Met de marktwerking kwam de export

Hollands Glorie is verbonden met de eeuwige strijd van Nederlanders met het water. Sleepboten, baggeraars, dijkenbouwers, inpolderingen en Deltawerken hebben het begrip Hollands Glorie een internationaal tot de verbeelding sprekende lading gegeven. Ondergronds bouwen, en dan met name afzinktunnels, hebben zich de laatste decennia in dat rijtje geschaard. In eerste aanleg met grote binnenlandse projecten, maar steeds vaker ook met projecten in het buitenland.

De export van Nederlandse afzinktunnelexpertise begon al in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De intrede van de marktwerking in grote ondergrondse infrastructurele projecten in Nederland zette ook de export in gang. De eerste afzinktunnels, waar de kennis werd opgedaan die Nederland nu tot wereldmarktleider op dit gebied maakt, werden uitgevoerd door gemeentelijke ingenieursbureaus in Rotterdam en Amsterdam, die geen ander belang hadden dan dat van de eigen burgers. Latere tunnels in het rijkswegennet kwamen tot stand onder verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat, dat evenmin belang had bij het vermarkten van de opgedane specifieke afzinktunnelkennis.

De aannemers betrokken bij de bouw van die tunnels namen het voortouw in het zoeken naar nieuwe markten. De Hollandse Beton Groep (HBG) bouwde in die tijd al afzinktunnels en is later ook zelf gaan ontwerpen. Resultaat daarvan waren de Eemstunnel in Duitsland, een aantal stalen tunnels in de Verenigde Staten (I-664 en Ted Williams) en betonnen tunnels in Engeland (Conwy en Medway). “Deze activiteiten waren een voortzetting van de door het bedrijf opgedane ervaring vanaf begin jaren zestig met de bouw van onder meer de afgezonken metrotunnel en de Beneluxtunnel in Rotterdam en de IJtunnel in Amsterdam”, aldus BAM-ingenieur Chris Hakkaart in het boek 40 jaar passie voor ondergronds bouwen.

De export van Hollands Glorie meanderde mee met het economisch tij in eigen land. Begin jaren tachtig lag de tunnelproductie in Nederland nagenoeg stil als gevolg van de economische crisis en was de aandacht voor het buitenland tijdelijk groter. Specifieke tunnelbouwervaring kon in die tijd alleen geëffectueerd worden door in het buitenland een afzinktunnel te bouwen, zoals de Eemstunnel in Duitsland.

Kennisimpuls

De forse binnenlandse opgave die in de periode 1996-2006 tot de oplevering van onder andere acht afzinktunnels en acht geboorde tunnels leidde, bracht een grote kennisimpuls.

Sinds de jaren negentig is de ster van de Nederlandse tunnelbouwers wereldwijd rijzende. Aansprekende projecten als de Øresundtunnel tussen Kopenhagen en Malmö en de Busan-Geojetunnel in Zuid-Korea hebben Nederland definitief op de kaart gezet. Inmiddels zijn Nederlandse bedrijven op vrijwel alle continenten actief met ondergrondse infrastructurele projecten. Afzinktunnels zijn daarbij nagenoeg exclusief Nederlands terrein. Maar ook op andere aspecten van het ondergrond bouwen heeft de sterke ontwikkeling in de thuismarkt zijn effecten op de kansen in het buitenland.

De betrokkenheid van HBG bij de eerder genoemde stalen tunnels in de Verenigde Staten, kwam voort uit de maritieme kwaliteiten die transport over zee mogelijk maakten. In Iran is Arthe Civil & Structure betrokken bij het boren van metrotunnels; niet alleen ten aanzien van het civiel technisch ontwerp, maar ook vanwege de monitoring. TEC speelt op verschillende plaatsen in de wereld een rol in de afweging tussen een afgezonken of een geboorde tunnel. En bij de Busan-Geojetunnel in Zuid-Korea was het de manier van denken die tot innovatieve oplossingen leidde en daarmee de doorslag gaf.