Resultaten experimenteel onderzoek folieleggen
Auteur: Waterloopkundig Laboratorium WL / F. Bisschop, W.G.M. v. Kesteren
Uitgever: Rijkswaterstaat
Uitgave: december 1993 | Geüpload op: 1 mei 2016
In het kader van het onderzoek naar de interactie tussen kunststoffolie en slib bij het afzinken van kunststoffolie heeft het Directoraat-Generaal Rijkswatersta...>>
Samenvatting
Bij de aanleg van wegen onder de grondwaterspiegel wordt gebruik gemaakt van het ”polderprincipe” met behulp vaneen vliesconstructie. Na de ontgraving van het cunet ontstaat ten gevolge van baggerwerkzaamheden vaak een sliblaag (20 à 30 centimeter) op de bodem van het cunet, Bij het afzinken van de kunststoffolie blijkt dat de kunststoffolie op deze laag blijft liggen. Het ballasten met zand van de kunststoffolie heeft in eerdere gevallen tot een verschuiving van slib geleid, resulterend in slibbulten. Dit heeft differentiële zettingen tot gevolg.
Er wordt ook gedacht aan de mogelijkheid deze methode toe te passen bij baggerspeciedepots. Eén van de isolatie-alternatieven is de toepassing van folie. Na het baggeren van de
put in de vorm van een eiland wordt een folie aangebracht, bestaande uit lange banen folie
van ongeveer 25 meter breed. De banen folie worden met een overlap gelegd.
In het kader van het onderzoek naar de interactie tussen kunststoffolie en slib bij het afzinken van kunststoffolie heeft het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat gevestigd te Utrecht het Waterloopkundig Laboratorium, sector Industriële Technologie gevestigd te Delft de opdracht verleend tot het uitvoeren van het experimentele onderzoek folieleggen.