Razendsnel gebouw door slimme logistiek en intensieve samenwerking

Consortium A4all (Boskalis, Heijmans en VolkerWessels) werkt aan de aanleg van de snelweg A4 tussen Schiedam en Delft. Belangrijk onderdeel is een twee kilometer lange landtunnel. De bouw hiervan begon op 1 april 2013 en ruim een jaar later was de ruwbouw gereed. Een huzarenstuk.

Het gaat maar om een stuk van zeven kilometer snelweg, maar het zijn wel zeven bijzondere kilometers die A4all aanlegt. Vanaf het verkeersknooppunt Kethelplein bij Schiedam komt er een landtunnel in de bebouwde kom van Schiedam en Vlaardingen. Iets voorbij de bebouwingsgrens gaat de tunnel over in een verdiept tracé van bijna anderhalve kilometer, waar de weg ruim zes meter diep ligt in een bak met geluidswerende wanden. Daarna ligt de weg over ruim tweeënhalve kilometer half verdiept – circa twee meter onder maaiveld – met aan beide zijden een begroeide aarden wal. Bij de Kruithuisweg in Delft sluit hij vervolgens op maaiveld aan op de bestaande A4 richting knooppunt Ypenburg.

Minimale hinder

“Voor deze bijzondere wegconstructie is gekozen om te zorgen voor een zo goed mogelijke landschappelijke inpassing en minimale hinder voor de omgeving”, vertelt Bauke Eggenkamp, projectcoördinator voor de landtunnel. Eggenkamp werkt bij Van Hattum en Blankevoort, een van de bedrijven van VolkerWessels. “Eind 2011 hebben we de opdracht gekregen voor de aanleg van de weg en in 2012 zijn we met de voorbereidende werkzaamheden gestart zoals het kappen van bomen en het verleggen van kabels en leidingen. Met de daadwerkelijk bouw van de tunnel zijn we in het voorjaar van 2013 begonnen.”

Sportvelden

De nieuwe tunnel heeft twee tunnelbuizen met elk ruimte voor vier rijstroken. Tussen de tunnelbuizen zit een middentunnelkanaal, waarin onder andere een dienstgang en de vluchtroute zijn ondergebracht. Het wegdek ligt direct op het zand en de vier wanden van de tunnel – de buitenwanden en de wanden van het middenkanaal – zijn elk gefundeerd op een rij Vibropalen. Om de tunnel in te passen in het landschap is de constructie bedekt met een laag grond, terwijl er tegen de zijkanten aarden taluds zijn aangebracht. In deze taluds zijn de drie dienstgebouwen weggewerkt.

Op de tunnel, die voor het grootste deel zo’n veertig meter breed is, komt een park. Aan de noordkant is de tunnelconstructie uitgebreid met betonnen luifels tot een breedte van tachtig meter. Dat maakt het mogelijk om hier een aantal sportvelden op het tunneldak aan te leggen. Onder de luifels komen onder andere parkeerplaatsen. Ongeveer halverwege het tunneltracé bij de Brederoweg kruisen een trambaan en een voet- en fietspad de tunnel bovenlangs. Beide viaducten steunen hier op het tunneldak.

Kort en heftig heien

“De tunnel ligt grotendeels op maaiveld”, vervolgt Eggenkamp. “Voordat we met de bouw konden beginnen, moesten we eerst het circa vijf meter hoge zandlichaam afgraven dat eind jaren zestig was aangelegd om de slappe ondergrond te laten inklinken. Vervolgens hebben we werkwegen aangelegd en konden we starten. Voor de bouw van de tunnel zijn we steeds uitgegaan van twee bouwstromen, de ene vanuit het noorden en de andere vanuit het zuiden naar de kruising bij de Brederoweg.”

“We zijn begonnen met heien. Hiervoor hebben we negen heistellingen ingezet. Vier voor het noordelijke deel, vier voor het zuidelijke en één voor het aanbrengen van de palen onder het tunneldeel bij de Brederoweg – waar het tram- en fietsviaduct de tunnel kruist – en de fundering van de drie waterkelders. In drie maanden hebben we ongeveer 3.500 vibropalen aangebracht met een diameter van 55 centimeter en een lengte tussen de 25 en 30 meter. Dat was kort en heftig. Om de hinder zoveel mogelijk te beperken, hebben we alleen op doordeweekse dagen tussen acht uur ’s ochtends en vijf uur ’s middags geheid. Verder hebben we containerwanden geplaatst als tijdelijke geluidsschermen en hebben we geheid met een geluidsreducerende casing.”

“De grootste uitdaging van deze intensieve heiperiode was het bevoorraden van de heistellingen. Zo hebben we in die drie maanden enorme hoeveelheden beton in de palen verwerkt. De aanvoer van dat beton was gelukkig iets eenvoudiger doordat we op de bouwplaats een eigen betoncentrale hadden. De hart-op-hartafstand tussen de palen in de rijen varieert sterk door de heterogene opbouw van de ondergrond. Gemiddeld bedraagt deze vier meter, maar er zijn ook stukken waar ze veel dichter bij elkaar staan, omdat de draagkracht van de ondergrond daar veel minder is.”

Tunnelmoten

“De tunnel hebben we opgebouwd uit vijftig moten die elk veertig meter lang en breed zijn. Nadat we alle palen hadden gestort en afgewerkt, hebben we werkvloeren op de palen gemaakt. Dat hebben we steeds per vier tunnelmoten gedaan. Zodra de werkvloeren waren uitgehard, hebben we de basislaag voor de wegconstructie aangebracht. Vervolgens zijn we de wanden gaan maken. Hiervoor hebben we per bouwstroom twee buitenwandbekistingen gebruikt en een verrijdbare bekisting voor het middentunnelkanaal. Voor de productie van de wanden zijn we uitgegaan van cycli van drie dagen: een dag voor het aanbrengen van de wapening, een dag om de bekisting te plaatsen en een dag voor het storten.”

(Foto: A4all)

“De daken van de tunnelmoten hebben we eveneens op de bouwplaats gemaakt. Hiervoor hebben we per bouwstroom twee verrijdbare tafelbekistingen gebruikt, een voor de even tunnelmoten en een voor de oneven. Op die manier konden de timmermannen en betonvlechters continu doorwerken. Per dakdeel van veertig per veertig meter hebben we 160.000 kilo wapening aangebracht. Om dat zo snel mogelijk te kunnen doen, hebben we veel gebruik gemaakt van prefabnetten.”

Tunnelmoot 27, waarover de trambaan en het voet- en fietspad lopen bij de Brederoweg, is extra versterkt. Deze moot heeft A4all als eerste gemaakt, zodat er voldoende tijd was om de aansluitende viaducten en aardebanen te bouwen. Hij is direct naast de bestaande trambaan gebouwd. Daardoor kon de tram zo lang mogelijk blijven rijden en kon ondertussen aan de nieuwe verhoogde baan kon worden gewerkt. Uiteindelijk is de tram slechts twaalf weken uit dienst geweest om hem te verplaatsen van zijn oude naar zijn nieuwe route. A4all had echter toestemming voor een buitendienststelling van maximaal een jaar.

Grondige en gezamenlijke voorbereiding

“Dat we alles in zo’n korte tijd hebben weten te realiseren, is mede het resultaat van onze grondige voorbereiding”, aldus Eggenkamp. “We hebben anderhalf jaar tijd gestoken in het maken van het ontwerp en het ontwikkelen van een uitgekiende logistieke planning. Dat was een forse tijdsinvestering, maar die hebben we uiteindelijk ruimschoots terugverdiend. Aan het begin van het project hebben we onze basisplanning met alle onderaannemers doorgenomen. Vervolgens hebben we na een week de planning met alle betrokkenen doorgespit om samen te kijken waar nog verbeteringen mogelijk waren.”

Eggenkamp vervolgt: “Met dat gezamenlijk zoeken naar verbeteringen, waarbij we nadrukkelijk ook de mensen op de werkvloer hebben betrokken, zijn we gedurende de gehele bouw doorgegaan. Dat heeft er onder andere toe geleid dat we de daken voor de tunnelmoten in de loop van de tijd met steeds minder mensen konden bouwen. De korte bouwtijd was ook mogelijk doordat we verschillende partijen dicht achter elkaar aan hebben laten werken. We hebben de ontwerpen voor de civiele constructies en de tunneltechnische installaties bijvoorbeeld gelijktijdig gemaakt. Daardoor konden de installateurs direct aan de slag als wij een aantal tunnelmoten gereed hadden en waren we min of meer op hetzelfde moment bezig.”

“Ook hebben we twee uitvoerders van de technische installaties tijdens het bouwen van de daken het civiele werk laten controleren. Op die manier konden we voorkomen dat bijvoorbeeld mantelbuizen niet goed werden aangelegd. Dat past goed bij onze filosofie dat je alleen goed kunt bouwen als je het met elkaar doet. Die filosofie hebben we ook gebruikt bij het samenstellen van de verschillende teams. Vanaf het begin hebben we gewerkt met gemengde teams, vanuit de gedachte dat we allemaal hetzelfde doel nastreven en het niet uitmaakt bij welk bedrijf je in dienst bent.”