Op zoek naar de ruimtelijke impact van verticale landbouw in de stad

“Met mijn onderzoek wil ik laten zien dat je in een pre-industriële stad als Groningen kunt innoveren zonder dat je de bestaande bebouwing aanraakt. Aan het Gedempte Zuiderdiep breng ik voedselproductie, -bereiding en -verkoop zichtbaar bij elkaar en laat zien wat de ruimtelijke impact van ons voedsel is”, zegt Yerun Karabey over zijn onderzoek Groningen grows its own food 2050! dat door de jury van de Schreudersstudieprijs tot een van de winnaars in de categorie Ruimtelijk kwaliteit is uitgeroepen.

In het project van Yerun Karabey wordt verticale landbouw ondergronds toegepast. Het idee speelt in op de vraag naar lokale producten en het verkorten van de aanvoerlijnen van voedselproducten. Voor het onderzoek is de volledige keten van brood uitputtend onderzocht. Die keten dient als voorbeeld voor een circulaire aanpak van voedselproductie, -bereiding en -verkoop middenin de stad. De studie laat zien dat steden onafhankelijker kunnen zijn van globale systemen. Met gebruik van verticale landbouw kan de voedselproductie vóór de stad ook ín de stad plaatsvinden. Yerun Karabey: “Daarmee geef je de stad regie over de eigen voedselproductie. De centrale vraag in het onderzoek is: ‘wat als een complete voedselketen op een prominente plek in de binnenstad zichtbaar en circulair wordt geïntegreerd met behulp van verticale landbouw, zodat de binnenstad van Groningen met circa 15.000 inwoners in 2050, zelfvoorzienend kan zijn en de voedselcultuur wordt verduurzaamd?’ Zo’n stap betekent een fundamentele verandering van het ruimtegebruik, ook buiten de stad, en heeft invloed op stedenbouw, landschap, infrastructuur en architectuur. Ik heb Groningen als voorbeeld genomen, maar de gedachte erachter is universeel. Je kunt in Zwolle eenzelfde situatie aan treffen, maar het kan ook in nieuwe megasteden in China. Het is overal mogelijk om zo naar de stad te kijken.”

Technisch mogelijk

Yerun Karabey: “Verticale landbouw kan in een gecontroleerde omgeving in principe volledige ondergronds plaatsvinden. Zonlicht is niet nodig. Voor de functie is het dus niet nodig om het voedselproductieproces zichtbaar te maken. Dat heb ik in het ontwerp wel gedaan, omdat de zichtbaarheid van voedsel zorgt voor verbinding. Ik heb ervoor gekozen een klein deel van het verbouwen van tarwe naar boven te halen om mensen bewust te maken van de herkomst van hun voedsel. De volgende stappen in de keten, de maalderij, opslag, bakkerij en winkel zijn ook volledig naar boven gehaald. De gedachte daarachter is dat we volledig losgeslagen zijn van onze voedselsystemen. Wat is eigenlijk voedsel? En wat is daarvan de ruimtelijke impact? Het concept verticale landbouw roept daarbij overigens wel vragen op. Is dit wel een gezonde manier om voedsel te verbouwen? Het mooie bij deze manier van voedselproductie is dat je het hele proces volledig kunt controleren omdat het een gesloten kringloop is. Daarbij moeten we ons realiseren dat de graslanden buiten de stad in feite ook hoog technologische landschappen zijn. Mensen beseffen vaak niet wat nodig is om grasland er zo uit te laten zien.”

‘We moeten ons realiseren dat de graslanden buiten de stad in feite ook hoog technologische landschappen zijn.’

Extra dimensie

De jury zegt over het ontwerp: “Het ondergronds ruimtegebruik krijgt op deze manier een extra dimensie. Het ontwerp ziet er aantrekkelijk uit, met heldere kleuren en een goed gebruik van de ruimte en een weelde aan visueel materiaal. Interessant is ook de historische context waarin teruggeblikt wordt op de rol van Groningen als de graanschuur van Nederland in het verleden. Naast het domein van leefbaarheid schept het concept ook in het kader van duurzaamheid en energieconservering een aantrekkelijk perspectief.” Yerun hoopt dat de prijs tot hernieuwde aandacht voor zijn onderzoek zal leiden. “Ik merk dat het onderwerp nu al meer leeft dan toen ik het onderzoek in 2018 afrondde. Ik zie meer publicaties over urban farming en er zijn ook meer studenten die onderzoek doen. Ik verwacht dat het nadenken over de relatie tussen stad en voedselproductie steeds meer mainstream zal worden. De ideeën achter het onderzoek heb ik kunnen presenteren tijdens een duurzaamheidsfestival en daar kreeg ik terug dat we deze aanpak nodig hebben om de grote achterliggende problematiek te begrijpen.”

Actieve bijdrage

Met zijn eigen bedrijf Go with the flows wil Yerun ook zelf een actieve bijdrage blijven leveren. “We hebben opdrachten waarin verduurzaming van wijken centraal staat en waarbij de systematiek van het onderzoek dat ik heb gedaan goed toepasbaar is bij het vertalen van verduurzaming naar ruimtelijke opgaven. We willen met Go with the flows vroegtijdig bij projecten betrokken raken, samen met gemeenschap inventariseren in wat nodig en gewenst is en tegelijkertijd mensen bewuster maken van de ruimtelijke impact. In zo’n proces laat je mensen zelf bepalen waar zij regie op willen hebben. Dan kan het bijvoorbeeld zo zijn dat men de duurzame warmtevoorziening aan anderen wil overlaten, maar wel meer betrokken wil zijn bij de voedselvoorziening. Dat levert ruimtelijke randvoorwaarden op die wij weer kunnen meegeven aan architecten. Voor onszelf hebben we inmiddels wel helder waar we mee bezig willen zijn. Maar het is nog wel lastig uit te leggen wat we voor gemeenschappen kunnen betekenen. De kern is dat we bij ontwikkelingen van onderaf werken en zo de zelfregie van gemeenschappen bevorderen en faciliteren, met name door mensen te informeren over de ruimtelijke consequenties van hun keuzes. Deze manier van werken maakt mensen minder afhankelijk en minder kwetsbaar. Dat is waar mensen op aanhaken.”

Download

Lees de scriptie van Yerun via de kennisbank van het COB.
>> Naar scriptie