Verticaal kabels- en leidingensysteem (VKLS)

Het is vol onder het maaiveld. De beschikbare ruimte in de ondergrond om alle benodigde infrastructuur in binnenstedelijke gebieden onder te brengen, komt steeds verder onder druk te staan. Daarnaast zijn we in Nederland tientallen miljoenen per jaar kwijt aan graafschade. De ondergrondse infrastructuur moet daarom geordend worden. Een innovatieve potentiële oplossing is het Verticaal kabels- en leidingensysteem (VKLS).  

In het VKLS worden kabels en leidingen (distributie- en geen transportnetten) verticaal geordend in een rek. Hiermee kan er tracéruimte in het straatprofiel worden bespaard, bijvoorbeeld voor opgaven zoals klimaatadaptatie. Boven in het VKLS worden telecomkabels gepositioneerd, omdat hier het vaakst aan wordt gewerkt. Om de kabels en leidingen te beschermen tegen graafschade is er een dakje boven op het rek gemonteerd. Ook worden de rekjes uitgerust met een chip, zodat altijd een accurate positie van het rek en de leidingen beschikbaar is. Het graven van proefsleuven is dan niet meer nodig. 

Het idee voor de VKLS is in 2019, vóór het bestaan van Kennisarena kabels en leidingen, ontstaan tijdens een bijeenkomst van het project Vol onder maaiveld. Tijdens dit project werden integrale oplossingen gezocht om tot een betaalbare en toekomstbestendige inrichting van de stedelijke ondergrond te komen. Gemeente Leiden heeft het idee opgepakt en is samen met de TU Eindhoven in een pilot de werking van het VKLS aan het testen. Het COB is niet als kennispartner betrokken, maar ondersteunt het project waar mogelijk en helpt graag bij het verspreiden van de bevindingen via deze projectpagina.

Eind juni 2024 werd het VKLS voor de eerste testfase ingegraven in Leiden (filmpje: gemeente Leiden/Kleef&Koop)

Onderzoeksfase

Nadat de financiering voor het eerste jaar rond was, is de voorbereidende fase eind 2023 gestart. Er zijn grondonderzoeken verricht en vergunningsaanvragen voor het tracé gedaan. Het VKLS is eind juni 2024 fysiek ingegraven in Leiden en wordt getest in het ‘living lab’. Op deze proeflocatie in Leiden wordt een kabeltracé van vijftig meter met een haakse hoek halverwege gesimuleerd. De komende twee jaar wordt het rek gemonitord, waarbij de realistische zetting onderzocht wordt door een EngD’er van de TU Eindhoven. Zij is verantwoordelijk voor het projectplan en voor de verslaglegging van de onderzoeksfase in het living lab. Het VKLS-proces is verdeeld in vier delen:

  1. Engineering
  2. Living lab
  3. Data-analyse
  4. Evaluatie

Het doel van het living lab is om de werkmethode te verbeteren, tijd en budget te evalueren, de meest efficiënte rekconfiguratie te bepalen en data gegevens te verzamelen om kritieke onderdelen van het project te identificeren die aandacht of verbetering nodig hebben. Het VKLS bestaat uit vier fasen:

  • Fase 1: Installatie van rekken en distributie van K&L met huisaansluitingen, brandkranen en afsluiters.
  • Fase 2: Reparatie van gasleiding, waterleiding en middenspanningskabel (MS), toevoeging van laagspanningskabel (LS) met installatie van mofverbinding.
  • Fase 3: Installatie van extra huisaansluitingen.
  • Fase 4: Vervangen van een rek.

De eerste fase van het living lab is afgerond en heeft aangetoond dat het aanbrengen van de rekken snel en eenvoudig is, wat een positief punt is voor de eerste aanleg van distributie kabels en leidingen in het VKLS. Verdere bevindingen vanuit de eerste fase van het living lab lees je in het evaluatierapport van fase 1.
>> Evaluatie fase 1 VKLS living lab (pdf, 2,6 mb)

Tijdens de uitvoering van de living lab fase worden alle observaties vastgelegd, het hele proces en de belangrijkste parameters van het project gemonitord, zoals het rek, kabels en leidingen, uitvoeringsmethoden, etc. Met behulp van digitale monitoring zal aan het einde een uitgebreide analyse plaatvinden van de gemonitorde data, wat zal bijdragen om de haalbaarheid van het VKLS te bepalen.

Achtergrond

In 2019 organiseerde het COB de sessies Vol onder maaiveld. Ruim honderd deelnemers bedachten met elkaar een aantal oplossingen voor de ruimteproblematiek in de ondergrond. Achttien ideeën werden vervolgens gepitcht, waarvan er na een stemronde zeven overbleven. Eén daarvan was dus het VKLS. Om het VKLS uit te werken is de gemeente Leiden een samenwerking aangegaan met netbeheerders Dunea, Liander, Vattenfall, de telecompartijen KPN en VodafoneZiggo en de SLIB. Ook zijn de gemeenten Amsterdam, Alkmaar, Breda, Den Haag, Haarlem, Rotterdam, Utrecht en Zoetermeer aangesloten bij het project, net als het Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL), de Provincie Zuid-Holland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.