Landtunnel als groene toegangspoort

Een groot land zal Nederland vast nooit worden, maar straks zijn we toch nét wat groter. Amsterdam is bezig zeven nieuwe eilanden in het IJ te creëren, om zo de Houthaven tot aantrekkelijke woonwijk te transformeren. De drukke weg tussen het nieuwe gebied en de rest van de stad wordt vervangen door een park. De omwonenden kunnen dan ook wel leven met de aanleg van de Spaarndammertunnel

De Spaarndammertunnel lijkt nu nog overbodig. Het nieuwe stuk land aan de zuidkant van het IJ, ten westen van Amsterdam CS, is vooral erg leeg. Maar er is ook veel bouwnijverheid, en dat is een voorbode van de toekomst. De Houthaven zal over een paar jaar veranderd zijn in een levendige woonwijk. En dan is het niet handig dat er een drukke weg loopt tussen de wijk en de aangrenzende Spaarndammerbuurt. Om die reden gaf de gemeente Amsterdam in 2013 groen licht voor de aanleg van een tunnel. In januari 2015 ging aannemer Max Bögl Nederland B.V. van start met de uitvoering.

“Het prettige toekomstbeeld – geen verkeerslawaai, maar fluitende vogels voor de deur – maakt mijn werk wel wat makkelijker”, vertelt omgevingsmanager Hugo van de Wijgert van Max Bögl. “Natuurlijk komen er wel klachten binnen, want bouwen gaat nooit zonder overlast, maar doordat de bewoners positief tegenover het project staan, ervaren ze de hinder als minder bezwaarlijk.”

Tevreden

Vlak na aanvang van het project is een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd in de omgeving. Dit voorjaar is de studie herhaald. De uitkomsten sluiten aan bij het beeld dat Hugo heeft. Van de respondenten ervaart zo’n veertig procent hinder, maar de meerderheid is van mening dat Max Bögl voldoende doet om de hinder te beperken.

De aanleg van de Spaarndammertunnel, april 2016. (Foto: Aerophoto Schiphol)

Hugo: “Het onderzoek wijst uit dat er vooral winst te behalen valt in de communicatie. Technisch ligt vrijwel alles vast; bij het ontwerp is hinderbeperking al zo veel mogelijk meegenomen. Je kunt natuurlijk nog wel maatregelen nemen, zoals schermen gebruiken bij het trillen van damwandplanken, maar dat kost veel geld en tijd. De klachten zijn daar niet naar. De gemeente Amsterdam heeft ook de stelregel ‘kort en hevig’ ten aanzien van overlast. Naar aanleiding van het onderzoek hebben we daarom ingezet op de interactie met de omgeving en maatwerk. Zo plaatsen we vaker updates op Facebook en geven we in bewonersbrieven meer inzicht in de planning en de te verwachten overlast. Specifiek voor de scholen hebben we de damwanden grotendeels in de vakantieperiode getrild.”

“Tussen de resultaten van de eerste en de tweede enquête zit weinig verschil”, zegt Hugo. “Het algemene beeld is iets positiever. Je ziet dat de klachten wat verschuiven. Eerst was bijvoorbeeld geluid het voornaamste probleem, nu ging het meer over lichtoverlast door bouwlampen. Ook kijken mensen nu verder vooruit. Zo hebben mensen vragen over de luchtkwaliteit bij de tunnelmonden als het project straks klaar is.”

Omgevingsbewust

Het tevredenheidsonderzoek ging uit van de aannemer. Dat is opmerkelijk, want bij de meeste projecten ligt het omgevingsmanagement bij de opdrachtgever. “Dat klopt. Een aannemer heeft in principe andere belangen dan de omgeving; het past vaak beter bij de opdrachtgever om de omgevingsbelangen voorop te stellen. Maar je ziet het wel steeds vaker. Als aannemer ‘ontzorg’ je de opdrachtgever door ook het omgevingsmanagement te doen. Bij de Spaarndammertunnel zat het tevredenheidsonderzoek al in onze aanbieding.”

Volgens Hugo vereist de nieuwe rolverdeling wel aanpassingsvermogen van de aannemer: “Die is van oorsprong puur gericht op de techniek, en omgevingsmanagement vraagt ook om ‘zachte vaardigheden’ zoals communicatie en maatwerk. Ik werk binnen Max Bögl in een team met een werkvoorbereider en een projectcoördinator. Hoewel dat techneuten zijn, zijn zij wel ‘omgevingsbewust’. Dat is belangrijk. Je bent aan het werk in de leefomgeving van omwonenden, je moet meldingen dus serieus nemen en vooral de achterliggende zorg proberen te achterhalen. Deze zorg is vaak weg te nemen door een goede uitleg. Af en toe is er meer nodig. Dan kijken we hoe we de melder tegemoet kunnen komen. Het belang van een bewoner is niet altijd het belang van een aannemer, maar door de Noord/Zuidlijn is het omgevingsbewustzijn van Max Bögl al redelijk hoog.”

Pionier

De Spaarndammertunnel was een van de eerste projecten in de Houthaven. Inmiddels wordt er aan alle kanten druk gebouwd. Dat heeft gevolgen voor het omgevingsmanagement. Hugo: “Voor bewoners is niet altijd duidelijk waar de overlast vandaan komt. Aangezien wij hier het eerst waren en veel mensen mijn nummer hebben, word ik dan ook regelmatig gebeld met klachten die niets met ons project te maken hebben. Ik probeer dan te achterhalen bij wie ze wél moeten zijn en verwijs ze door naar de juiste persoon. Elk project heeft zijn eigen omgevingsmanager. We hebben goed contact, onder meer om de communicatie af te stemmen, zodat we bijvoorbeeld niet allemaal hetzelfde op Facebook posten. Ook voor evenementen als de Dag van de Bouw trekken we gezamenlijk op.”

“Doordat de Spaarndammertunnel niet langer op zichzelf staat, is het ook de vraag of je het tevredenheidsonderzoek tot de tunnel kunt beperken. Er staan nog twee enquêtes gepland. Herhaalde metingen zijn belangrijk, omdat je zo de vinger aan de pols houdt en erachter komt of de aanpassingen effect hebben. Vooralsnog gaan de resterende onderzoeken dan ook gewoon door. Nu de situatie zo diffuus is, moeten we wel goed nadenken over de inhoud van het onderzoek, zodat vergelijking met eerdere resultaten mogelijk blijft.”