Museonder

Het Museonder, gevestigd in het bezoekerscentrum van De Hoge Veluwe, is het eerste ondergrondse museum ter wereld. De locatie past bij wat er te zien is: een tentoonstelling over alles wat er onder het aardoppervlak leeft en geleefd heeft.

Al lopend begeef je je steeds dieper onder de grond, waarbij onderweg allerlei curieuze dingen te zien zijn, zoals een compleet wortelstelsel van een 135 jaar oude boom en skeletten van dieren die al duizenden jaren zijn uitgestorven.
(Foto links via hogeveluwe.nl, foto rechts Wikipedia/Richard Broeijkhuizen)

Wieliczka-zoutmijn

Een oude mijn hergebruiken als museum is op zichzelf niet bijzonder. Het zoutmijnmuseum Wieliczka bij Krakau is echter een geval apart. Enerzijds vanwege de omvang (bijna driehonderd kilometer aan ondergrondse gangen en ruimtes, gelegen op vijftig tot tweehonderd meter diepte), maar vooral vanwege de sculpturen die de mijnwerkers uit het zout hebben gehouwen. Zelfs de kroonluchters zijn gemaakt van zoutkristallen.

Meer dan zevenhonderd jaar is er actief zout gewonnen uit de mijn. De productie werd stopgezet in 1992, maar bezoekers werden al vanaf de vijftiende eeuw toegelaten. Sinds 1978 staat de Wieliczka-zoutmijn op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
(Foto’s: via wieliczka-saltmine.com en Flickr)

Drents Museum

Sinds vorig jaar beschikt het Drents Museum over een ondergrondse expositieruimte. Architect Erick van Egeraat maakte het oude koetshuis tot de nieuwe hoofdentree . Hiervoor werd het gebouw opgetild en op een glazen sokkel geplaatst, zodat de stad en de expositieruimte met elkaar zijn verbonden.

Projectmanager en opdrachtgever Gerben Saalmink van de provincie Drenthe legde in de Onderbouwing van december 2010 uit dat de nieuwbouw een grote technische uitdaging was. “Wat hier gebeurt, is een waar huzarenstukje. Deskundigen uit heel Nederland komen kijken.”
(Foto links via Flickr, foto rechts persfoto JAV STUDIO’s Assen)

Louvre

De glaspanelen van de piramide wegen samen 95 ton. Ze worden gedragen door een web van dunne roestvrijstalen kabels met handgemaakte staalknopen. Een schoonmaakmechanisme ontbreekt; daarom beklimmen een paar keer per jaar gepensioneerde Franse bergbeklimmers de gladde muren om de panelen stuk voor stuk te zemen.
(Foto’s: Flickr)

Städel museum

Februari 2012 opende de uitbreiding van het Städel Museum in Frankfurt. Onder de binnentuin werd zo’n drieduizend vierkante meter nieuwe expositieruimte gerealiseerd. De 195 cirkelvormige daklichten van anderhalf tot tweeënhalve meter doorsnee zorgen voor ruim voldoende licht in de zaal eronder.

Architecten schneider+schumacher zorgden ervoor dat de nieuwe ruimte flexibel in te delen is door slechts twaalf steunpilaren aan te brengen. Met ringen LED-verlichting om elk dakraam kan de belichting aangepast worden aan de expositie.