Oprupsen mootvoegen
Er is geconstateerd dat veel voegen jaarlijks steeds iets breder worden. Na verloop van tijd kan dit ‘oprupsen’ mogelijk leiden tot significante structurele schade en verminderde levensduur van de voegen, wat de veiligheid en duurzaamheid van de tunnelinfrastructuur significant reduceert. Het COB-netwerk doet onderzoek naar de omvang van het probleem en mogelijke oorzaken en oplossingen.
Gezocht: projectlid Oprupsen mootvoegen
Heb jij je wel eens afgevraagd in welke staat onze tunnels zich bevinden? Heb je een achtergrond in civiele techniek, tunnelbeheer of renovatie? Dan nodigen wij je uit om deel te nemen aan ons team! Samen onderzoeken we de impact van het fenomeen oprupsen van mootvoegen in tunnels en ontwikkelen we oplossingen en inzichten nodig tot het aanpakken van deze problemen. Wij zijn op zoek naar een projectlid. Lees snel verder.
In dit project wordt onderzoek gedaan naar het zogeheten ‘oprupsen’ van zinktunnels. Deze studie is niet alleen gericht op het identificeren van problemen, maar ook op het formuleren van gerichte aanbevelingen die kunnen bijdragen aan structurele verbeteringen en preventieve maatregelen voor de lange termijn.
Aanleiding
De aanleiding voor dit project vindt zijn oorsprong in de risico’s die in eerder onderzoek naar voren kwamen rondom zandverdichting in zinkvoegen. De afgelopen jaren zijn er meerdere incidenten gerapporteerd waarbij zandophoping leidde tot structurele problemen binnen tunnels, met name door de cyclische krimp en uitzetting van de voeg en zodoende het ‘werken’ van het ginaprofiel als gevolg van temperatuurfluctuaties. Dit probleem, ook wel bekend als het ‘zandpompeffect’, is waargenomen in verschillende tunnels, waaronder de Rotterdamse metrotunnel en de Heinenoordtunnel. Inspecties bevestigen dat deze problemen niet alleen lokaal voorkomen maar mogelijk een groter risico vormen voor tunnels met soortgelijke constructie en omgeving.
Mootvoegen
Uit diverse metingen en observaties in andere constructies is gebleken dat het mechanisme ook andere gevolgen kan hebben. Vanuit dit perspectief, en met vergelijkbare aannames en analysemethoden, is besloten een plan op te stellen om een bredere inventarisatie van deze problematiek uit te voeren. Dit vervolgproject richt zich op het zogeheten ‘oprupsen’: het fenomeen waarbij de mootvoegen van een tunnel geleidelijk aan verbreden en de tunnelmoten zich cumulatief gaan verplaatsen.
Eerste fase afgerond
De eerste fase van het onderzoek is eind 2024 afgerond. In het rapport is het probleem van het oprupsen uitgebreid omschreven. Om de omvang en specifieke manifestaties van het probleem in kaart te brengen, is een inventarisatie uitgevoerd bij bestaande tunnels. Hieruit is een beeld ontstaan van de variatie in problematiek en de factoren die bijdragen aan het oprupsen van voegen bij verschillende tunneltypen en locaties. Op basis van de probleemomschrijving en de inventarisatieresultaten zijn aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.
>> Naar rapport op de kennisbank
Vervolgonderzoek
De werkgroep maakt nu een gedetailleerd projectplan voor vervolgonderzoek in het komende jaar. Dit plan omvat methoden en onderzoekstechnieken zoals monitoring, veldmetingen en risicomodellen om de ontwikkeling en impact van voegvervorming over langere perioden te bestuderen. Het projectplan zal ook nadere aanbevelingen bevatten voor gerichte preventieve maatregelen en mogelijke interventies die kunnen worden opgenomen in de onderhoudsstrategie voor tunnels.
Deliverables 2025
Nr. |
Omschrijving |
Verwachte opleverdatum |
---|---|---|
1 | Aanbeveling tot scope van onderzoek. |
Q4 2025 |
2 | Inrichten commissie. |
Q4 2025 |
Deelnemers
-
Dick Wilschut, rol: Lid
BAM Infraconsult B.V. -


COB -

Ellen van Eijk, rol: Begeleider/Facilitator
Frank Blok, rol: Coordinator

Gemeente Rotterdam Stadsontwikkeling -


MH Poly Consultants & Engineers B.V -


Nebest B.V. -


Rijkswaterstaat GPO -


TU Delft Faculteit Civiele Techniek & Geowetenschappen -


Tunnel Joint Experts B.V. -
