(Foto: Bert de Jong)

“Nederland heeft veel ervaring met het ontwerpen van tunnels en ondergrondse constructies. Daarnaast weet ik als geotechnicus hoeveel er nog te leren valt. We willen in steeds complexere situaties bouwen, nog dieper en nog dichter bij de bestaande bebouwing, in een samenleving waar schade aan de omgeving niet acceptabel is. Praktijkgericht onderzoek, zoals dat binnen het COB wordt uitgevoerd, is hierbij erg nuttig.”

Gepubliceerd in Onderbouwing #9, mei 2011

“Coördinator bij het COB: voor mij een logische keuze, want ondergronds bouwen is mijn passie. Tijdens de studie Civiele Techniek aan de TU Delft was het vooral de combinatie geotechniek en constructies die mij interesseerde. Voor een stage bij TEC (Tunnel Engineering Consultants) mocht ik een ontwerp uitwerken voor de voegen van de Wijkertunnel. Een fantastisch project, waarin mijn liefde voor tunnels werd geboren.

Inmiddels werk ik vijftien jaar voor Witteveen+Bos, een van de drie partners in TEC, als geotechnisch adviseur en projectleider. Het COB komt hierbij regelmatig langszij. Ik heb voor de commissie Boren van Tunnels en Leidingen (BTL) onderzoek gedaan naar de stabiliteit van het boorfront. Later was ik betrokken bij het evaluatieproces van de Tweede Heinenoordtunnel en als secretaris actief bij de deelcommissie Geotechniek aan de Botlekspoortunnel.

Ondergronds bouwen loopt als rode draad door mijn loopbaan: ik heb bouwputten, funderingen, sluizen en tunnels ontworpen, waaronder de Calandtunnel en Gibraltar Airporttunnel. Ik vind het prachtig om aan tunnelprojecten te werken. Als ik door de Calandtunnel kom, ben ik nog steeds trots op mijn ontwerp van de fundering en de bouwkuipen.

Nederland heeft veel ervaring met het ontwerpen van tunnels en ondergrondse constructies. Daarnaast weet ik als geotechnicus hoeveel er nog te leren valt. Vooral de interactie tussen de aanleg van de bouwkuip, de fundering en de omgeving is een interessant gebied. Naarmate we meer weten, gaan we ook de grenzen meer opzoeken. We willen in steeds complexere situaties bouwen, nog dieper en nog dichter bij de bestaande bebouwing, in een samenleving waar schade aan de omgeving niet acceptabel is. Praktijkgericht onderzoek, zoals dat binnen het COB wordt uitgevoerd, is hierbij erg nuttig. Projecten tijdens en na de aanleg van de eerste grote boortunnels in Nederland hebben onze kennis over de effecten op de omgeving versterkt. We lopen hierdoor voor op het buitenland. Het is belangrijk dat deze kennis behouden én actueel blijft.

Door de veranderende rol van Rijkswaterstaat wordt van de markt verwacht dat zij op basis van systems engineering de opgedane kennis inbrengt in nieuwe (tunnel)projecten. Het bij de markt neerleggen van deze taak mag natuurlijk niet leiden tot het versnipperen van de kennis. Ik kijk er dan ook naar uit om de ontwikkeling van de Richtlijn Tunnelbouw – initiatief van Rijkswaterstaat en het COB – verder te begeleiden.

Als coördinator tunnels en bouwputten wil ik ook graag nieuw praktijkgericht onderzoek faciliteren. Ik houd mijn oren en ogen open om behoeften binnen het COB-netwerk te signaleren en ik zou het geweldig vinden als u mij benadert om uw wensen voor onderzoek en ontwikkeling (technisch of niet-technisch) kenbaar te maken. Dan kunnen we samen aan een breed gedragen en praktijkgerichte oplossing werken. Ik kom graag een keer met u praten.”