Circulair werken: de juiste start

In het Tunnelprogramma en de Kennisarena kabels en leidingen van het COB zijn groeiboeken voor verduurzaming ontwikkeld. In beide wordt het gebruik van materiaalpaspoorten aangeraden om hergebruik te stimuleren. Naast het bevorderen van circulariteit kunnen materiaalpaspoorten ook gebruikt worden om beheer van assets te vergemakkelijken en heeft de inzet ervan mogelijk een economisch voordeel, blijkt uit een inventarisatie van Copper8 in opdracht van de RVO. Zowel in de tunnelsector als de kabel- en leidingsector staat het gebruik van materiaalpaspoorten nog in de kinderschoenen, maar er worden stappen gemaakt. Om daar een inkijkje in te geven, lichten we twee pioniersprojecten uit. 

Om de herbruikbaarheid van tunneltechnische installaties (TTI) vast te leggen en te bevorderen, heeft het COB in de TunnelToolbox een handleiding en format (het materialenpaspoort TTI) beschikbaar gesteld.

Materiaalpaspoorten in tunnelsector voor TTI 

Circulariteit als motivatie voor materiaalpaspoorten 

Ook voor de tunnelsector, specifiek voor tunneltechnische installaties (TTI), zijn de hoofdredenen om materiaalpaspoorten op te stellen momenteel duurzaamheidsoverwegingen en de vermindering van CO2-uitstoot. Volgens Thijs Noordhoek, projectleider duurzaamheid bij NEBEST, komt daar in de toekomst ook een economisch doel bij: “Op dit moment is hergebruikt materiaal duurder dan nieuw materiaal, maar daarin gaat in onze levens een kanteling komen. Een goed voorbeeld hiervan is hergebruikt staal: dit was tot de oorlog in Oekraïne veel duurder. Sinds de oorlog is de nieuwprijs dermate gestegen dat de prijzen bij elkaar in de buurt komen. In de toekomst gaan nieuwe materialen en grondstoffen alleen nog maar duurder worden en krijgen we steeds meer te maken met schaarste. Oftewel: we moeten nu voorsorteren op de toekomst. Gelukkig hoef ik de meeste van mijn collegas daar niet meer van te overtuigen. Ik werk nu 3,5 jaar in de bouwsector en merk dat de neuzen steeds meer dezelfde kant op staan.” 

Status van de tunnelsector ten aanzien van circulariteit 

In vergelijking met de materiaalpaspoorten voor hoogspanningskabels van Hanab, zijn materiaalpaspoorten voor TTI nog niet in gebruik. De tunnelsector bevindt zich op dit gebied – en specifiek ten aanzien van TTI -  meer in de beginfase. In 2024 zijn onder leiding van het COB de eerste stappen gezet richting het ontwikkelen van een bruikbaar format voor een materiaalpaspoort voor TTI. Het is de bedoeling om dit jaar het format in de praktijk te testen tijdens drie pilotprojecten. Thijs Noordhoek neemt hierbij namens het COB de leiding: “Bij TTI specifiek leeft het onderwerp circulariteit wel, maar is er ook terughoudendheid, aangezien installaties een kortere levensduur hebben. Een betonnen ligger bijvoorbeeld heeft een enorme levensduur. Een camera daarentegen – een goed voorbeeld van een TTI – is met twintig jaar verouderd. Dit maakt het juist ook uitdagend en leuk: wie weet voldoet de camera ergens anders nog? Misschien kunnen we het product uit elkaar halen en gedeeltelijk hergebruiken? Er zijn veel vragen, maar er is ook veel welwillendheid binnen de sector. Vooral om samen te werken. Kortom, ik geloof dat er veel te halen is.” 

‘We gaan echt iets tastbaars maken en dat roept veel enthousiasme op!’

Pilotproject uitgelicht: de Coentunnel 

“Het afgelopen jaar is het COB voornamelijk theoretisch bezig geweest, nu is het tijd om het onderzoek in de praktijk te brengen. We gaan echt iets tastbaars maken en dat roept veel enthousiasme op!” De werkgroep heeft drie tunnelprojecten op het oog waarbij het Format materiaalpaspoort TTI getest kan worden, waaronder de Coentunnel. Er zijn op het moment van schrijven nog geen concrete ideeën over welke installaties precies onderzocht zullen worden, maar naar verwachting zijn dat de verlichting, ventilatie en camerasystemen.  

Opstellen van materiaalpaspoorten: in hoeveel detail? 

De grote vraag is in hoeveel detail een materiaalpaspoort moet worden uitgewerkt en tot welke ’laag’ van bouwdelen nagedacht moet en kan worden over hergebruik. “Ik ben voorstander van alleen het hergebruik van hele bouwdelen en de onderdelen zelf niet ook nog helemaal uit elkaar te schroeven. Een camera wordt dan bijvoorbeeld gezien als een bouwdeel.” Thijs vergelijkt het met lego: “Je wilt een bouwdeel zo groot mogelijk doorzetten, want dat werkt het efficiëntst. Misschien merken we in een later stadium dat we dieper in detail kunnen treden. Dit kan als feedback uit de aankomende testfase komen.” 

Aankomende renovaties 

Het meest logische moment om een TTI-materiaalpaspoort op te stellen is volgens Thijs tijdens grote renovaties. Andere momenten zijn bij onderhoudswerkzaamheden of bij sloop. De sloopfase is momenteel het meest gebruikelijke moment om na te denken over hergebruik, maar het slopen van tunnels komt bijna niet voor. Mede daarom is het doel om het hergebruik in de renovatie- en onderhoudsfase in te voeren. Voor de renovatie van de Coentunnel bestaat er nog geen aangewezen team dat zich richt op circulariteit. Wellicht wordt er op basis van de bevindingen uit de pilotprojecten wel een dergelijk team gevormd voor aanstaande renovaties van bijvoorbeeld de Noordtunnel (gepland in 2026), de Drechttunnel (gepland in 2028) en de Beneluxtunnel (gepland in 2030). 

Kans op grote impact 

Bij de vraag welke uitdagingen en kansen hij voorziet, antwoordt Thijs eerlijk: “De terughoudendheid in de sector kan een uitdaging zijn: je hebt koplopers in de nieuwe generatie en de oudere generatie die zegt: ‘Oude troep voldoet niet meer, dus waarom ga je er nog over nadenken’.” Daarnaast heeft hergebruik van TTI bepaalde voor- en nadelen: vanwege de kortere levensduur of technologische ontwikkelingen (een nieuwe veiligheidssysteem vraagt bijvoorbeeld om een geavanceerdere camera) komen TTI vaker vrij en aan de andere kant zijn ze dus ook vaker aan vervanging toe. “Maar over het algemeen zie ik vooral veel kansen. De doorlooptijd bij tunnelprojecten is lang en dat is voor hergebruik zeer goed omdat het veel tijd biedt om een bestemming te zoeken. Ik word ook weleens gebeld met de vraag of er iets hergebruikt kan worden bij de sloop van een woning. Op dat moment is het vaak al te laat. Bij hergebruik binnen tunnelprojecten kunnen we op de lange termijn aansturen en grote impact maken.” 

Materiaalpaspoorten in de kabel- en leidingsector 

Circulariteit als motivatie 

Voor Hanab Energy Solutions was duurzaamheid de hoofdreden om materiaalpaspoorten te ontwikkelen voor de energiesector: materialen beter herbruikbaar maken en circulair werken. Rebecca Fasel, Group CSR-manager van Hanab-ES: “De economische voordelen van materiaalpaspoorten en het vergemakkelijken van beheer kan voor opdrachtgevers misschien ook heel interessant zijn. Vanuit onze rol als opdrachtnemer hebben we vooral invloed op de circulariteit van producten en materiaalpaspoorten kunnen daarbij helpen.” 

De basis van het materiaalpaspoort 

Een duurzaamheidsvraagstuk vanuit opdrachtgever Tennet, gaf bij Hanab-ES de aanleiding om aan de slag te gaan met materiaalpaspoorten. Rebecca: “In het raamcontract kregen we de vraag invulling te geven aan de thema’s uitstoot, circulariteit en natuur. We hebben toen de ambitie uitgesproken alle greenfield hoogspanningsstations op te leveren met materiaalpaspoorten en zijn een pilot gestart in samenwerking met adviesbureau Aveko de Bondt.”  

Wat houdt een materiaalpaspoort precies in voor het werk van Hanab-ES? Hoe moet het opgesteld worden? Wat zet je erin? Welke data uit het BIM-model is bruikbaar? Al dat soort vragen werden beantwoord om de materiaalpaspoorten voor hoogspanningsstations te ontwikkelen. Het format voor de pilot werd een PowerBI dashboard, met een Excel erachter dat alle data en een instructieformulier voor de gebruikers bevat. Elk station werd opgedeeld in lagen, met achter elke laag een bepaald volume aan materialen. “We gebruikten daarbij data uit de Nationale Milieudatabase, oftewel generieke data.”  

Grondstoffenpaspoorten 

“Wat de definitie is van een materiaalpaspoort verschilt vaak per persoon of organisatie”, zegt Rebecca. Omdat het voor sommigen gaat om de basisinformatie van grondstoffen wordt soms de term ‘grondstoffenpaspoort’ gebruikt. “Maar voor ons was het ook belangrijk data toe te voegen zoals of een grondstof primair of secundair is, wat de levensduur is van het product en milieudata zoals CO2-uitstoot: informatie die nodig is om de circulariteit van producten te kunnen bepalen.” 

Werken met leveranciersdata van Prysmian 

Inmiddels werkt Hanab-ES in een jonger project voor hoogspanningskabels, genaamd EPM 150kv, met data van Prysmian, dus leveranciersdata. Madaster – een online platform voor vastgoedgegevens – had al een format voor materiaalpaspoorten, gericht op utiliteitsbouw. In samenwerking is een nieuw materiaalpaspoortformat in Madaster ontwikkeld, met daarin relevante aspecten voor hoogspanningskabels. Hierin kan Hanab-ES nu materiaalpaspoorten ontwikkelen met leveranciersdata van Prysmian.  

Rebecca: “Het voordeel van werken met leveranciersdata is dat je bewuster keuzes kunt maken. Als je in het beginstadium al de milieudata in kaart hebt en dat meeweegt in het inkoopproces of tijdens de ontwerpfase, kun je bewust een keuze maken voor een kabel met een lagere milieu-impact. Daarnaast geeft de leveranciersdata ook inzicht in wat je kunt doen met de materialen bij het einde van de levensduur.” 

Bruikbaarheid van de paspoorten in verschillende fases 

Hoewel het nog niet altijd lukt, worden de materiaalpaspoorten dus idealiter al in de ontwerpfase opgesteld. Op die manier kunnen er tijdens inkoopprocessen al materialen met elkaar worden vergeleken en duurzamere keuzes worden gemaakt. Rebecca: “Die werkwijze heeft mijn voorkeur en maakt zo’n paspoort over de gehele productcyclus relevant. Toevallig ben ik vanuit mijn rol ook meer betrokken bij die beginfase, maar voor anderen is de borging van materialen weer heel belangrijk en het bijhouden van de materiaalpaspoorten tijdens de uitvoering van projecten en in later onderhoud. Dan vul je de paspoorten weer aan en uiteindelijk bekijk je einde levensduur wat je kunt met de materialen.” 

Bruikbaarheid in duurzaamheidsrapportages 

Rapporteren over duurzaamheid wordt steeds gangbaarder en is soms zelfs verplicht. Die rapportageplicht kan ook een grote motivatie zijn om materiaalpaspoorten te gebruiken. Materiaalpaspoorten hebben bijvoorbeeld veel raakvlak met de vereisten uit de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). “Het kan dus enorm in je voordeel werken om de informatie al paraat te hebben in materialenpaspoorten.” 

‘Het kan dus enorm in je voordeel werken om de informatie al paraat te hebben in materialenpaspoorten.’

De kinderschoenen uitgroeien 

Hoe staat het er sectorbreed voor op het gebied van materiaalpaspoorten? Rebecca: “Waar een paar jaar geleden nog weinig in onze sector werd gesproken over materiaalpaspoorten, is er nu steeds meer vraag naar vanuit opdrachtgevers. Dat vind ik een positieve ontwikkeling. Qua uniformiteit zou het beter kunnen. Voor leveranciers kan het natuurlijk vervelend zijn als de één dit vraagt en de ander dat. Daarvoor is goede afstemming nodig, maar dat praten doen we al veel in de sector. Door het ook gewoon te gaan doen, komen we de knelpunten tegen waaraan nog moet worden gewerkt. Het feit dat het digitaliseren al lukt denk aan de koppeling van ons BIM-model aan de leveranciersdata van Prysmian en Madaster laat zien hoe ver we al kunnen komen met z’n allen.