Haarlemmermeer, Schipholspoortunnels

De Schipholspoortunnel is een tunnel in de spoorlijn tussen Amsterdam en Hoofddorp. De tunnel ligt onder de vertrekhal van luchthaven Schiphol. Het zuidwestelijke deel ligt net iets ten zuiden van de Zwanenburgbaan en ten noordoosten van de vertrekhal kruist hij de Buitenveldertbaan. Halverwege de tunnel ligt station Schiphol Airport.

Station Schiphol Airport. (Foto: Flickr/Jayjay P)

De Schipholspoortunnel is in 1978 in gebruik genomen. Op dat moment telde de tunnel twee sporen. Tussen 1989 en 2001 is de tunnel verdubbeld. Toen is er een extra tunnelbuis gebouwd, is het aantal sporen uitgebreid van twee naar vier en is het station vergroot.

De Schipholspoortunnel is onderdeel van de Schiphollijn, de spoorlijn tussen Leiden Centraal en Weesp met een aftakking naar Amsterdam Centraal, die de luchthaven Schiphol aansluit op het Nederlandse spoorwegnet. De bouw van deze spoorlijn begint in 1973 met de aanleg van het spoortracé tussen luchthaven Schiphol en Amsterdam Zuid. Op dat moment is een aantal gedeelten van de tunnel al gebouwd. Het circa 500 meter lange deel onder de Buitenveldertbaan is bijvoorbeeld al in 1967 gereed, omdat de nieuwe start- en landingsbaan over de tunnel heen moest worden gebouwd. En het stationsgedeelte onder het stationsgebouw werd al in 1972 gebouwd, zodat de luchthaven de gewenste bovengrondse uitbreiding van dit gebouw kon realiseren.

Open bouwput

In 1973 start de bouw van het noordelijke deel van de tunnel dat ongeveer twee kilometer lang is. Dit deel is in een droge bouwkuip gemaakt en is in 1978 gereed. Eerst zijn er ruim twintig meter lange damwanden aangebracht, waarna met injectielansen een waterafsluitende laag is gecreëerd tussen de onderkanten van de damwanden. Vervolgens is bemaling aangebracht, zijn er stempels geplaatst en is de grond tot ongeveer -12 meter NAP weggegraven. Daarna zijn in de grond gevormde palen gemaakt en is een werkvloer gestort. Op deze werkvloer is de tunnelvloer gestort, gevolgd door de wanden en het dak. Nadat een waterafsluitende laag was gerepareerd en de grond rond de tunnelconstructie was aangevuld, zijn de damwanden verwijderd. De bouw van het zuidelijke deel begint in 1976 en is in 1981 klaar. Ook dit deel wordt in een open bouwput aangelegd, maar hier wordt de bodem niet waterafsluitend gemaakt met een injectielaag, maar met een vloer van onderwaterbeton.

Verdubbeling

Vanwege het toenemende treinverkeer wordt besloten om de tunnel te verdubbelen, met een extra tunnelbuis naast de bestaande. De bouw begint in 1989. Het grootste deel van de nieuwe tunnelbuis wordt weer aangelegd in een open bouwput. Bij het maken van deze bouwput moet de aannemer rekening houden met aan afsluitende veenlaag op een diepte van ongeveer -11 meter NAP, die een grens vormt tussen het diepe zoute en het ondiepe zoete grondwater. Om te voorkomen dat deze twee soorten grondwater met elkaar vermengen, brengt hij eerst damwanden aan tot onder de veenlaag. Vervolgens wordt de bouwput nat ontgraven. Na het aanbrengen van funderingspalen wordt een vloer van onderwaterbeton gestort. Als de vloer is uitgehard, wordt de bouwput leeggepompt en wordt de constructievloer gemaakt. Vervolgens worden met verrijdbare bekistingen de wanden en het tunneldak gestort.

Station Schiphol Airport. (Foto: Flickr/mooste)

Afzinktunnel

Voor het tunnelgedeelte onder de Buitenveldertbaan is een andere bouwmethode toegepast. Dat was nodig omdat dit tunneldeel gebouwd moest worden tijdens het tienjaarlijkse onderhoud van de start- en landingsbaan. Dit onderhoud duurde slechts zeven maanden, wat te kort was om de tunnel in een open bouwput aan te leggen. Daarom is voor de kruising met de baan gekozen voor een afzinktunnel. De vier afzinkelementen van elk 125 meter lang zijn vooraf gebouwd in een speciaal aangelegd bouwdok in het tracé van de tunnel. Tijdens de onderhoudsperiode is de Buitenveldertbaan opengebroken en is een sleuf gegraven waardoor de afzinkelementen naar hun definitieve plaats konden worden gevaren.

Naast de aanleg van een extra tunnelbuis is ook het station vergroot. Het aantal perrons is uitgebreid van vier naar zes, en de lengte van de zogeheten eilandperrons is verlengd tot 430 meter. Om deze uitbreiding mogelijk te maken, moest een van de dragende tunnelwanden worden verwijderd over een lengte van ongeveer een kilometer. Voorafgaand hieraan heeft de aannemer naast deze wand een rij kolommen geplaatst om verzakkingen te voorkomen.

Veiligheid

Om de veiligheid in de tunnels zo goed mogelijk te garanderen, zijn allerlei voorzieningen aangebracht. In de tunnelbuizen is het gebruik van brandbare materialen tot een minimum beperkt. Daarnaast is in de tunnel onder meer een brandmeldinstallatie, langsventilatie, een communicatiesysteem, treinststilstandsignalering en vluchtwegaanduiding aangebracht. Op negen locaties in de tunnel zijn nooduitgangen gemaakt met vluchttrappen die uitkomen op maaiveld. Deze nooduitgangen zijn te bereiken via verhoogde looppaden naast de sporen. Op de langere trajectdelen tussen de nooduitgangen zitten doorgangen in de tunnelwand, die zijn voorzien van zelfsluitende schuifdeuren. Verder zijn op elk perron drie nooduitgangen aanwezig. Tussen de sporen is een betonnen rand aangebracht, een ontsporingsgeleiding, die ervoor zorgt dat een ontspoorde trein niet tegen de tunnelwand of een tegemoetkomende trein botst. Ter hoogte van de vluchtdeuren en doorgangen is deze ontsporingsgeleiding onderbroken om het oversteken van de sporen te vergemakkelijken.

Abdijtunnel

Gelijktijdig met de bouw van de tweede tunnelbuis van de Schipholspoortunnel is de Abdijtunnel aangelegd. Deze tunnel loopt parallel aan de spoortunnel en wordt beheerd door de provincie Noord-Holland. Hij is specifiek aangelegd voor lijnbussen op de HOV-lijn tussen Hoofddorp en Schiphol, de Zuidtangent, en zorgt voor een conflictvrije kruising van deze busbaan met de infrastructuur rond Schiphol (zoals de A4 en A5 en de Zwanenburgbaan).

De Abdijtunnel is 1.800 meter lang, waarvan 1.360 meter gesloten is, en bijna tien meter breed. De bussen rijden in beide richtingen met een maximale snelheid van zeventig kilometer per uur. Dagelijks rijden er ongeveer 500 bussen door de tunnel met circa 10.000 reizigers.

De Abdijtunnel is grotendeels gebouwd door Kombinatie Schiphol Zuid (KSZ), een consortium van Strukton Betonbouw, Hollandsche Beton- en Waterbouw (HBW) en Ballast Nedam Beton- en Waterbouw. Een paar delen van de tunnel zijn door de sterke wisselwerking met de bouw van de Schipholspoortunnel gebouwd door de KSS (zie rechts). De bouw van de tunnel kostte bijna dertig miljoen euro. De tunnel werd in 2002 in gebruik genomen.

Tussen 2015 en zomer 2017 is de Abdijtunnel gerenoveerd, waarbij ook extra voorzieningen zijn gerealiseerd. Zo kent de tunnel inmiddels een 24/7 bewaking en bediening, twee extra nooduitgangen, camera’s een luidsprekerinstallatie en tunnelventilatie. Door deze maatregelen voldoet de Abdijtunnel als niet-rijkstunnel aan de tunnelwet.