Bahram Safari is voorzitter van commissie T202 en daarmee verantwoordelijk voor deel 2 van het handboek Integraal Tunnelontwerp. Waarover gaat dit deel en wat is de stand van zaken?

INTERVIEW | Bahram Safari, commissievoorzitter handboek Integraal Tunnelontwerp

Deel 2 is gericht op cut&covertunnels en open bak constructies,” vertelt Safari, “maar we beschrijven niet hoe je deze het best kunt ontwerpen. Daar zijn al genoeg regels en richtlijnen voor. Het handboek helpt juist met het toepassen van die regels. We beschrijven best practices: hoe ga je om met specifieke praktijksituaties?”

Breed toepasbaar

Die situaties doen zich ook voor bij andere typen tunnels. Safari: “Hoewel de titel misschien anders doet vermoeden, is veel van wat wij schrijven ook relevant voor bijvoorbeeld zinktunnels, zoals de best practices voor toeritten. Hierdoor is deel 2 een stuk groter dan de andere delen; het wordt waarschijnlijk een boekwerk van meer dan vierhonderd pagina’s.”

Vanwege de omvang is deel 2 opgedeeld in acht werkpakketten. Aan zes daarvan wordt sinds juni 2011 geschreven door verschillende rapporteurs. Zij kijken wat er voor hun deel in SATO staat, actualiseren dit naar de huidige praktijk en vullen het aan met informatie over spoor- en stadstunnels. “Voor een deel kan de rapporteur dit zelf, maar zij weten uiteraard ook niet alles”, aldus Safari. “Het is hun taak om dan naar collega’s in hun bedrijf of in hun netwerk te stappen voor meer informatie.”

Safari benadrukt dat een breed draagvlak van groot belang is. Mede daarom is Rijkswaterstaat nauw bij het project betrokken, evenals ProRail en de vier grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht – de G4). “ProRail en de G4 zijn vanaf het begin aangehaakt, omdat het handboek ook bruikbaar moet zijn voor spoortunnels en tunnels in een stedelijke omgeving. ProRail toont een grote betrokkenheid door het delen van hun kennis en ervaring. De inbreng van de G4 is tot nu toe beperkt, we missen een centraal aanspreekpunt. Hopelijk verandert dit nog in de toekomst”, aldus Safari.

Werkpakketten deel 2

Onderwerp

Rapporteur

2.a.1

 Objectdetaillering cut&covertunnel

Hein Jansen (Fugro)

2.a.2

 Objectdetaillering open bakconstructie

Nog geen rapporteur

2.a.3

 Ontwerpmethodieken constructief

Hein Jansen (Fugro)

2.a.4

 Introductie deel 2

Hein Jansen (Fugro)

2.b.1

Objectdetaillering rondom en in de tunnel 1

Ronald Heijmans (Arcadis)

2.b.2

Objectdetaillering rondom en in de tunnel 2

Predrag Jovanovic (Movares)

2.b.3

Beschrijving van de uitvoering

Nog geen rapporteur

2.b.4

Ontwerpmethodieken uitvoering

Henri Havinga (Deltares)

>>  Rapporteurs aan het woord

Voortgang

Marktpartijen hebben zich ontfermd over zes van de acht werkpakketten. Ze zijn al flink gevorderd: eind 2012 zijn de pakketten in concept klaar. Het eerste werkpakket was eerder al zo goed als af, omdat het diende als pilot voor de overige pakketten. Safari: “We wilden eerst overeenstemming hebben over de vorm en de structuur: hoe gedetailleerd moeten de beschrijvingen zijn en van welk kwaliteitsniveau? Dat hebben we bepaald met het eerste werkpakket. We hebben hiervoor de teksten in een vroeg stadium naar de klankbordgroep gestuurd en extra reviewrondes gehouden. In december gaat het laatste concept nogmaals naar de klankbordgroep en daarna wordt dit pilotpakket afgerond.”

De rapporteurs van de andere werkpakketten hebben de geleerde lessen uit de pilot meegekregen doordat ze deel uitmaken van de commissie van deel 2. Zodoende konden ze aan hun werk beginnen voordat de pilot was afgerond. Daarnaast houdt de hoofd rapporteur – verantwoordelijk voor de eindredactie en drie werkpakketten – de consistentie in de gaten. Al met al wordt het complete deel 2 naar verwachting halverwege 2013 opgeleverd.

Tenminste, als er rapporteurs voor de laatste twee werkpakketten worden gevonden. Safari: “Rapporteurs vinden is op zich geen probleem, maar omdat deze pakketten met name over uitvoeringsaspecten gaan, willen we graag mensen die daar veel ervaring mee hebben. Een aannemer bijvoorbeeld of iemand van een ingenieursbureau dat aan site engineering doet. Het gaat erom dat de rapporteurs ervaren vakmensen zijn, met goede contacten in de aannemerij, zodat de best practices in het handboek echt kloppen met de praktijk.”

Meer informatie

Voor meer informatie over dit project of deelname kunt u contact opnemen met COB-coördinator Brenda Berkhout.