Voor een goede civieltechnische scope van een boortunnelrenovatie, is een beter inzicht nodig in de staat, duurzaamheid en het vervormingsgedrag van de tunnel. Gestructureerde monitoring is hiervoor noodzakelijk. Het COB-netwerk heeft hiervoor een werkwijzer ontwikkeld.
De werkwijzer is gericht op het inrichten van een monitoringsysteem in een tunnel, in samenhang met het daaropvolgende proces van data-analyse, data-interpretatie, het uitvoeren van een conditiebepaling van de tunnel en het voorspellen van toekomstig gedrag. De werkwijzer ondersteunt besluitvorming: wat moet er worden gemonitord, hoe en hoe vaak? Vooralsnog richt het zich op data-verzamelen waarmee de conditie van de tunnel kan worden vastgesteld en verder wetenschappelijk onderzoek (door promovendi of studenten) kan worden gedaan. De resultaten van deze onderzoeken zorgen voor een betere onderbouwing van het gedrag van tunnels en vergroten de bruikbaarheid van de werkwijzer voor onderhoudsdoeleinden.
Dit document betreft versie 1 van de werkwijzer. De scope is vooralsnog beperkt tot vervorming(en) van de constructie(s) en inspecties op vlak van schades en lekkages van boortunnels tijdens zowel de bouwfase als de exploitatiefase. Hierbij is zowel aan nieuwbouw als aan bestaande tunnels gedacht. Uitbreiding met dataverwerking en geleerde lessen staat gepland voor volgende versies.
Tijdens de renovatie van de Heinenoordtunnel worden diverse nieuwe maatregelen toegepast om de betrouwbaarheid van de zinkvoegen en sluitvoeg te verbeteren. Omdat ’trial-and-error’ in de tunnel geen optie is, worden vooraf uitgebreide onderzoeken en testen gedaan. Dit rapport doet verslag van het traject tot nu toe.
In verschillende afgezonken tunnels, waaronder de Heinenoordtunnel, is water aangetroffen in de voegen tussen de tunnelelementen. Dit kan leiden tot schade. In de loop der jaren is de staat van de zinkvoegen en sluitvoeg achteruitgegaan als gevolg van corrosie. Een complex probleem vanwege de slechte bereikbaarheid en beperkte onderzoeksmogelijkheden. Het COB is gevraagd mee te kijken met aannemerscombinatie Savera III en Rijkswaterstaat bij het ontwikkelen van oplossingen.
In dit rapport worden de uitgevoerde onderzoeken, aandachtspunten en uitgevoerde testen toegelicht. Er wordt stilgestaan bij het toepassen van een inhibitor in de voegen, het stralen en coaten van klemlijsten, bouten en moeren, het aanbrengen van wax tussen klemlijst en rubberprofiel en het toepassen van aanvullende klemconstructie. Bij alle technieken wordt aangegeven in hoeverre deze al in de Heinenoordtunnel zijn toegepast. Wanneer de onderzoeken en uitvoering zijn afgerond, verschijnt er een nieuwe versie van dit rapport.
Monitoring material degradation can serve as an ‘early warning system’ to detect potential durability issues and optimize repair for tunnel structures. The COB network has conducted an inventory study on sensors and other instruments that can be used to measure the necessary chemical and physical parameters.
Degradation of materials used in structural elements of a tunnel construction can cause damage and eventually lead to tunnel closure. To support tunnel owners and their consultants in identifying, preventing, and/or mitigating these failure mechanisms, the COB network researches material degradation. In 2022 a report has been published that describes the most important degradation mechanisms and briefly addresses monitoring techniques. Now, the possibilities for monitoring material degradation are explored in much greater depth.
The inventory consists of four parts: 1) environment and structure, 2) concrete, 3) metals, and 4) protective coatings. For each sensor, a factsheet is given with the primary characteristics, including sensor types, measurement principles, and testing set-up. Also, their applicability, availability, and costs are discussed.
Deze serious game bootst de dagelijkse praktijk na bij een in gebruik zijnde tunnel, met incidenten zoals schade aan tunnelinstallaties, inspecties door veiligheidsinstanties en veranderingen in de organisatie.
Hoe gaan beheerders en onderhoudspartijen hiermee om? Dit inzicht in het huidige beheer- en onderhoudsproces kan helpen bij het ontwikkelen en juist inzetten van effectieve digitale middelen. Hier vindt u de benodigdheden om het spel binnen uw eigen organisatie te spelen. Heeft u begeleiding nodig, neem dan contact op met het COB via info@cob.nl.
De eerdere COB-publicatie Van zeecontainers tot VR-brillen gaf inzicht in gedragsmatige weerstanden en kansen met betrekking tot digitaal werken in tunnelbeheer. Twee oplossingsrichtingen zijn nu nader uitgewerkt. Ook is de stap naar gedragsverandering praktisch in beeld gebracht.
Onderzoek van het COB-netwerk naar digitalisering in tunnelbeheer leidde in januari 2022 tot tien oplossingsrichtingen voor gedragsmatige weerstanden. Een daarvan is het onderzoeken van de context: ga op zoek naar behoeften en ambities, kijk wat er speelt en hoe mensen met elkaar omgaan. In dit aanvullende onderzoek (‘Leidraad 2.0’) is deze aanbeveling uitgewerkt aan de hand van een voorbeeld; het spelen van een serious game met een team van de RijnlandRoute.
Een andere oplossingsrichting is het op gang brengen van een dialoog. Daarvoor is in deze leidraad het ‘uien-pel-proces’ beschreven. Hiermee worden belangen, emoties of opvattingen naar boven gehaald die bemoeilijken. Tot slot beschrijft deze publicatie de methode van ‘probleem naar gedragsverandering’. Voor drie oorzaken voor het niet voeren van ‘het goede gesprek’ zijn interventies uitgewerkt.
Tunnels zijn grote energieverbruikers, maar het precieze verbruik verschilt per tunnel en is afhankelijk van diverse eigenschappen. Het COB-netwerk presenteert een energiepaspoort dat in een oogopslag de ‘energieconditie’ en verduurzamingskansen van een tunnel zichtbaar maakt.
Het energiepaspoort voor tunnels is geïnspireerd op de energielabels zoals die al gebruikelijk zijn voor bijvoorbeeld woningen en huishoudelijke apparaten. Het paspoort gaat echter verder: een label is een momentopname terwijl het energiepaspoort is bedoeld om de laatste vijf jaar vast te leggen en vijf jaar vooruit te projecteren. Hiertoe bevat het format niet alleen de statische en dynamische tunnelkenmerken die een rol spelen in het energieverbruik (en dus van belang zijn voor de energie-index), maar toont het ook de ’topverbruikers’ met potentiële energiereducerende maatregelen en een overzicht van het verbruik in de afgelopen vijf jaar.
Het doorontwikkelen van het energiepaspoort is belangrijk om de energietransitie te versoepelen voor tunnels. Voor beleid, visie en ambitie is met een energiepaspoort een gewenste labeling of klasse te bepalen voor de jaren 2030-2040.
Tunnels in Nederland en Vlaanderen hebben hun meerwaarde voor een bereikbare omgeving allang bewezen. In dit project is onderzocht welke meerwaarde (en soms minderwaarde) tunnels nog meer bieden. Is te meten wat een tunnel voor de omgeving betekent?
Bestaande tunnels zijn bekeken, met een helikopterview is het netwerk van tunnels in de grotere omgeving bekeken en hieruit zijn conclusies getrokken en kansen gepresenteerd voor beheer, renovatie en nieuwbouw van tunnels. Dit document beschrijft tevens een advies voor het COB en haar partners voor de periode 2024 tot en met 2030 om te komen tot een klimaatbestendig en waterrobuust tunnelnetwerk.
Na de oplevering van de handreiking Logistiek bij tunnelrenovaties in januari 2023 heeft de werkgroep in 2023 ervaring opgedaan met het toepassen van de handreiking in de praktijk. Hieruit kwam naar voren dat de handreiking versie 1.0 vooral handig is als checklist en naslagwerk bij de start van een fase om vast te stellen of je aan alles gedacht hebt. Deze en andere lessen zijn toegevoegd aan de eerdere publicatie en samen vormen ze versie 2.0 van de handreiking. Ook zijn er afwegingsmodellen ontwikkeld die de gebruiker helpen om in een bepaalde situatie van het project de juiste logistieke maatregelen te kiezen.
In 2022 heeft de werkgroep diverse technische en organisatorische aspecten onderzocht die van belang zijn tijdens het renoveren van tunnels. Deze onderzoeken zijn uitgevoerd binnen het werkveld van tunnelrenovaties, maar ook daarbuiten, zoals de burgerlijke en utiliteitsbouw en spoorbouw. Wanneer het logistieke deel van tunnelrenovaties niet op orde is, leidt dat per definitie tot onveilige en ongewenste situaties. De uitkomsten van dit onderzoek zijn te lezen in de handreiking Logistiek bij tunnelrenovaties.
In de Werkwijzer monitoring boortunnels van het COB-netwerk wordt een stappenplan gepresenteerd om tot een monitoringsplan te komen voor boortunnels. Dit Excel-document kan als gebruikt worden als voorbeeld van een meetrapport tijdens de exploitatiefase.
MON-IT is ontwikkelaar van het optical fibre (OF) systeem, OF Pipe, als 2D- en 3D-vervormingsmeetsysteem gebaseerd op glasvezeltechnologie, met als doel de spanningen in een constructie te bepalen en te monitoren. Parameters die gemeten kunnen worden omvatten compressie, uitrekking, buiging, belasting, torsie, trillingen, druk, verplaatsing, corrosie, helling, temperatuur en stroomniveaus.
Het Rijkswaterstaatproject VIA15 omvat het doortrekken van Rijksweg A15 tussen het knooppunt Ressen en de Rijksweg A12 bij Zevenaar. In het kader van dit project zullen werkzaamheden plaatsvinden in de directe omgeving van de spoortunnel onder het Pannerdensch Kanaal. Algemeen geldt dat geotechnische berekeningen aantonen dat door het project ViA15 ongelijkmatige zettingen (kunnen) optreden, die mogelijk de tolerantiegrenzen van de verplaatsingen van de boortunnelbuizen overschrijden.
ProRail is, als beheerder van de Betuweroute, uiterst alert op schade en/of deformaties aan (onderdelen van) zijn assets. Daarom zullen beide tunnelbuizen op specifieke locaties gemonitord worden. Als basis voor deze monitoring is de tunnel in mei 2019 gescand. Eind 2015 heeft al door middel van een 3D-scan een inmeting plaatsgevonden in de noordelijke en zuidelijke boortunnelbuizen van de tunnel met als doel de onrondheid en vervormingen te kunnen bepalen. In mei 2019 is een nieuwe meting uitgevoerd om over recente gegevens te beschikken. De resultaten uit de meting 2019 zullen gebruikt worden om de actuele hoekverdraaiingen van de tunnelsegmenten te berekenen en die als uitgangspunt zullen dienen voor de monitoring van de tunnels.
In september-oktober 2022 was de bouw van de Corbulotunnel, als onderdeel van de N434 (RijnlandRoute), nagenoeg afgerond. Vóór de ingebruikname heeft Iv-Infra een nuldeformatiemeting uitgevoerd. Het doel van de meting is het vastleggen van de huidige situatie van het kunstwerk om in de toekomst te kunnen aantonen of er eventuele deformaties zijn opgetreden.
Deze checklist kan gebruikt worden om te toetsen of aan alle voorwaarden is voldaan om effectief te kunnen testen. De ’test readiness review’ (TRR) is een formele evaluatie waarbij het testteam, het ontwikkelingsteam en andere relevante belanghebbenden samenkomen om om ervoor te zorgen dat alle vereiste elementen aanwezig zijn voordat het testproces begint, om zo effectief en efficiënt mogelijk te kunnen testen.
Dit system test report (STR) is van toepassing op deelinstallatie Scheepvaartseinen van object Selectieve onttrekking IJmond. In het project wordt een constructie in het sluizencomplex in IJmuiden gerealiseerd die de toename van zout water in het Noordzeekanaal moet tegengaan. Het doel van dit document is om alle betrokkenen bij dit deel van het testproces te informeren over het resultaat van de uitgevoerde test. De testconclusie geeft weer of de test geslaagd is en de volgende stap in het testproces genomen kan worden.
Het systeemtestplan integrale fabrieksacceptatietest en integrale site-acceptatietest (STP iFAT iSAT) beschrijft welke testen worden uitgevoerd binnen de iFAT en iSAT, onder welke randvoorwaarden en uitgangspunten en hoe deze worden opgesteld. Het bevat geen testscripts: deze zijn in de bijbehorende system test descriptions (STD) uitgewerkt. De testresultaten worden, per STD, vastgelegd in een system test report (STR).
Het doel van dit document is om te borgen dat alle betrokken partijen en personen weten, wat, wanneer van hen verwacht wordt met betrekking tot de STD en de STR’s voor de iFAT’s en iSAT’s. Het document sluit aan op het mastertestplan (MTP).
Dit document is van toepassing op het project Tunnelveiligheid Schiphol, waarin de Buitenvelderttunnel en de Kaagbaantunnel zijn voorzien van nieuwe veiligheidssystemen.
Het systeemtestplan site-integratietest (STP SIT) beschrijft welke testen worden uitgevoerd binnen de SIT, onder welke randvoorwaarden en uitgangspunten en hoe deze worden opgesteld. Het bevat geen testscripts: deze zijn in de bijbehorende system test descriptions (STD) uitgewerkt. De testresultaten worden, per STD, vastgelegd in een system test report (STR).
Het doel van dit document is om te borgen dat alle betrokken partijen en personen weten, wat, wanneer van hen verwacht wordt met betrekking tot de STD en de STR’s voor de SIT.
Dit document is van toepassing op het project Tunnelveiligheid Schiphol, waarin de Buitenvelderttunnel en de Kaagbaantunnel zijn voorzien van nieuwe veiligheidssystemen.
Het systeemtestplan fabrieksacceptatietest en site-acceptatietest (STP FAT en SAT) beschrijft welke testen worden uitgevoerd binnen de FAT en SAT, onder welke randvoorwaarden en uitgangspunten en hoe deze worden opgesteld. Het bevat geen testscripts: deze zijn in de bijbehorende system test descriptions (STD) uitgewerkt. De testresultaten worden, per STD, vastgelegd in een system test report (STR).
Het doel van dit document is om te borgen dat alle betrokken partijen en personen weten, wat, wanneer van hen verwacht wordt met betrekking tot de STD en de STR’s voor de FAT en SAT.
Dit document is van toepassing op het project Tunnelveiligheid Schiphol, waarin de Buitenvelderttunnel en de Kaagbaantunnel zijn voorzien van nieuwe veiligheidssystemen.
Dit systeemtestplan (STP) sluit aan op het mastertestplan (MTP) en werkt de site-integratietest techniek (SIT-T) verder uit. De SIT-T toont in de productieomgeving aan dat de samenwerking van de technische systemen (die als black boxes worden beschouwd) de organisatorische processen op de juiste wijze ondersteunt en voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Hierbij zijn besturingssysteem, gebruikersinterface, netwerk en bediening geïntegreerd.
Op basis van dit STP wordt per object een testprotocol, een system test description, voor de SIT-T geschreven. In het STD worden de testen en de testgevallen ten behoeve van testuitvoering specifiek uitgewerkt.
Dit document is van toepassing op het project Selectieve onttrekking IJmond (SOIJ). In het project wordt een constructie in het sluizencomplex in IJmuiden gerealiseerd die de toename van zout water in het Noordzeekanaal moet tegengaan.