Vakgebieden verbinden met vrouwennetwerk

Om de ondergrond optimaal en duurzaam te benutten, moet je over je eigen werkveld heen kijken. Maar verschillende sectoren met elkaar laten samenwerken, dat vraagt nogal wat. Daarom richten John de Ruiter en Irma Kerkhof zich eerst op het prikkelen van een dwarsdoorsnede van de doelgroep: de vrouwen werkzaam in de ondergrond.

Het initiatief kwam van John de Ruiter. Hij is adviseur ondergrond bij de gemeente Rotterdam en daarnaast betrokken bij diverse landelijke ondergrondgerelateerde werkgroepen. Bij die werkgroepen viel het hem op dat hij mannen vaak op verschillende plekken tegenkomt en veel vrouwen maar op één plek. “Goed onderbouwd is het niet, we hebben er geen grondige analyse van gemaakt, maar mijn indruk is dat de netwerken die vrouwen in deze sector hebben, elkaar minder overlappen”, zegt John. “In de commissies en programma’s waarin ik actief ben, tref ik geregeld dezelfde mannen. Bij de vrouwen zie ik steeds andere gezichten, wat kan betekenen dat zij geen ‘natuurlijk’ netwerk vormen. Dat vind ik jammer.” Zo kwam John op het idee om speciaal voor ‘vrouwen in de ondergrond’ een netwerk op te zetten. “Ik wist niet goed of zoiets op bijval kon rekenen: misschien verklaren mensen me voor gek. Ik heb daarom eerst een paar dames in mijn werkkring gebeld. Die reageerden heel enthousiast, dus toen zijn we het gewoon gaan doen”, aldus John.

‘We’ is John en Irma Kerkhof, adviseur bij Bodem+, onderdeel van Rijkswaterstaat, en een van de enthousiaste dames. Irma is projectsecretaris bij het project Ondergrond van het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid (het Bodemconvenant). Irma: “Dat project richt zich onder meer op de transitie van sectoraal bodembeleid naar integraal beleid voor de ondergrond: een passende plek om een nieuw op te zetten netwerk onder te brengen. Ik heb me daarom voor dit initiatief ingezet en een startbudget weten vrij te maken.”

Irma: “De eerste bijeenkomst was vooral bedoeld om na te gaan of er wel behoefte is aan een dergelijk netwerk. We hadden zo’n dertig vrouwen uitgenodigd, waarbij we zo ruim mogelijk hebben gekeken naar werkvelden en functieniveaus. Sommige dames leek het niets of waren verhinderd, maar uiteindelijk zaten we toch op achttien deelneemsters.” Irma en John wilden de bijeenkomst zo informeel mogelijk maken en kozen daarom voor een high tea. “Geen agenda, geen inhoudelijk programma, alleen maar kennismaken en kijken of er chemie is. We wilden zien of de dames uit zichzelf elkaar wat te vertellen hebben”, vertelt John. Ja, zo bleek. Irma: “Na onze introductie is iedereen direct in gesprek gegaan en nooit viel het stil. Het was dat de zaak om vijf uur dichtging, anders hadden we er ‘s avonds waarschijnlijk nog gezeten.”

Na afloop waren de reacties louter positief. John sprak met een deelneemster die het netwerk echt een verrijking vind, omdat ze vanuit haar functie puur sectoraal werkt. “Het kan zijn dat zij op den duur dit netwerk niet meer nodig heeft. Dat is prima. Het gaat ons om het verbinden van vakgebieden; het opzetten van een vrouwennetwerk is slechts een extra prikkel daarvoor”, stelt John. Irma vertelt dat een deelneemster het sociale karakter van de bijeenkomst waardeerde: “Je leert elkaar hierdoor beter kennen, wat bijdraagt aan het verbinden op inhoudelijk vlak.”

Gezien het succes van de eerste bijeenkomst en de spontane nieuwe aanmeldingen die zijn binnengekomen, zijn Irma en John nu druk doende met het vervolg. Hoe moet het netwerk precies vormkrijgen? Wat wordt de insteek van de bijeenkomsten? Hoe vaak komen de vrouwen bij elkaar en met hoeveel? John: “Op de volgende bijeenkomst gaan we dit met de deelneemsters bespreken, want zij moeten de koers bepalen. Het hoofddoel blijft in contact komen met andere mensen en werkvelden, maar de manier waarop we dat organiseren, staat nu nog open. Er zijn al wel suggesties gedaan en Irma en ik heb ook onze ideeën. We willen bijvoorbeeld nog meer inzetten op verbreding. Hiervoor zullen we de deelneemsters vragen om de volgende keer allemaal iemand uit een andere sector of ander werkveld mee te nemen.” Irma vult aan: “Ik ga ook in gesprek met het Vrouwen Waternetwerk van het KNW. Hoe hebben zij hun netwerk georganiseerd? Kunnen we misschien bij elkaars bijeenkomsten aansluiten? Ook op dit vlak zoeken we de verbinding op.”

Op 16 september komt het ondergrondse vrouwennetwerk weer bij elkaar. Daarna volgen er in ieder geval nog twee landelijke bijeenkomsten en mogelijk regionale afdelingen. “Het doel is dat er eind 2015 een zelfregulend netwerk is ontstaan. Dat de deelnemers elkaar weten te vinden en elkaar opzoeken als ze in de praktijk iets tegenkomen dat hun eigen vakgebied overstijgt. Sommige ‘cross overs’ tussen ondergrondgerelateerde sectoren ontbreken nu nog; als een vrouwennetwerk deze links tot stand kan brengen, dan is dat een goed resultaat”, concludeert John.

Reacties na de eerste bijeenkomst

  • “Het klinkt een beetje feministisch, een ‘vrouwennetwerk’, maar het is toch gewoon net iets anders dan als er mannen bij zijn.”
  • “Ik vond de middag erg nuttig en ook leuk. Een goede manier om een aantal bedrijven en instanties beter te leren kennen.”
  • “Ik vond het een geslaagde middag en zeker, in wat voor vorm dan ook, voor herhaling vatbaar.”
  • “De bijeenkomst is goed bevallen. Leuk om mensen met heel andere ervaringen en invalshoeken te spreken en ook erg leerzaam.”