Bemmel, Tunnel Pannerdensch Kanaal

De spoortunnel onder het Pannerdensch Kanaal is een van de vijf tunnels van de Betuweroute. Hij ligt tussen Bemmel en Zevenaar en begint aan de westzijde van het kanaal bij Boerenhoek in Angeren en eindigt aan de oostzijde bij Loo in de gemeente Duiven. De tunnel is gebouwd in de periode mei 2000 – juni 2004 en is opgeleverd compleet met geluidsschermen, spoor en bovenleiding. De tunnel heeft een lengte van 2.700 meter, inclusief de toeritten. Het diepste punt ligt op ongeveer 25 meter onder het maaiveld.

Speciale zanddam

Voor de aanleg van de tunnel is gebruik gemaakt van de tunnelboortechniek. Aangezien de tunnel niet alleen het kanaal kruist, maar ook een oude diepe zandwinningsput ten oosten van het kanaal, is een methode toegepast die wereldwijd nog nooit eerder was gebruikt. In de plas is eerst een speciale zanddam aangelegd. Hiervoor heeft de aannemer met zogeheten splijtbakken steeds lagen zand van twee meter dikte gestort, die zijn verdicht met trilnaalden om aan de strenge veiligheidseisen te voldoen. Uiteindelijk is op deze manier 700.000 kubieke meter zand aangebracht.

De toeritten zijn met natte bouwputten geconstrueerd. Nadat de damwanden waren aangebracht is de grond nat ontgraven en is een onderwaterbetonvloer gemaakt met geprefabriceerde betonpalen om opdrijven te voorkomen. Voor het boren van de tunnelbuizen is in de westelijke uiterwaard een startschacht van 17 meter diep gegraven voor de boormachine. Omdat de Rijndijk hiervoor moest worden ontgraven, is tijdelijk een nieuwe ringdijk gemaakt.

De twee tunnelbuizen zijn afzonderlijk geboord. Ze beginnen ten westen van het kanaal met een toerit van 600 meter, gaan onder de grond in de uiterwaard en bereiken onder de steenfabriek Huissenwaard het diepste punt. Vervolgens lopen ze onder het Pannerdensch Kanaal door, waarna ze door de speciaal aangelegde zanddam overgaan in de gedeeltelijk gesloten oostelijke toerit, die circa 465 meter lang is.

Vrieslansen

Op het diepste punt van de tunnel is een lekwaterschacht met calamiteitenbuffer en pompput gemaakt. Ook zit hier een dwarsverbinding tussen de twee tunnelbuizen. Hiertoe is voorafgaand aan het boren vanaf maaiveld een 44 meter diepe betonnen schacht met binnendiameter van 7,00 m gebouwd. Na de aanleg van de twee tunnelbuizen zijn tussen de schacht en beide buizen korte dwarsverbindingen gemaakt. Om deze verbindingen te kunnen maken is de grond met vrieslansen lokaal bevroren.

Op de plaats van de ontvangstschacht lag de bovenkant van de tunnelbuizen slechts 2,5 meter onder het maaiveld. Om bij deze geringe gronddikte veilig te kunnen boren, is de bodem hier extra verstevigd door de grond te verzadigen met magnetiet, een ijzerhoudend erts met een hoog soortelijk gewicht.

Sprinklerinstallatie

Net als de andere vier tunnels van de Betuweroute is de tunnel onder het Pannerdensch Kanaal voorzien van een geavanceerde sprinklerinstallatie, warmtedetectie en ventilatoren om brand in de tunnel snel en effectief te kunnen blussen.