Voor de ondergrondse oplossing is onder andere gekozen om de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van het monumentale, transparante hoofdgebouw in zijn parkachtige omgeving onder de helling van de stuwwal te behouden.
Boven het middendeel van het faculteitsgebouw bevindt zich een grote glazen kap die ervoor zorgt dat er veel daglicht naar binnen valt. Rondom dit atrium liggen de leslokalen, danszalen, repetitieruimten en een theater die via loopbruggen en trappen zijn te bereiken. Het gebouw is met een ondergrondse gang verbonden met het hoofdgebouw. Voor evacuaties zijn er aan de zijkant van het faculteitsgebouw drie trappen die direct naar buiten leiden.
Bouw
Vanwege de lokale omstandigheden kostte het constructieve ontwerp van de ondergrondse bak de nodige hoofdbrekens. Ter plekke stroomt een halve meter onder het maaiveld grondwater uit de stuwwal richting de Rijn. Daar komt bij dat tijdens hoge rivierwaterstanden het grondwater door de Rijn wordt opgestuwd, wat voor een extra belasting op de bak zorgt. Om al deze krachten te kunnen weerstaan, is de betonnen bak extra zwaar gedimensioneerd en zijn de stalen damwanden aan de buitenkant van de bak voorzien van lange groutankers. Verder vangen speciaal gedetailleerde gietijzeren stempels in het atrium de grond- en waterdruk op de zijwanden van de bak op.
