel, die gedurende die periode tol heft. In 2033 wordt de tunnel overgedragen aan het Rijk.

“Kenmerkend voor de Westerscheldetunnel is dat de klant vooropstaat in beschikbaarheid en de tariefstelling. We kunnen ons bijvoorbeeld niet veroorloven dat we de tarieven ineens met tien procent moeten verhogen”, zegt algemeen directeur Harald Schoenmakers. “Onze focus op de klant is een belangrijk deel van het succes. In alles staat voorop dat we het voor de klant doen. Die aanpak kun je niet in het hele land realiseren. Als in 2033 de tol eraf gaat, wordt ook de Westerscheldetunnel alsnog een ‘gewone’ tunnel.”

(Foto: N.V. Westerscheldetunnel)

“Wij zijn gebaat bij voorspelbaarheid en hebben daarom gekozen voor een langjarig onderhoudscontract. In 2013 hebben we na een Europese aanbesteding een contract afgesloten voor twintig jaar met onderhoudsaannemer WM (Westerscheldetunnel Maintenance, bestaande uit Croonwolter&dros, Mobilis en BAM, red.). Dat betekent dat we op papier weten wat ons te wachten staat. Operationeel en financieel weten we wat er gebeurt. Dat is een belangrijk verschil met andere tunnels waar kortere contractduren gelden.”

Ook in de afspraken die zijn gemaakt, gaat de exploitatiemaatschappij op zeker. Manager technisch beheer en onderhoud Patrick Dankaart: “We hebben een contractvorm waarbij de aannemer grotendeels invulling geeft aan de uitvoering, maar waarbij we toch zo’n beetje de helft hebben voorgeschreven. Toen de Westerscheldetunnel werd geopend, was er nog geen nationale tunnelwetgeving. Maar in de gebruiksvergunning van de gemeente Borsele waren wel al allerlei bepalingen opgenomen ten aanzien van het testen van installaties. Dat geldt voor alles, waardoor we nooit discussie hebben over wat het betekent dat een installatie ‘functioneel werkt’; niet met het bevoegd gezag en niet met de aannemer.”

Hoge beschikbaarheid

Met ongeveer een kwart van het twintigjarig contract achter de rug is men bij de N.V. Westerscheldetunnel dik tevreden met de samenwerking met de aannemer. De tunnel is ruim 98% van de tijd beschikbaar zonder beperking in een van de tunnelbuizen. En zelfs tijdens de renovatie (eind 2016 – half 2018), die deel uitmaakte van het langjarige contract, kwam de beschikbaarheid maar een half procent lager uit. Harald Schoenmakers: “Niet-beschikbaarheid vanwege onvoorzien falen van de tunnel is de kleinste factor. De impact van ongevallen en pechgevallen is veel groter.”

De paar procent niet-beschikbaarheid komt voort uit de nauwgezet geplande vierwekelijkse nachtelijke onderhoudsafsluitingen die om en om per tunnelbuis worden uitgevoerd. De verbinding tussen Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen blijft dan met tegenverkeer mogelijk in een van de tunnelbuizen. Met een verkeersaanbod van circa 1.000 auto’s tussen 21.00 en 4.00 uur treft die aanpak slechts een zeer beperkt deel van de passanten. Volledige uitval van de tunnel zou – zeker overdag – enorme consequenties hebben. In de spits kan het aantal passanten oplopen tot 2.800 per uur. Die zouden allemaal tot zo’n honderd kilometer moeten omrijden. “De mate van technische beschikbaarheid zou zonder tol dus niet anders zijn”, stelt Harald Schoenmakers.

‘In de spits kan het aantal passanten oplopen tot 2.800 per uur. Die zouden allemaal tot zo’n honderd kilometer moeten omrijden.’

“De bereikbaarheid en het feit dat er geen alternatieve route beschikbaar is, zijn in de beginperiode al heel bepalend geweest voor de inrichting van beheer en onderhoud. Het heeft er toen al toe geleid dat we voorliepen op de wet- en regelgeving. Bij het afsluiten van het nieuwe contract in 2012 zijn we vanuit die basis verder gaan werken.” Patrick Dankaart: “We hebben het voordeel dat veel installaties redundant zijn uitgevoerd, dat tegenverkeer mogelijk is en dat de tunnel van meet af aan technisch in orde is geweest. Maar dat neemt niet weg dat we de beschikbaarheid niet wilden laten afnemen. De renovatie is nu een half jaar achter de rug en de beschikbaarheidscijfers zien er goed uit.”

Contact met de klant

In 2018 brak de Westerscheldetunnel door de grens van 7,5 miljoen passages. “Op werkdagen passeren drie keer zoveel voertuigen als op de veerboten voordat de Westerscheldetunnel werd geopend”, weet Harald Schoenmakers. Circa twee derde van die passages komt voor rekening van de 55.000 abonnees die gebruikmaken van de t-tag.

Harald Schoenmakers: “We zien gebruikers ook echt als klanten. We gebruiken verschillende communicatiekanalen om in contact te blijven en we faciliteren klanten in de betaalwijze. Naast de t-tag kunnen klanten zo’n vijftien verschillende kaarten gebruiken en sinds kort ook contactloos betalen. Eens per drie jaar voeren we een klanttevredenheidsonderzoek uit. Op basis van de resultaten doen we waar nodig aanpassingen.”

Ruimte voor innovatie

Uitgangspunt van de in de zomer van 2018 afgesloten renovatie was dat alle installaties tot aan de overdracht van de tunnel aan het Rijk mee zouden kunnen. De aannemerscombinatie is gedurende die periode verantwoordelijk voor het voorkomen en oplossen van storingen en vervangingen. Als uitvoerder van de renovatie heeft die partij daar ook het beste zicht op. Vijftien jaar komt overeen met de verwachte technische levensduur. Maar daarmee is nog niet voorzien in de potentiële technische ontwikkelingen die tot vroegtijdige vervanging zouden kunnen leiden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gelden voor energiezuiniger systemen. In het contract met Westerscheldetunnel Maintenance is juist vanwege de lange duur ruimte gelaten voor tussentijdse aanpassingen.

Harald Schoenmakers: “Al bij de renovatie hebben we afspraken gemaakt over de mogelijkheid om innovaties toe te passen. Dat is met wat wij de ‘state-of-the-art-clausule’ noemen gebeurd met het snelheidsdetectiesysteem. Je kunt je voorstellen dat we de komende jaren omwille van het energieverbruik besluiten de verlichting eerder te vervangen. Waar dat in het belang is van de klant, kijken we samen met de aannemer naar potentieel toepasbare nieuwe ontwikkelingen.”