Verduurzaming Kabels en leidingen
Verduurzaming Kabels en leidingen
Filters
Dagelijkse quiz
Kwis - Verduurzaming Kabels en leidingen
29 april 2024
Stelling /
Ga naar het groeiboek

Participeren?

Het groeiboek heet niet voor niets groeiboek: de inhoud kan à la minute bijgewerkt worden om het boek beter te laten aansluiten bij de praktijk. Daar hebben we wel uw hulp voor nodig. Als u iets ziet wat niet klopt, of als u aanvullingen heeft, kunt u via onderstaand formulier contact opnemen. Na overleg kunt u dan rechten krijgen om het groeiboek aan te passen. De aanpassingen worden altijd nog even nagekeken voordat ze online komen.

Feedback op groeiboek

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier

Inhoudsopgave

PDF-versie

Om dit groeiboek offline te bekijken, kunt u via de link hieronder een pdf-versie (3-5 MB) downloaden. Deze pdf wordt dagelijks geactualiseerd, maar blijft een momentopname: na verloop van tijd kan de gedownloade pdf afwijken van het online groeiboek.


Download pdf-versie
Geleerde lessen:
Geleerde lessen

Groeiboek Verduurzaming kabels en leidingen – versie 2024

Inleiding [link id=”vrmx5″]

Nederland verduurzaamt en ook de kabels-en-leidingenbranche wil en kan hier een bijdrage aan leveren. Er is nog veel winst te behalen in emissiereductie, ruimtegebruik en biodiversiteit. De sector is dringend op zoek naar verduurzamende maatregelen, maar versnippering van de branche bemoeilijkt deze zoektocht. Het COB-netwerk heeft daarom het initiatief genomen om concrete handvatten te bundelen in deze catalogus.


Er zijn meer dan duizend beheerders van kabels en leidingen, en de keten van productie, aanleg, vervanging en onderhoud is verdeeld over verschillende stakeholders. Een consequentie hiervan is dat in beperkte mate kennis en ervaring worden uitgewisseld over maatregelen ten behoeve van verduurzaming. Netwerkbedrijven en opdrachtgevers zijn niet altijd volledig op de hoogte van beschikbare oplossingen in de markt (zowel oplossingen van kabelproducenten als van aannemers), en omgekeerd is de markt niet volledig op de hoogte van de doelstellingen en de behoeften van netwerkbedrijven en opdrachtgevers.


Dit groeiboek vormt een catalogus van duurzaamheidsmaatregelen voor de kabels-en-leidingenbranche met betrekking tot energie, materialen en omgeving. In het vooronderzoek in 2022/2023 is samen met overheden, netbeheerders, advies- en ingenieursbureaus, leveranciers en aannemers het doel en de structuur van het groeiboek opgesteld. Er bleek met name een behoefte aan inzicht in waarom bepaalde maatregelen nog niet breed worden toegepast en hoe we ervoor kunnen zorgen dat die maatregelen alsnog toegepast worden. Vandaar vind je in deze catalogus bij elke maatregel mogelijke belemmeringen in de toepassing ervan en bijbehorende oplossingen. Ook wordt toegelicht welke samenwerkingsvormen de implementatie van maatregelen kan vergemakkelijken, en zijn er praktijkvoorbeelden te vinden waarin de maatregel succesvol is toegepast.


Het succes van de maatregelen vraagt om een gezamenlijke inzet, vandaar is de catalogus niet per stakeholder, maar per duurzaamheidsthema ingedeeld. De thema’s zijn gekoppeld aan die van de Aanpak Duurzaam GWW. De hoofdstukken Energie en Materialen spreken voor zich. Het hoofdstuk Omgeving omvat aspecten uit de ambitiewebthema’s klimaatadaptatie, natuur, milieueffecten en ruimtegebruik

Energie [link id=”wrmc8″]

Maatregel

E-1 Inkoop, transport en opslag van materialen in projecten combineren. [link id=”hkmnc”]

Dit vermindert de uitstoot van broeikasgassen bij transportbewegingen.

E-1 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”15cdk”]

Belemmering

Opdrachtgevers hebben eigen contracten en leveranciers.

Oplossingen

Afspreken met leveranciers dat het materiaal van verschillende opdrachtgevers met dezelfde bestemming in één levering verzonden wordt.

Op projectbasis nieuwe combicontracten afsluiten met leveranciers waarbij levering vanuit verschillende opdrachtgevers in één transportbeweging plaatsvindt.

Op projectbasis nieuwe combicontracten maken waarbij verschillende opdrachtgevers dezelfde leverancier hebben en het transport combineren.

Belemmering

Verschillende leveranciers die hun eigen distributie verzorgen.

Oplossingen

Transport niet meer per opdrachtgever of leverancier organiseren, maar gecombineerd door één distributiebedrijf.

Belemmering

Kleine en gefragmenteerde depotlocaties waardoor opslag van grote leveranties niet mogelijk is.

Oplossingen

Het inrichten van locaties voor (tussen)opslag van bouwmaterialen (‘bouwhubs’).

Belemmering

Gefragmenteerde eindbestemming voor verwerking rest- en verpakkingsmaterialen.

Oplossingen

Opdrachtgevers sluiten gezamenlijk één combicontract af voor het ophalen en verwerken van rest- en verpakkingsmateriaal.

E-1 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”rkwz4″]

  • Service Level Agreement tussen netbeheerder en leverancier.
  • Samenwerking tussen opdrachtgevers zoals Structin, CIAMS, Synfra, Combi SION.
  • Gecombineerd contract voor materiaal op projectbasis.

E-1 Praktijkvoorbeelden [link id=”vrqb2″]

  • VolkerWessels BouwHubs zorgen voor efficiëntere materiaaldistributie en lagere milieu-impact. Klik hier
  • VolkerWessels Materieel & Logistiek en Beelen introduceren de eerste circulaire BouwHub in Amsterdam, waarmee bouwlogistiek niet alleen efficiënter, maar ook volledig circulair wordt. Klik hier
  • Heijmans en Caparis realiseren duurzame stadslogistiek in Leeuwarden door bouwmaterialen via emissieloze voertuigen efficiënt naar de binnenstad te vervoeren. Klik hier
  • Heijmans breidt duurzaam transport uit naar Depot Boijmans Van Beuningen in Rotterdam met emissieloze voertuigen voor efficiënte levering en afvalverwerking. Klik hier

Maatregel

E-2 Elektrisch aangedreven materieel inzetten. [link id=”66nhr”]

Hierdoor veroorzaakt het materieel op de projectlocatie geen CO2-, NOX- en fijnstofuitstoot en wordt het aanwezige personeel niet blootgesteld aan deze schadelijke stoffen.

E-2 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”rvp1t”]

Belemmering

Materieel is nog niet beschikbaar.

Oplossingen

Elektrisch materieel delen met meerdere bedrijven. Denk aan de accu’s of shovels van festivals in het weekend die doordeweeks gebruikt kunnen worden voor bouwprojecten.

Belemmering

Het materieel is duur en duurder dan conventioneel en levert vooralsnog vaak minder productie op.

Oplossingen

Subsidies aanspreken om de meerkosten of aanschaf van nieuw materieel te vergoeden. Subsidieregeling in het kader van specifieke uitkering ‘schone lucht’-akkoord (SpUk Service Level Agreement) en Schoon en emissieloos bouwmaterieel (SSEB).

Een aannemer meer betalen als hij een project met elektrisch materieel uitvoert.

Door de vraag te vergroten, groeit het aanbod en zakt de prijs. Elektrische uitvoering verplicht stellen zorgt op lange termijn voor een lagere kostprijs.

Belemmering

Geen aansluit- en oplaadmogelijkheden op plekken waar werkzaamheden worden

Oplossingen

Realiseer in samenwerking met Netbeheerders laadlocaties.

Realiseer een bouwlaadhub in een gebied met veel bouwactiviteiten.

Materieel opladen met off-gridsystemen zoals zonnecollectoren, accu’s en HVO 100-aggregaat.

Overcapaciteit van bestaande aansluitingen gebruiken om tijdelijke oplaadlocatie te realiseren. Denk aan agrarische bedrijven met veel eigen opwek met zonnepanelen of bedrijven die (delen van hun) werkzaamheden staken.

Een laadpaal in de scope van projecten opnemen die tijdens de bouw als laad-/stroompunt kan dienen en daarna als reguliere laadpaal fungeert.

Belemmering

Men verwacht een te lage actieradius van een accu.

Oplossingen

Machinisten trainen om materieel anders te bedienen waardoor energieverbruik vermindert.

Materieel met verwisselbare accu’s inzetten.

Belemmering

Onbekendheid van het gebruik van elektrisch materieel. Hierdoor besluiten aannemers het niet in te zetten.

Oplossingen

Kennis delen over de inzet van elektrisch materieel om daarmee fabels uit de wereld te krijgen.

E-2 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”pwxwn”]

  • Van een huidig projectteam een projectteam ‘Zero-emissie uitvoeren van ondergrondse infra’-project maken.
  • Gemeenten, netbeheerders en combi/solo-aannemers werken veel samen, maar de uitvoeringswijzen zijn vaak traditioneel. Binnen deze samenwerkingsvorm zal de ambitie zero-emissie-uitvoering centraal moeten staan om het aangegeven pad uitvoerbaar te maken.

E-2 Praktijkvoorbeelden [link id=”btw0l”]

  • TenneT en Van Gelder gebruiken een innovatieve, emissieloze boortechnologie voor het aanleggen van ondergrondse hoogspanningskabels, wat de verduurzaming van de energie-infrastructuur versnelt. Klik hier
  • Gemeente Arnhem heeft oplaadlocaties gerealiseerd op aansluitingen met overcapaciteit. Klik hier
  • Bij Dura Vermeer en Emission 0 is het mogelijk om elektrisch materiaal te huren, dan wel uit te lenen. Klik hier, Klik hier
  • WattHub realiseert snellaadpleinen voor zwaar materieel en vrachtwagens, die volledig draaien op lokaal opgewekte wind- en zonne-energie, en biedt duurzame mobiliteit voor de bouw- en transportsector. Klik hier
  • BAM, Vitens en Enexis voeren het eerste emissieloze project uit bij de Lemelerberg, waarbij elektrisch materieel wordt ingezet voor het vervangen van drinkwaterleidingen en elektriciteitskabels. Klik hier
  • Het is mogelijk om tijdens bouwwerkzaamheden een laadpaal in te zetten als stroompunt ter vervanging van een aggregaat. Er is wel een verloopkabel nodig om de werktuigen aan de paal te koppelen. Klik hier
  • Waterschap Limburg zet een elektrische graafmachine in bij de herinrichting van de Tielebeek, wat niet alleen de CO₂-uitstoot vermindert, maar ook de impact op de omgeving en biodiversiteit minimaliseert. Klik hier
  • BAM zet nieuwe elektrische machines in voor het project in Nunspeet, wat resulteert in een aanzienlijke besparing van CO₂ en stikstof, en volledig emissieloos werken. Klik hier

Maatregel

E-3 Materieel en voertuigen aandrijven met HVO100. [link id=”mxrmx”]

‘HVO’ staat voor Hydrotreated Vegetable Oil en ‘100’ voor het feit dat het niet is gemengd met andere brandstoffen. De COs-uitstoot van deze duurzame dieselbrandstof is tot 90% lager dan bij fossiele diesel.

E-3 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”vww37″]

Belemmering

Beperkte beschikbaarheid.

Oplossingen

Verplicht stellen, waardoor de vraag naar HVO100 stijgt. Door schaalvergroting kan de kostprijs dalen en de beschikbaarheid toenemen. Samenwerking met andere branche: in de luchtvaartsector (KLM) is een groeiende behoefte aan tweede-generatie-biofuel; bij de productie van biokerosine komt ook een grote fractie biodiesel vrij die ook een afzetmarkt nodig heeft.

Belemmering

Hogere kostprijs.

Oplossingen

Subsidies aanspreken om de meerkosten van HVO100 te vergoeden. Subsidieregeling in het kader van specifieke uitkering ‘schone lucht’-akkoord (SpUk Service Level Agreement) en Schoon en emissieloos bouwmaterieel (SSEB).

Een aannemer meer betalen als hij een project met HVO100 aangedreven materieel uitvoert.

Belemmering

Uitstoot NOX en fijnstof is bijna gelijk aan fossiele brandstof.

Oplossingen

Kan niet opgelost worden. Is de belemmering van deze brandstof.

Belemmering

Sommige leveranciers van materieel laten garantie vervallen wanneer HVO100 wordt toegepast.

Oplossingen

Meer onderzoek naar langetermijneffecten op de mechaniek van materieel en garantie aanpassen op basis

Kennis delen over de levensduur van materieel dat op HVO100 draait.

HVO voldoet aan certificering EN 15940 voor brandstof, dit is een relatief nieuwe norm. Onbekendheid zorgt voor angst bij leveranciers dat de levensduur van materieel korter is. Maar dit betekent niet dat oudere motoren niet geschikt zijn voor HVO100.

Belemmering

Bestaande contracten van brandstof verhinderen het toepassen van HVO100.

Oplossingen

Vervangen van bestaande brandstofcontracten voor nieuwe contracten met leverantie van HVO100.

E-3 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”4dpct”]

  • Contracten tussen netbeheerder als opdrachtgever en aannemer als opdrachtnemer.
  • Contracten tussen aannemers en brandstofleveranciers.
  • Leverancierscontracten tussen leverancier van materieel en de aannemer die het materieel gebruikt.
  • Samenwerkingsvorm tussen aannemers die elkaar kennis uitwisselen over inzet van materieel en brandstoffen. Brancheorganisaties.

E-3 Praktijkvoorbeelden [link id=”qztx0″]

  • Stedin beperkt de CO2-uitstoot van aggregaten en vrachtwagens met HVO100. Klik hier.
  • Neste MY Renewable Diesel is een hernieuwbare diesel die tot 90% minder broeikasgassen uitstoot dan fossiele diesel en kan direct worden ingezet in alle dieselmotoren zonder extra aanpassingen. Klik hier
  • CO2 Saving Diesel biedt diverse hernieuwbare en milieuvriendelijke brandstoffen aan die de CO₂-uitstoot aanzienlijk verminderen en voldoen aan hoge kwaliteitsnormen voor verduurzaming. Klik hier
  • TBI heeft gekozen voor HVO-brandstof (Hydrotreated Vegetable Oil) voor haar bouwmachines, wat resulteert in een aanzienlijke vermindering van CO₂-uitstoot en een belangrijke stap is richting emissieloos bouwen. Klik hier

Maatregel

E-4 Gegroepeerd personeelsvervoer naar projecten [link id=”ntk9n”]

Door samen te reizen veroorzaakt het personeelsvervoer minder uitstoot.

E-4 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”xdcsq”]

Belemmering

Personeel heeft de voorkeur om met eigen vervoer naar de projectlocatie te rijden.

Oplossingen

Gegroepeerd vervoer belonen, waardoor voorkeur van personeel verschuift naar gegroepeerd personenvervoer. Tijd die personeel samen rijdt als werktijd belonen. Er vindt overleg plaats in een bus en e-mail kan gelezen worden.

Verplicht stellen in contracten.

Belemmering

Personeel heeft de voorkeur om materieel en gereedschappen bij zich te hebben uit angst voor vandalisme en diefstal. Dit materieel en gereedschap past niet in de bus als deze voor gegroepeerd vervoer wordt ingezet.

Oplossingen

Plaatsen van camerabewaking van materieel.

Andere afsluiting van bouwterreinen. Stevigere bouwhekken, driepuntsvergrendeling van containers.

Belemmering

Personeel woont niet altijd bij elkaar of op elkaars route.

Oplossingen

Inzichtelijk maken waar mensen wonen en koppelen aan projecten in de omgeving (zie ook maatregel E7).

Een hogere wervingsbonus bij mensen uit de eigen woonplaats.

Een mobiliteitshub inrichten aan de randen van steden om van modaliteit te wisselen. Bijvoorbeeld van auto naar e-bike, bus.

Specialistische planningstool inzetten om gewenste rijroute te bepalen voor gegroepeerd personenvervoer.

E-4 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”mzvqn”]

  • Samenwerking tussen opdrachtgevers, zoals Structin, CIAMS, Synfra, Combi SION om gegroepeerd personenvervoer te eisen.
  • Samenwerking tussen netbeheerders en gemeenten voor het inrichten van mobiliteitshubs.

E-4 Praktijkvoorbeelden [link id=”6nwlf”]

  • Op het Porthos-project op de Maasvlakte vindt gegroepeerd personenvervoer plaats. (Havenbedrijf Rotterdam) Klik hier
  • De BouwHub van VWML is een logistieke oplossing voor bouwprojecten, waarbij materialen via duurzame routes naar de bouwplaats worden vervoerd. Bij een renovatieproject in Utrecht zorgde de hub voor 69% minder werkverkeer in de stad, 68% lagere CO₂-uitstoot en 39% hogere arbeidsproductiviteit. Deze hubs zijn ook al in Amsterdam, Groningen en Eindhoven toegepast. Klik hier

Maatregel

E-5 Inzet van foto’s bij schouw van de status op projectlocaties [link id=”3nwlk”]

Door de projectlocaties te bekijken via foto’s in plaats van een fysieke schouw zijn er minder transportbewegingen nodig en dat vermindert de uitstoot.

E-5 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”79q04″]

Belemmering

Gemeenten eisen fysieke schouw op locatie.

Oplossingen

Fysieke schouw niet meer verplicht maken.

Belemmering

Netbeheerders eisen dat een schouw fysiek op locatie is. Ook eigen personeel is op locatie.

Oplossingen

Eis van fysieke schouw loslaten.

Belemmering

Bij calamiteiten en complexe projecten is een foto niet altijd voldoende om een inschatting te maken, risico’s te groot.

Oplossingen

Niet op te lossen

Belemmering

Ondergronds werk is niet geschikt voor schouw op basis van foto’s omdat de werkelijke situatie niet zichtbaar is op foto’s (zit onder de grond). Er is altijd expertise van een specialist nodig voor de interpretatie van de situatie buiten.

Oplossingen

Gespecialiseerde software gebruiken, zoals Mister KLIC. Dit is een toepassing waarbij KLIC-gegevens ingeladen worden op een foto van de omgeving (Cyclomedia).

Aannemers toegang geven tot GIS en BIM-systemen.

Belemmering

Degene die foto’s maakt, is niet altijd expert en weet niet welke informatie op de beelden moet staan voor een degelijke voorbereiding van werkzaamheden.

Oplossingen

Software ontwikkelen waarbij de fotograaf geïnstrueerd wordt bij het maken van de foto’s.

E-5 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”84bkw”]

  • Samenwerking tussen netbeheerders en gemeenten om de AVOI en Handboek kabels en leidingen te herzien.

E-5 Praktijkvoorbeelden [link id=”xwl2c”]

  • De gemeente Rotterdam vervangt het traditionele schouwen, waarbij mensen op pad gingen om foto’s te maken, door slimme camera’s op voertuigen die automatisch zwerfafval detecteren, wat leidt tot snellere identificatie en efficiënter reinigen van de stad. Klik hier

Maatregel

E-6 Satellietbeelden, drones of camera’s inzetten bij schouw, toezicht en inspectie. [link id=”rlpp9″]

Door schouw, toezicht en inspectie uit te voeren met behulp van satellietbeelden, drones of camera’s in plaats van fysiek op locatie, zijn er minder transportbewegingen nodig en vermindert de uitstoot.

E-6 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”znzp3″]

Belemmering

Inzetten van drones niet zomaar toegestaan door wet- en regelgeving op openbaar terrein.

Oplossingen

Techniek is goed uitvoerbaar op afgesloten bouwterreinen en locaties waar langer dezelfde werkzaamheden plaatsvinden (denk aan statische bouwlocaties voor grote gestuurde boringen, lasgaten, koppelpunten)

Onderzoek doen naar de voorwaarden waaronder het inzetten van drones wel toegestaan is.

Beelden niet opslaan, alleen geïnterpreteerde informatie.

Camera’s plaatsen op materieel of voertuigen die toch al (om andere redenen) door het te inspecteren of beschouwen gebied rijden.

Belemmering

Opdrachtgevers zijn behoudend bij het inzetten van drones ten behoeve van werkzaamheden.

Oplossingen

Door middel van pilots mogelijkheden en kansen verkennen om draagvlak te creëren.

Belemmering

Minder geschikt voor projecten die erg mobiel (niet-plaatsvast) zijn, zoals distributiewerken en realiseren glasvezel. Hiervoor zijn veel camera’s en drones nodig in de openbare ruimte.

Oplossingen

Verkennend onderzoek voor de inzet van drones bij niet-plaatsvaste werkzaamheden of kleine werkzaamheden.

Camera’s plaatsen op materieel en/of voertuigen dat tóch al (om andere redenen) door het gebied rijdt.

Belemmering

Onduidelijk welke inspectie vervangen kan worden door satellietbeelden.

Oplossingen

Inventariseren welke inspecties door personen uitgevoerd kunnen worden door middel van satellietbeelden, drones, virtual reality, Cyclomedia of gelijkwaardige rendering/weergave van openbare ruimte.

Belemmering

Onbekendheid met satellietinformatie.

Oplossingen

Kennis delen over beschikbare satelliet informatie in het netwerk.

E-6 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”qhf3x”]

  • Intern bij netbeheerders en drinkwaterbedrijven kunnen inspecties uitgevoerd worden d.m.v. satellieten en drones, echter moet de techniek en mogelijkheden bekend worden bij operators.
  • Samenwerkingsvorm waarin innovaties tussen opdrachtgevers en netbeheerders gedeeld worden om kennis te delen over deze technieken en mogelijk gezamenlijk te implementeren.

E-6 Praktijkvoorbeelden [link id=”10z7k”]

  • Dunea, Staatsbosbeheer en Unmanned Valley verkennen samen de inzet van drones en sensoren voor efficiënter natuurbeheer in beschermde gebieden, met focus op veiligheid en innovatie. Klik hier
  • Het bedrijf Asterra heeft voor Vitens lekdetectie met satellieten uitgetest. Klik hier.
  • Diverse omgevingsdiensten zetten drones in voor inspecties. Klik hier.
  • Gemeente Rotterdam meet de hoogte van bebouwing met drones.
  • Havenbedrijf Rotterdam heeft AI ingezet om camera-inspecties om te zetten naar schouwrapporten. Zo hoeft er maar eenmaal gereden te worden naar defect straatmeubilair. Klik hier
  • Monitoring openbare ruimte met AI, gemeente Breda. Klik hier

Maatregel

E-7 Een aannemer kiezen op basis van locatie en afstand tot de klus. [link id=”7s29l”]

Door samen te werken met een aannemer van wie het personeel dichtbij de klus woont, zijn er dagelijks minder transportbewegingen nodig en vermindert de uitstoot.

E-7 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”3cbn3″]

Belemmering

De methode van het vergelijken van aanbiedingen op het gebied van reiskilometers moet rechtmatig zijn.

Oplossingen

In een aanbesteding meenemen als gunningscriterium en juridisch laten toetsen van gunningscriterium. Daarnaast helpt het openbaar stellen van gunningscriterium en juridische toets collega-netbeheerders en -opdrachtgevers om de methode toe te passen.

Bij opdrachten die niet openbaar aanbesteed hoeven aan te worden, kan een opdrachtgever een aannemer voorselecteren of gunnen op basis van vestigingsadres. Voorwaarde moet zijn dat op de locatie duurzame (min. 6 maanden) uitoefening van de activiteiten van de onderneming of rechtspersoon plaatsvindt.

Belemmering

Handhaving nodig bij de uitvoering. Het is niet zeker of wat wordt aangeboden ook zo wordt uitgevoerd.

Oplossingen

Inzet van blackboxes en rittenregistratie.

Controle van mensdagenregister in vergelijking met aangeboden reiskilometers van personeel.

Belemmering

Niet geschikt bij alle soorten werk. Voorzieningsgebieden van opdrachtgevers zijn groot en bijvoorbeeld raamcontracten bieden gedurende meerdere jaren verschillende opdrachten verspreid in het gebied. Vooraf een kilometerindicatie geven, komt niet overeen met de werkelijkheid.

Oplossingen

Bij raamcontracten kunnen andere criteria gekozen worden om emissies door personenvervoer te beperken; bijvoorbeeld som van reiskilometers met elektrische voertuigen, of selecteren op CO2-footprint van uitgevoerd werk, waarbij transportkilometers meegenomen worden.

Belemmering

Capaciteit in de markt is beperkt, waardoor er niet altijd keuze is voor een aannemer in de buurt van de klus.

Oplossingen

Inventariseer waar aannemers zich bevinden en of ze beschikbaar zijn. Met deze informatie kunnen werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat het werk met weinig reiskilometers gerealiseerd kan worden.

Belemmering

Adresgegevens van personeel vormen privacygevoelige informatie.

Oplossingen

In twee stappen geanonimiseerd de kilometers berekenen.

E-7 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”z7f4s”]

  • Een contract voor een project.
  • Samenwerking tussen opdrachtgever en aannemer in raamcontract.

E-7 Praktijkvoorbeelden [link id=”53tm1″]

  • Beleidsdocument van de gemeente Veenendaal: gemeente geeft sterke voorkeur aan lokale bedrijven om hun opdrachten aan te verstrekken. Klik hier
  • VolkerWessels Telecom noemt in een update 2023, dat een aannemer uit de regio gehaald wordt, wanneer dit mogelijk is. Klik hier

Maatregel

E-8 Energiezuinig ontwerpen door kortere kabel- en leidingtracés. [link id=”6pnpb”]

Bij kortere kabel- en leidingtracés zijn minder handelingen en materiaal nodig in de aanleg, wat emissie op de projectlocatie reduceert. Ook vermindert een kortere tracé het energiegebruik van het netwerk tijdens de gebruiksfase.

E-8 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”2nh26″]

Belemmering

Opdrachtgever heeft voor een bepaald concept/bepaalde inrichting van het netwerk gekozen op grond van andere prioriteiten (kwaliteit, redundantie) dan kortere tracés.

Oplossingen

Inzetten softwaretools voor smart engineering, waarbij energiegebruik voor aanleg een criterium is.

Energieverbruik in realisatie meenemen als ontwerpcriterium.

Niet alleen de lengte van een tracé is bepalend voor energie/CO2 tijdens aanleg. Ook de exacte locatie bepaalt aanlegmethode: vergelijk een tracé onder een laan met bomen (veel graven of boren) met dezelfde afstand door het weiland (ploegmethode) ernaast. Of te herstellen verharding (tegels vs. asfalt).

Belemmering

Soms is kortste tracé geen optie i.v.m. toestemming grondeigenaar.

Oplossingen

Grondeigenaren betrekken bij de overweging om een tracé te kiezen waarvoor minder energie nodig is bij realisatie.

Belemmering

Objecten op het tracé bepalen dat een langer tracé wordt gegraven.

Oplossingen

Bij objecten alsnog afwegen wat de meest energiezuinige methode is. Object verwijderen en herplaatsen of een langer tracé uitwerken.

E-8 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”qmm7v”]

  • Een bouwteam of ontwerpovereenkomst waarbij een kort ontwerptracé een eis of gunningscriterium is.
  • Samenwerking tussen lokale overheid en netbeheerders.

E-8 Praktijkvoorbeelden [link id=”sx8t3″]

  • Het bedrijf The People Group heeft een software pakket dat het kortst mogelijke tracé uitrekent. Klik hier.
  • Meer inzicht en flexibiliteit dankzij integraal 3D leidingontwerp, Witteveen+Bos, gemeente Schiedam. In het project wordt gebruikgemaakt van handige software. Er kan een beter beeld gecreëerd worden waar de tracés lopen. Hierdoor hoeven er minder opgravingen plaats te vinden. Door het overzichtelijke beeld dat vooraf gecreëerd kan worden met externe objecten in het programma, kan er een betere afweging worden gemaakt voor het verwijderen en verplaatsen van trajecten of een langer tracé uitwerken. Klik hier.

Omgeving [link id=”2xcc8″]

Maatregel

O-1 Groene bermen en extensief maaibeheer. [link id=”fdw7g”]

Bermen inzaaien na werkzaamheden en maar beperkt maaien, verbetert de biodiversiteit, waterafvoer en -berging en werkt verkoelend in warmere perioden.

O-1 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”d4zqf”]

Belemmering

Bermen inzaaien en het streven beplanting te laten staan beperkt de toegang tot kabels en leidingen.

Oplossingen

Kennis ontwikkelen over geschikte bermbeplanting en toepassingen om bermen te sparen bij graafwerkzaamheden.

Belemmering

Het inzaaien van bermen geeft meer werk en mogelijk meer onderhoud en daarbij komende kosten.

Oplossingen

Het kostenverschil tussen wel of niet bermen inzaaien na graafwerkzaamheden inzichtelijk maken, biodiversiteit als een waarde beschouwen en op basis daarvan een afweging maken.

Belemmering

Mogelijke aantrekking van ongewenste of wettelijk beschermde plantensoorten.

Oplossingen

Kennis ontwikkelen over geschikte bermbeplanting en toepassingen om bermen te sparen bij graafwerkzaamheden.

Belemmering

Maaibeheer wordt vaak uitbesteed aan externe beheerorganisaties met tot gevolg dat de planning van onderhoud en maaien onduidelijk of ad hoc is.

Oplossingen

De grondeigenaar dient duidelijkheid te scheppen over de planning in het maaibeheer van het areaal en de noodzaak het maaien te beperken.

O-1 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”rkrtf”]

  • (Raam)contract tussen grondeigenaar en aannemer met jaarlijks verbeteropgave op dit onderwerp.
  • Afspraken tussen netbeheerder en overheid over bereikbaarheid kabels en leidingen (o.a. i.v.m. wetgeving natuurbescherming).
  • Afstemming tussen netbeheerder en beheerder/groenaannemer over het moment van maaien en uitvoeren van werkzaamheden.
  • Participatie in kader van Omgevingswet.

O-1 Praktijkvoorbeelden [link id=”q1gxd”]

  • Visser & Smit Hanab draagt bij aan de “Honey Highway” langs de A7, waarbij ze twaalf kilometer berm inzaaien met inheemse bloemen om een duurzaam bijenparadijs te creëren en bijen en andere insecten van voedsel te voorzien. Dit initiatief ondersteunt het Windpark Fryslân-project en wordt mogelijk gemaakt door een samenwerking met Rijkswaterstaat, TenneT en andere partners. Klik hier
  • Tennet maakt gebruik van ‘sinusmaaien’, waarbij niet alles wordt kortgemaaid, maar op een slingerende manier, waardoor insecten er goed kunnen blijven leven. Klik hier
  • Bermen kunnen de biodiversiteit vergroten door inheemse bloemen in te zaaien, wat een belangrijke bron van voedsel en schuilplaats biedt voor insecten en dieren. Klik hier

Maatregel

O-2 Het graven van proefsleuven minimaliseren [link id=”kvknr”]

Hierdoor wordt de bodem en ondergrondse flora en fauna minder verstoord. Het gebruik van non-destructieve detectiemethoden in plaats van proefsleuven kan ook de uitstoot op de projectlocatie en tijdens het transport verminderen. Een grondradar is bijvoorbeeld veel lichter om te vervoeren dan een graafmachine.

O-2 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”nw7kx”]

Belemmering

De werkelijke ligging van kabels en leidingen wijkt vaak af van de door middel van KLIC-meldingen geregistreerde locaties, waardoor onderzoek naar de ligging noodzakelijk is.

Oplossingen

De kwaliteit van het inmeten van kabels en leidingen verbeteren, zodat de geregistreerde ligging overeenkomt met de praktijk.

Belemmering

Non-destructieve detectiemethoden, zoals detectie met een grondradar, zijn niet bekend bij adviesbureaus, opdrachtgevers of uitvoerende partijen.

Oplossingen

De bekendheid van non-destructieve detectiemethoden vergroten.

Non-destructieve detectiemethoden, zoals het gebruik een grondradar, opnemen in CROW 500 als toegestane of standaardoptie.

Belemmering

Alternatieve detectiemethoden zijn in sommige situaties minder accuraat dan het graven van proefsleuven.

Oplossingen

Inzichtelijk maken wanneer non-destructieve detectiemethoden wel accuraat genoeg zijn, bijvoorbeeld voor het aantonen of er wel of geen kabel of leiding ligt.

Bij gebruik van een grondradar, de metingen verifiëren met enkele proefsleuven. Dit kan handmatig of met een elektrische kraan om CO2-uitstoot te beperken.

Belemmering

Specialistische kennis en materieel is noodzakelijk bij het gebruik van non-destructieve detectiemethoden.

Oplossingen

Het aanschaffen van meetinstrumenten voor non-destructieve detectie en het verder ontwikkelen van deze alternatieve methoden om kabels en leidingen op te zoeken.

Onderzoek doen naar en ervaringen delen van de inzet van non-destructieve detectiemethoden, zoals de grondradar..

Belemmering

De impact van het graven van proefsleuven op de bodem en ecologie wordt niet als waarde meegewogen in de overweging wel of niet te graven.

Oplossingen

Kritisch zijn of proefsleuven wel nodig zijn en of de informatie die te verkrijgen is met graven echt relevant is voor de werkzaamheden.

Belemmering

De kennis en verwachtingen van niet-destructief onderzoek in de bodem variëren enorm bij opdrachtgevers en uitvoerende partijen.

Oplossingen

Het delen van kennis over non-destructief detectieonderzoek via het COB.

O-2 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”s8frh”]

  • Datadeling tussen partijen onderling, bv. BRO.
  • Bekendheid vergroten en meerwaarde laten zien van mogelijke
  • Samenwerking voor een database met gedane werkzaamheden zoals grondradaronderzoek, bouwtekeningen, aanpassingen.
  • Draagvlak creëren door specialisten een kans te geven binnen een project, zodat de grondradarbranche een betere ontwikkeling kan doormaken.

O-2 Praktijkvoorbeelden [link id=”bvn8q”]

  • MapXact gebruikt grondradar voor het glasvezelproject in Den Haag om proefsleuven te verminderen, kabels en leidingen beter in kaart te brengen en graafschade te voorkomen. Dit maakt het graafwerk efficiënter en bespaart tijd. Klik hier
  • In Leiden wordt grondradar gebruikt om een exact beeld van de ondergrond te creëren, wat essentieel is voor de aanleg van een nieuw riool zonder schade aan boomwortels en verstoringen door verkeersafsluitingen. Klik hier
  • De paper concludeert dat grondradar (GPR) een essentieel instrument is geworden voor diverse wetenschappelijke toepassingen, met steeds meer impact op verschillende sectoren. Klik hier

Maatregel

O-3 Toepassen retourbemaling [link id=”xg9mk”]

Wanneer er werkzaamheden moeten plaatsvinden onder de grondwaterspiegel kan het nodig zijn de grondwaterspiegel tijdelijk plaatselijk te verlagen met bronbemaling. Bij retourbemaling wordt het onttrokken grondwater weer teruggepompt. Dit beperkt de verspilling van zoet grondwater, houdt de grondwaterstand op peil en beperkt maaiveldzakkingen.

O-3 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”hfl9s”]

Belemmering

Retourbemaling is vaak duurder dan andere oplossingen, zoals onttrekking.

Oplossingen

Het stimuleren van het gebruik van retourbemaling.

De milieueffecten van het onttrekken van grondwater, zoals maaiveldverzakkingen en het verspillen van zoet grondwater, meewegen als waarden in de kosten- en batenanalyse.

Belemmering

Retourbemaling behoeft een specialistische uitvoering.

Oplossingen

Het vergroten van de kennis over het toepassen van retourbemaling.

Belemmering

De chemische samenstelling van het grondwater of de bodemopbouw kan ongeschikt zijn voor retourbemaling.

Oplossingen

Onderzoek doen naar de mogelijkheid van het toepassen van retourbemaling op de beoogde locatie.

O-3 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”q1dw9″]

  • Vergunningverlening door overheid aan aannemers.
  • Opnemen van verplichting in contract met aannemers.

O-3 Praktijkvoorbeelden [link id=”h8zkm”]

  • MOS Grondwatertechniek past retourbemaling succesvol toe bij diverse projecten zoals de bouw van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, waar het helpt om de waterstanden te reguleren zonder schade aan de infrastructuur. Ook bij de uitbreiding van de A4 wordt retourbemaling ingezet om te voorkomen dat het grondwater het werk verstoort en de stabiliteit van de fundering beïnvloedt. Klik hier
  • Bij de bouw van de HSL (Rotterdam Noordrand tunnel) werd de grondwaterstand te snel verlaagd, wat werd opgelost door het toepassen van retourbemaling. Deze techniek herstelt het waterpeil duurzaam, wat helpt om de stabiliteit van de bouwgrond te behouden en schade te voorkomen. Klik hier

Maatregel

O-4 Afgifte van microplastics door ondergronds aangebrachte producten voorkomen [link id=”flk90″]

Door ervoor te zorgen dat kabels, leidingen en andere materialen aangebracht in de ondergrond geen microplastics kunnen afgeven, voorkomen we dat microplastics in het milieu terechtkomen.

O-4 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”468f7″]

Belemmering

De beschikbare kennis over microplastics in kabels en leidingen is minimaal.

Oplossingen

Kennisdeling en onderzoek naar de afgifte van microplastics door kabels en leidingen en manieren om het te voorkomen.

Belemmering

Het bewustzijn bij de betrokken partijen over de gevolgen van microplastics in het milieu is beperkt.

Oplossingen

De bewustwording over de gevolgen van microplastics in het milieu vergroten.

Belemmering

Alternatieve materialen die geen microplastics afgeven zijn minder gangbaar.

Oplossingen

Alternatieve materialen die geen microplastics afgeven op de markt brengen.

Belemmering

Het gebruik van plastic wordt voorgeschreven voor het voorkomen van graafschade of (hygiënische) bescherming van materialen.

Oplossingen

Alternatieve materialen die geen microplastics afgeven op de markt brengen.

O-4 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”bd227″]

  • Lobbyen bij overheid/kennisinstituten voor meer onderzoek/wetgeving.

O-4 Praktijkvoorbeelden [link id=”0z1n4″]

  • PVC en andere materialen die op de OSPAR stoffenlijst van het RIVM staan worden niet meer gebruikt bij Prorail (pagina 5, derde punt van doc1) Doc1, Doc2
  • Biovriendelijke PUR-alternatieven zoals BioFoam® zijn geschikt voor ondergronds bouwen vanwege hun vochtbestendigheid, hoge isolatiewaarde en duurzaamheid. Dit biologisch afbreekbare en recyclebare materiaal voorkomt kou en vochtproblemen in ondergrondse constructies zoals kelders, parkeergarages en tunnels, terwijl het de milieubelasting verlaagt. Klik hier
  • Veroudering en hydraulisch schuren van plastic regenwaterfaciliteiten, zoals opslagtanks, inspectieputten en leidingen, kunnen microplastics vrijgeven, waarbij de hoeveelheid en de grootte van de deeltjes afhangen van het materiaal en de mate van veroudering. Klik hier
  • De cursus van CROW richt zich op het voorkomen van schade aan kabels en leidingen bij graafwerkzaamheden. Het biedt praktische kennis en richtlijnen over het veilig werken rond ondergrondse infrastructuur. Klik hier

Maatregel

O-5 Bescherming van boomwortels [link id=”b7gng”]

Bomen zijn van hoge ecologische waarde. Daarom is het van belang schade aan boomwortels bij werkzaamheden in de ondergrond te voorkomen.

O-5 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”q1nk8″]

Belemmering

De gevolgen van wortelschade en het belang van de bescherming van bomen en boomwortels zijn vaak onbekend bij aannemers.

Oplossingen

In het bestek de bomen op het tracé benoemen en maatregelen nemen om wortels te beschermen.

Boomspecialisten vroegtijdig betrekken bij projecten.

Belemmering

De ecologische, maatschappelijke en economische waarde van bomen zijn vaak niet bekend bij betrokken partijen.

Oplossingen

Overleg tussen groen- en civieltechnisch specialisten faciliteren binnen projecten.

Belemmering

Er is geen handhaving die toeziet op de bescherming van boomwortels tijdens de uitvoering van werkzaamheden en aanleg van producten in de ondergrond.

Oplossingen

Controle op het toepassen van voorzorgsmaatregelen om bomen en boomwortels te beschermen tijdens de werkzaamheden en handhaven bij overtreding.

Belemmering

Schade aan bomen is vaak lastig vast te stellen.

Oplossingen

Controle op het toepassen van voorzorgsmaatregelen om bomen en boomwortels te beschermen tijdens de werkzaamheden en handhaven bij overtreding.

Belemmering

De eigenaar van de boom is vaak niet degene die de werkzaamheden uitvoert. Bij de uitvoerende netbeheerder of grondroerder heeft bescherming van de boom en boomwortels vaak minder prioriteit.

Oplossingen

Grondroerder belonen voor het beschermen van bomen en boomwortels.

O-5 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”zkr5m”]

  • In bestek bomen op tracé benoemen inclusief maatregelen om wortels te beschermen.
  • Boomspecialist (vroegtijdig) betrekken bij het werk.
  • Communicatie tussen groen- en civieltechnisch specialist.
  • Controle van de aannemer op het toepassen van voorzorgsmaatregelen tijdens de werkzaamheden en handgaving bij overtreding.

O-5 Praktijkvoorbeelden [link id=”wc05x”]

  • Bij het project van Liander in Delft werd grondzuigtechniek ingezet om grond weg te zuigen zonder boomwortels te beschadigen. Dit werd toegepast voor de vervanging van een gasleiding, waarbij de grond snel en efficiënt werd verwijderd, zodat de werkzaamheden konden doorgaan zonder schade aan het milieu. Klik hier
  • Het Treeparker-systeem wordt in Leuven ingezet om bomen te beschermen en schade aan de bestrating te voorkomen. Klik hier
  • Copijn heeft in de Spoorzone Delft bomen aangeplant op een ondergrond met complexe ondergrondse infrastructuur. Door een innovatieve groeiplaatsconstructie krijgen de bomen voldoende ruimte en voedingsstoffen om gezond te groeien zonder de infrastructuur te beschadigen. Klik hier

Maatregel

O-6 Beperking van geluid, licht en trillingen tijdens de aanleg van kabels en leidingen [link id=”hw69s”]

Hierdoor wordt het leefgebied van aanwezige diersoorten zo min mogelijk verstoord.

O-6 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”01dh3″]

Belemmering

Er bestaan geen richtlijnen of wetten over het beperken van geluid, licht en trillingen, specifiek gericht op (bodem)fauna.

Oplossingen

Ontwikkelen van richtlijnen of wetgeving over geluid, licht en trillingen gericht op de impact op (bodem)fauna.

Belemmering

Bij het tegengaan van geluid, licht en trillingen wordt vaak alleen de impact op mensen onderzocht en niet op (bodem)fauna.

Oplossingen

Naast de overlast voor mensen ook de impact van werkzaamheden op (bodem)fauna meenemen in geluidsonderzoek.

Waar nodig voorzorgsmaatregelen treffen om geluid en trillingen bij werkzaamheden te beperken.

Belemmering

Het gevolg van geluid, licht en trillingen op dieren tijdens de aanleg van kabels en leidingen is niet bekend. Hierdoor is er geen urgentie er iets mee te doen.

Oplossingen

De gevolgen van geluid, licht en trillingen op dieren tijdens de aanleg van kabels en leidingen onderzoeken en bevindingen publiceren.

O-6 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”1ckrq”]

  • Opstellen specifieke richtlijnen/wetgeving.

O-6 Praktijkvoorbeelden [link id=”q1lmv”]

  • Heras Mobile biedt geluidsreducerende bouwhekken die bouwlawaai en geluidsoverlast verminderen. Door innovatieve panelen en slimme plaatsing wordt het geluidsniveau aanzienlijk verlaagd, wat zorgt voor een aangenamere omgeving voor omwonenden en werknemers. Klik hier
  • Atlas Copco verlaagt bouwgeluid met accu-opslagsystemen zoals ZenergiZe, die stil werken of hybride met dieselgeneratoren tot zes keer minder geluid produceren. Klik hier
  • Tennet vermindert de overlast voor mens en natuur door het gebruik van boorputten. Klik hier

Materialen [link id=”trczz”]

Maatregel

M-1 CO2-uitstoot meenemen in kostprijs. [link id=”s7czh”]

De CO2-uitstoot als kosten meerekenen, maakt mensen bewust van de milieuimpact van bepaalde keuzes en werkt als stimulans om CO2-arme producten toe te passen.

M-1 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”3pfsc”]

Belemmering

Onbekendheid met het meenemen van CO2-uitstoot in kostprijzen, voornamelijk binnen tactische en operationele lagen van organisaties.

Oplossingen

Publiceer een concrete en toepasbare strategie voor CO2-beprijzing voor afdelingen die het kunnen invoeren binnen je organisatie.

CO2-beprijzing communiceren en verduidelijken met infographics en CO2-prestaties van materiaal.

Verplicht opdrachtgevers om CO2 mee te nemen in het bepalen van de kostprijs.

Belemmering

CO2-beprijzing maakt een aanbestedingsprocedure complexer.

Oplossingen

Schrijf een handleiding voor CO2-beprijzing in aanbestedingsprocedures.

Ontwikkel een (nationale) standaard CO2-prijs.

Maak een template voor CO2-calculaties en integreer het met de algemene kostencalculaties, zodat de CO2-calculatie geautomatiseerd uit hetzelfde systeem komt.

Betaal voor de extra inspanningen van inschrijvers op aanbestedingen voor het meewegen van CO2-kosten, door een deel van de tenderkosten te vergoeden.

Belemmering

Leveranciers delen geen CO2-data over toegepaste materialen.

Oplossingen

CO2-beprijzing standaard uitvragen. Hierdoor neemt de vraag toe en moeten leveranciers deze informatie onderzoeken en delen.

CO2-uitstoot vaststellen van al het materiaal dat je levert.

Belemmering

De CO2-prestatie van aanbiedingen is niet altijd waterdicht te onderbouwen, lastig te berekenen en daarmee ook lastig te controleren.

Oplossingen

Ontwikkel een format waarbij binnen een bandbreedte de CO2-prestaties gewogen kunnen worden, bijvoorbeeld met standaard referentiegetallen voor toegepaste materialen.

Geaccrediteerde Environmental Product Declaration (EPD) uitvragen.

M-1 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”1x1ln”]

  • Opdrachtgevers die allemaal op dezelfde manier gaan uitvragen.
  • Samenwerkingsvormen tussen dezelfde Opdrachtgevers. Zoals Netbeheer Nederland en Blauwe Netten.

M-1 Praktijkvoorbeelden [link id=”g026q”]

  • De provincie Utrecht hanteert als eerste overheid in Nederland een eerlijke CO₂-prijs, waardoor de milieueffecten van projecten eerlijker worden meegenomen in beslissingen. Klik hier, Klik hier
  • Blauwe Netten versnelt duurzaamheid in de drinkwatersector door samenwerking, kennisdeling en innovaties gericht op CO₂-reductie en circulariteit. Zo maken zij bijvoorbeeld afspraken over het beprijzen van CO₂. Klik hier
  • Vitens past interne CO₂-beprijzing toe om duurzame keuzes te stimuleren, waardoor projecten met lagere CO₂-uitstoot financieel aantrekkelijker worden. Klik hier
  • www.climatecleanup.org werkt aan een initiatief om een nationale standaard voor de CO2-prijs te bepalen. Klik hier

Maatregel

M-2 Reststukken materiaal gebruiken [link id=”041df”]

Na werkzaamheden blijven vaak reststukken materiaal over. Een deel hiervan is bruikbaar, maar blijft op de plank liggen. Het gebruiken van deze reststukken voorkomt verspilling.

M-2 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”sgnbq”]

Belemmering

Opdrachtgevers willen zo min mogelijk verbindingsstukken en -moffen in kabels en leidingen waardoor reststukken niet binnen projecten gebruikt worden.

Oplossingen

Sta meer verbindingsstukken en -moffen toe vanuit duurzaamheidsoverwegingen.

Belemmering

Voorraadmanagement van reststukken is complex.

Oplossingen

Overleg met de leverancier om haspels met overgebleven kabel retour te nemen, zodat het elders ingezet kan worden.

Het opzetten van een ‘marktplaats’ voor kabels en leidingen of ontwikkel een sectorbreed materiaalbeheerssysteem

Belemmering

Hogere kosten door voorraadbeheer, transport van reststukken en het monteren van extra verbindingen om reststukken in te passen.

Oplossingen

Optimaliseer voorraadmanagement en transport.

Compenseer de hogere kosten van voorraadbeheer, transport van reststukken en het monteren van extra verbindingen om reststukken in te passen.

Belemmering

De voorraad van reststukken van kabels en leidingen is niet inzichtelijk voor potentiële verbruikers (opdrachtgevers).

Oplossingen

Ontwikkel een voorraadbeheersysteem voor reststukken van kabels en leidingen en maak dit inzichtelijk voor verbruikers.

Belemmering

Onduidelijkheid over de kwaliteit van reststukken.

Oplossingen

Test de kwaliteit van restproducten bij de inname en uitgifte met behulp van een testrapport.

M-2 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”11tbt”]

  • Service Level Agreement met leveranciers die restmateriaal terugnemen.
  • Initiatieven als Netbeheer Nederland of Vewin om als Opdrachtgevers materiaal terug te nemen met voorraadbeheer.

M-2 Praktijkvoorbeelden [link id=”tsbgt”]

  • Matching Materials biedt duurzame oplossingen voor de bouwsector door het ontwikkelen van circulaire materialen en het bevorderen van hergebruik van bouwmaterialen. Klik hier
  • Bij het project Voormalig Vliegkamp Valkenburg heeft Heijmans materialen hergebruikt via het grondstoffennetwerk. Een voorbeeld hiervan is het hergebruik van rioolbuizen voor de aanleg van tijdelijke bouwwegen op andere projecten. Klik hier
  • M-3 De restlevensduur van laag- en middenspanningskabels benutten.

Maatregel

M-3 De restlevensduur van laag- en middenspanningskabels benutten. [link id=”5pnt9″]

De technische restlevensduur, de tijd dat een product nog veilig mee gaat, is soms langer dan de geplande levensduur van een product. Door de restlevensduur te checken kunnen kabels soms langer gebruikt of hergebruikt worden en zijn er geen nieuwe nodig.

M-3 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”93dcq”]

Belemmering

Onvoldoende kennis en daardoor onzekerheid over restlevensduurverwachting.

Oplossingen

Doe visueel onderzoek naar de staat van kabels.

Test de kabelisolatie, op niet-destructieve wijze.

Onderzoek de mechanische kwaliteit volgens de routineproef die bij de productie van nieuwe kabels wordt toegepast (zie testen normcommissie NEC20 en laagspanningskabelnorm IEC 60502-1-2004).

Gebruik beschikbare informatie over de kwaliteit van de kabel uit het assetmanagementsysteem.

Doe periodieke metingen aan kabels om kwaliteitsverlies te monitoren.

Kabeldiagnoses in kaart brengen en valideren met leveranciers, meetspecialisten en onderzoekers.

Kennis en ervaringen delen van het hergebruiken of langer gebruiken van elektriciteitskabels.

Belemmering

Hergebruik van bestaande kabels is soms duurder dan het leveren van nieuwe.

Oplossingen

Maak een kosten-batenanalyse van het hergebruiken van kabels en neem hierin ook de kosten voor CO2-uitstoot mee.

M-3 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”76q2r”]

  • Een branchevereniging die ervaringen deelt over dit onderwerp, zoals Netbeheer Nederland.

M-3 Praktijkvoorbeelden [link id=”bvwn3″]

  • Gemeente Zoetermeer: resultaten kabeldiagnoses van meer dan vijftig jaar oude openbare verlichtingskabels (project van Dura Vermeer). Daarnaast worden de voordelen van gelijkspanning in kabels toegelicht. Klik hier
  • ‘Smart cable guard’-oplossing DNV waarbij deelontladingen in middenspanningskabels real-time gemeten en gemonitord worden. klik hier

Maatregel

M-4 Een netwerk met een hogere spanning bedrijfsvoeren. [link id=”xl3kx”]

Sommige elektriciteitskabels kunnen een hogere spanning aan dan waarop ze worden gebruikt. Zo zijn in diverse 10kV netwerken kabels aangelegd die 16kV aankunnen. Door deze restcapaciteit te benutten, kan met hetzelfde materiaal meer netcapaciteit verkregen worden.

M-4 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”dtxp7″]

Belemmering

Ontbreken van kennis over de mogelijkheden voor het bedrijfsvoeren van hogere spanning op netwerken met kabels die meer aankunnen, om zo de restcapaciteit te benutten.

Oplossingen

Kennis, ervaringen en praktijkvoorbeelden van het benutten van restcapaciteit op netwerken delen binnen de branche.

Belemmering

Verbindingsmoffen en eindsluitingen moeten vervangen worden om het bedrijfsvoeren van een hogere spanning op het netwerk mogelijk te maken.

Oplossingen

Het vervangen van verbindingsmoffen en eindsluitingen meenemen in kostencalculaties en of businesscases.

Belemmering

Het bedrijfsvoeren van hogere spanning is alleen toepasbaar bij XLPE-kabeltrace’s. (V)GPLK is niet geschikt.

Oplossingen

De (V)GPLK kabels vervangen en deze kosten meenemen in kostencalculaties en businesscases.

Belemmering

Het bedrijfsvoeren van hogere spanning geeft grotere kans op storingen.

Oplossingen

Het risico op storingen verlagen door periodiek kwaliteitsmetingen uit te voeren (bijvoorbeeld Cable guard van DNV).

Testen en ervaring opdoen op een locatie op het netwerk met een laag afbreukrisico, waardoor storingen minder grote consequenties hebben.

Belemmering

Sommige kabelproducenten laten de garantie vervallen na het bedrijfsvoeren van hogere spanning.

Oplossingen

Leveranciers betrekken bij de overweging een hogere spanning te bedrijfsvoeren op een netwerk met kabels die meer aankunnen.

Risicofonds opzetten om de gevolgen van storingen te compenseren.

M-4 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”3610k”]

  • Een branchevereniging die ervaringen deelt over dit onderwerp, zoals Netbeheer Nederland.
  • Een contract met een leverancier.

M-4 Praktijkvoorbeelden [link id=”s5p42″]

  • De Smart Cable Guard van DNV monitort kabels in real-time om vroegtijdig schade of oververhitting te detecteren, waardoor onderhoud efficiënter wordt. Klik hier
  • Asset Management van Stedin voert pilotprojecten uit.
  • Asset Management van Enexis voert pilotprojecten uit.

Maatregel

M-5 Gelijkspanning in plaats van wisselspanning toepassen. [link id=”rds9q”]

Het gebruik van gelijkspanning, ook wel Direct Current (DC), in plaats van wisselspanning, ook wel Alternating Current (AC), zorgt voor minder energieverlies, behoeft minder netcapaciteit en is mogelijk met substantieel dunnere kabels. Ook biedt gelijkspanning meer mogelijkheden om lokale energie lokaal te gebruiken.

M-5 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”kp9q8″]

Belemmering

Het aanbieden van een DC-leveringsnet aan consumenten is niet toegestaan.

Oplossingen

Overleg met Autoriteit Consument en Markt (ACM) voor ontheffing.

Aanpassing energiewet om DC-levering toe te staan.

Kennis en successen delen van de toepassing van gelijkspanning op netwerken.

Belemmering

Ontbreken van kennis over het gebruik van gelijkspanning in plaats van wisselspanning.

Oplossingen

Kennis delen over het toepassen van gelijkspanning.

De toepassing en voordelen van gelijkspanning laten doceren op HBO en MBO studies.

Belemmering

Gelijkspanning is duurder bij kleine installaties. Dit komt doordat er niet veel apparatuur beschikbaar is die geschikt is voor gelijkspanning.

Oplossingen

Wanneer er meer DC-netwerken worden aangelegd, zal er meer apparatuur gemaakt worden die geschikt is voor gelijkspanning. Hierdoor dalen op termijn de kosten.

Het mee laten wegen van de hoeveelheid koper en aluminium en de CO2-voetafdruk bij aanbestedingen.

De realisatie van het netwerk is duurder, maar DC-apparatuur verbruikt minder energie. Op lange termijn is het voordeliger. Dit voordeel kan meegenomen worden in prijsoverwegingen en gunningscriteria.

Belemmering

Werkprocessen moeten worden aangepast om het gebruik van gelijkspanning in plaats van wisselspanning mogelijk te maken.

Oplossingen

Certificering opzetten voor het uitvoeren van werkzaamheden aan DC-netten.

Het werken aan DC-netten doceren op HBO en MBO-studies.

Belemmering

Veel bestaande netwerken zijn ongeschikt voor conversie naar gelijkspanning. Momenteel wordt het alleen op solo-openbare verlichtingsnetten (OVL-netten) toegepast.

Oplossingen

Eerst focussen op solo-openbare verlichtingsnetten (OVL-netten).

DC netwerken aanleggen op bedrijfs(cluster)niveau.

M-5 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”r3mrm”]

  • Kennisdeling en samenwerking met ketenpartijen om belemmeringen weg te nemen met een faciliterende rol voor de overheidspartijen.
  • Netbeheer Nederland
  • Samenwerking tussen particuliere bouwers of bedrijven die een DC-netwerk willen om zo materiaal en energie te besparen.

M-5 Praktijkvoorbeelden [link id=”2hh0p”]

  • Het project maakt gebruik van gelijkstroomtechnologie voor de aanleg van openbare verlichting (OVL) netwerken, waarmee naast verlichting ook aanvullende slimme stadsdiensten kunnen worden gerealiseerd. Gerealiseerde voorbeelden zijn te vinden in de bron. Klik hier
  • Gelijkspanningstechnologie biedt bij RVO/Beerenschot ook voordelen zoals lager energieverliezen en efficiënter energiebeheer. Klik hier
  • Tot 75% minder voedingskasten nodig in project Bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard gemeente Ridderkerk. Klik hier
  • Het DC-microgrid N470 is een pionier in zelfregulerende gelijkspanningsnetten, waarbij de weg CO2-negatief is en het stroomnet volledig gekoppeld is aan zonnepanelen in de geluidsschermen, wat resulteert in aanzienlijke besparingen in energie en materialen. Klik hier
  • De Makers van Morgen bespreken de overgang van AC- naar DC-netwerken, met als voorbeeld de nieuwbouwwijk Drenkeling in Westvoorne, waar een DC-netwerk voor openbare verlichting is toegepast. Dit systeem reguleert de stroomgebruikers op basis van beschikbare stroom, wat het beheer eenvoudiger maakt en veiliger is tegen hackers doordat er nauwelijks ICT nodig is. Klik hier, klik hier
  • Het PULSE-gebouw op de TU Delft is energieneutraal en bespaart energie en materialen door het gebruik van een ‘secure 350V smart DC grid’, in plaats van een traditioneel AC-netwerk. Klik hier

Maatregel

M-6 Materiaal gemaakt van secundaire grondstoffen toepassen. [link id=”5422m”]

Door oud materiaal te recyclen zijn er minder grondstoffen nodig.

M-6 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”mn7zm”]

Belemmering

Onvoldoende vertrouwen in de kwaliteit van materialen uit secundaire grondstoffen, ten opzichte van materialen die uit primaire grondstoffen bestaan.

Oplossingen

Meer publiceren over de toepassingen van materialen uit secundaire grondstoffen om zo de bekendheid te vergroten en vertrouwen te creëren.

Veilig gebruik van materialen uit secundaire grondstoffen onderzoeken en informatie delen binnen de branche.

Belemmering

Onbekendheid van de kwaliteit en verwachte levensduur van materialen uit secundaire grondstoffen en mogelijke faalmechanismen bij gebruik.

Oplossingen

Veilig gebruik van materialen uit secundaire grondstoffen onderzoeken en informatie delen binnen de branche.

Test- en keuringsmethoden voor materialen uit secundaire grondstoffen vastleggen met leveranciers en kennisinstituten. Kennis over eventuele risico’s en ervaringen met eventueel falen bij gebruik van deze materialen delen binnen de branche.

Materialen uit secundaire grondstoffen eerst toepassen op niet-kritische constructies. Bij falen zijn de gevolgen kleiner.

Belemmering

Montage is vaak duurder bij materialen uit secundaire grondstoffen, omdat secundair materiaal minder verwerkbaar is.

Oplossingen

De meerkosten van montage van materialen uit secundaire grondstoffen compenseren.

Belemmering

Materialen gemaakt uit secundaire grondstoffen zijn duurder dan materialen van primaire grondstoffen.

Oplossingen

Financiële prikkel voor het gebruik van materialen uit secundaire grondstoffen door de milieueffecten van materialen mee te laten wegen in selectie- en gunningscriteria, door middel van de Milieukostenindicator

M-6 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”d0k4f”]

  • Initiërende rol overheid en netbeheerders.

M-6 Praktijkvoorbeelden [link id=”4dm85″]

  • Brabant Water heeft een innovatieve waterleiding ontwikkeld die gebruik maakt van frituurvet om de waterkwaliteit te verbeteren en het milieu te ontlasten. Klik hier
  • HDPE-leidingen zijn nog niet overal toegepast, maar er worden stappen gezet om deze duurzame optie, zoals de Kingspan LOGSTOR HDPE-leidingen, snel te integreren; deze buizen besparen per meter 6,5 kg CO2 dankzij het gebruik van 100% gerecycled HDPE-materiaal. Klik hier
  • Vattenfall en Kingspan-LOGSTOR ondertekenden een intentieverklaring voor het gebruik van leidingen met gerecycled materiaal in warmtenetten. Het artikel waarschuwt echter voor de schaarste van grondstoffen zoals hout, beton en staal als we steeds meer gaan inzetten op bouwen met secundaire materialen. Klik hier
  • M-7 Materialenpaspoort

Maatregel

M-7 Materialenpaspoort [link id=”8xbxw”]

Door middel van materialenpaspoorten wordt het inzichtelijk welke materialen met welke eigenschappen waar zijn toegepast. Hiermee wordt het hergebruiken van goed recyclebare materialen gemakkelijker.

M-7 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”6l6zz”]

Belemmering

Er is nog geen uniforme landelijke standaard voor objectidentificatie, ook wel een object type library (OTL), en informatie-leveringsstandaard (ILS).

Oplossingen

Een uniforme landelijke standaard bepalen voor objectidentificatie en informatie-levering.

Belemmering

Data is moeilijk of niet vindbaar. Het kost daarom veel tijd om een materialenpaspoort in te vullen.

Oplossingen

Materialenpaspoorten een standaard onderdeel maken van het ontwerp- en inkoopproces.

Door materialenpaspoorten te integreren in BIM-modellen, is de administratielast beperkt.

Belemmering

Geen consensus over wat er moet worden vastgelegd in een materialenpaspoort en door wie en hoe het moet worden vastgelegd.

Oplossingen

Verken in pilots hoe materialenpaspoorten voor de ondergrondse infra moeten worden vormgegeven. Koppel geleerde lessen terug aan de overheid en branche.

Belemmering

Weerstand vanuit leveranciers om ‘het receptuur’ van een product (intellectueel eigendom) vast te leggen in materialenpaspoorten.

Oplossingen

Afspraken maken om beschermde data niet openbaar te delen.

Systeem ontwikkelen waarin na veroudering van de data of na goedkeuring van leverancier de informatie gedeeld kan worden.

Belemmering

Pas aan het einde van de levensduur van een product, wat vaak tientallen jaren is, wordt duidelijk of de data die in het materialenpaspoort is vastgelegd ook nuttig en bruikbaar is.

Oplossingen

Materialenpaspoort maken van producten die nu einde levensduur zijn, om informatie te kunnen updaten en ervan leren voor vergelijkbare producten.

M-7 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”q6hxp”]

  • Blauwe netten.
  • Platform CB’23.

M-7 Praktijkvoorbeelden [link id=”b7xnk”]

  • Alliander introduceert het grondstofpaspoort, waarmee de herkomst en circulaire waarde van materialen inzichtelijk wordt gemaakt. Klik hier, Klik hier
  • Het project van KSandr richt zich op het vergroten van circulariteit door materialen en producten een tweede leven te geven, waarbij het grondstofpaspoort wordt ingezet om de herkomst en samenstelling van materialen te traceren en verduurzamen. Klik hier
  • De leidraad voor materialenpaspoorten in de bouwsector biedt richtlijnen en tools om het gebruik van circulaire materialen te bevorderen, met als doel de transitie naar een circulaire bouweconomie te ondersteunen. Klik hier
  • De Materialen Expeditie bevordert de circulaire economie in de bouwsector door het delen van kennis en het ontwikkelen van duurzame infrastructuurprojecten. In het eerste document zijn de lessen opgesteld die geleerd zijn door 14 pilots in de GWW. Het tweede document gaat over de praktijkervaringen met de materiaalpaspoorten. Klik hier. Klik hier

Maatregel

M-8 Milieukostenindicator (MKI) meenemen bij de inkoop van materiaal. [link id=”lg50r”]

De Milieukostenindicator (MKI)

M-8 Door welke belemmeringen wordt de maatregel nog niet standaard toegepast en welke oplossingen zijn hiervoor mogelijk? [link id=”9gn5b”]

Belemmering

Onbekendheid over het meenemen van de MKI bij de inkoop van materiaal.

Oplossingen

Ontwerp en publiceer een concrete en toepasbare methode om de MKI mee te nemen in inkoopprocedures.

MKI communiceren en verduidelijken met infographics en milieuprestaties van materiaal.

Verplicht opdrachtgevers om MKI mee te nemen in inkoopprocedures

Belemmering

Het meenemen van de MKI in aanbestedingen maakt een aanbestedingsprocedure complexer.

Oplossingen

Ontwerp en publiceer een concrete en toepasbare methode om MKI mee te nemen in inkoopprocedures.

Ontwikkel een (nationale) MKI-standaard.

Maak een template voor MKI-calculaties en integreer het met de algemene kostencalculaties, zodat de MKI-calculatie geautomatiseerd uit hetzelfde systeem komt.

Betaal voor de extra inspanningen van inschrijvers op aanbestedingen voor het meewegen van MKI-calculaties, door een deel van de tenderkosten te vergoeden.

Belemmering

Niet iedere leverancier heeft de benodigde data om een MKI van een product te maken.

Oplossingen

MKI standaard uitvragen. Hierdoor neemt de vraag toe en moeten leveranciers deze informatie onderzoeken en delen.

De gegevens die nodig zijn voor een MKI vaststellen van al het materiaal dat je levert.

Belemmering

De MKI van aanbiedingen is niet altijd waterdicht te onderbouwen, lastig te berekenen en daarmee ook lastig te controleren.

Oplossingen

Ontwikkel een format waarbij binnen een bandbreedte de milieuprestaties gewogen kunnen worden, bijvoorbeeld met standaard referentiegetallen voor toegepaste materialen.

Neem de tijd en huur de expertise in om aan het eind van de inkoopprocedure de onderbouwing van de MKI te toetsen.

M-8 Welke samenwerkingsvormen tussen stakeholders heb je hiervoor nodig? [link id=”p5nps”]

  • Opdrachtgevers die allemaal op dezelfde manier gaan uitvragen.
  • Samenwerkingsvormen tussen dezelfde Opdrachtgevers. Zoals Netbeheer Nederland en Blauwe Netten.

M-8 Praktijkvoorbeelden [link id=”hxcn8″]

  • De Milieukostenindicator (MKI) helpt bij duurzamer inkopen in de GWW-sector, maar de manier van toepassen en waarderen verschilt nog steeds. Dit maakt het lastig voor bedrijven om te investeren in duurzame oplossingen. Er is behoefte aan uniformiteit en meer vertrouwen tussen alle partijen. Klik hier
  • De Milieukostenindicator (MKI) helpt bij het inkopen van straatmeubilair door de milieu-impact van producten te evalueren. Het wordt gebruikt bij aanbestedingen, zoals voor bushokjes in Leiden en fietsparkeersystemen van ProRail, om duurzamere keuzes te stimuleren. Klik hier
  • Dubocalc is een tool van Rijkswaterstaat die helpt bij het beoordelen van de milieuprestaties van producten in overheidsinkoop, waardoor duurzame keuzes gemaakt kunnen worden door de milieu-impact van materialen en processen te berekenen. Klik hier