Ondergrondse inrichting
Veiligheid
Verkeerskundige consequenties van steilere hellingen in tunnels en aquaducten
https://www.cob.nl/document/verkeerskundige-consequenties-van-steilere-hellingen-in-tunnels-en-aquaducten/
Auteur: D.E. Helleman
Uitgever: Rijkswaterstaat
Uitgave: oktober 1990 | Geüpload op: 1 mei 2016
Het toepassen van steilere hellingen bij tunnels en aquaducten dan tot nu toe gebruikelijk (4,5%), kan een belangrijke besparing in de aanlegkosten opleveren. D...>>
Samenvatting
Het toepassen van steilere hellingen bij tunnels en aquaducten dan tot nu toe gebruikelijk (4,5%), kan een belangrijke besparing in de aanlegkosten opleveren. De verkeerskundige consequenties van een dergelijke beslissing komen in dit rapport aan de orde.
De (keuze van de) ontwerpsnelheid is van essentieel belang, omdat deze een directe relatie heeft met het noodzakelijke zicht en derhalve een dominante factor is bij het dimensioneren van de stralen van de afrondingsbogen. Gezien de ingrijpende verkeerskundige consequenties die verbonden zijn aan de keuze van een ontwerpsnelheid die niet duidelijk past in het verwachtingspatroon van de weggebruiker en rekening houdend met het feit dat tunnels in het hoofdwegennet een ernstige discontinuïteit vormen en daardoor per definitie onveiliger zijn, moet de ontwerper zich uiterst terughoudend opstellen ten aanzien van het accepteren van een lagere ontwerpsnelheid.
Het maximale hellingspercentage dat binnen een gegeven hoogteverschil mogelijk is, wordt in ruimtelijke zin begrensd door de grootte van de toegepaste afrondingsbogen. Gezien de gangbare hoogteverschillen bij Nederlandse tunnels en rekening houdend met afrondingsbogen die zijn afgestemd op het noodzakelijke zicht, zal bij een ontwerpsnelheid van 120 km/h een hellingspercentage groter dan 6% á 7% in het algemeen niet mogelijk zijn. Bij geringere hoogteverschillen, zoals veelal bij aquaducten het geval is, zijn in de meeste gevallen geen steilere hellingen mogelijk dan ongeveer 5%.