Fietsparkeergarage Mahlerplein zet de standaard

In ondergrondse ruimten krijg je vaak een unheimisch gevoel. Dat geldt ook voor verdiept aangelegde fietsenstallingen. Ze zijn vaak donker, onoverzichtelijk en zelden aantrekkelijk ingericht. Het kan anders. Dat bewijst de fietsparkeergarage onder het Gustav Mahlerplein naast station Amsterdam Zuid, die is gerealiseerd door BAM en studioSK.

Als hij aan het begin van zijn werkdag de stalling inloopt, voelt hij zich direct ontspannen. Aldus een van de NS-stallingsbeheerders, die met trots vertelt dat hij in de allermooiste fietsparkeergarage van Nederland werkt. De prettige sfeer van fietsparkeergarage Mahlerplein valt inderdaad direct op; de stalling is ruim, licht en heeft geen donkere achterafhoekjes. Maar het meest opvallende is dat je eigenlijk niet doorhebt dat je in een ondergrondse ruimte bent. De gekleurde glazen panelen die met ledverlichting worden aangelicht en op drie van de vier wanden zijn aangebracht, dragen daar zeker aan bij. De panelen hebben op elke wand een andere kleurtoon en roepen de illusie op van ramen waardoor je naar buiten kunt kijken. Ook het hoge en vlakke plafond, de toegepaste verlichting en het daglicht dat binnenvalt via de glazen kap boven de ingang, zorgen ervoor dat de stalling een prettige verblijfsruimte is.

“De fietsparkeergarage is in juli 2016 geopend”, vertelt Elian Ineke van projectorganisatie Zuidasdok. “Het is een van de eerste deelprojecten van het project Zuidasdok en ligt in het hart van de Zuidas. Gezien deze toplocatie wilden we iets realiseren dat ‘meer dan goed’ is. Daarom hebben we de markt uitgedaagd en het deelproject als design-en-constructcontract in de markt gezet, bewust met veel vrijheid voor de opdrachtnemer. Zo konden inschrijvers op de EMVI-criteria ‘uitstraling en gebruiksgemak’ en ‘beperking bouwoverlast’ punten halen. Bij de beoordeling van de inschrijvingen telden deze criteria elk voor vijfentwintig procent mee en de prijs voor vijftig procent.”

Centrale ontvangsthal

Met een verrassend ontwerp en een slimme bouwfasering wist aannemer BAM samen met ontwerpbureau studioSK de aanbesteding te winnen. Architect Paul van der Ree van studioSK: “Bovenop de fietsparkeergarage is een parkachtig plein gerealiseerd. Het ontwerp hiervan lag op het moment van de aanbesteding al helemaal vast, evenals de plekken van de in- en uitgang van de garage. Daarmee waren de contouren van de garage grotendeels bepaald: een langwerpige ruimte van circa honderd meter lang en dertig meter breed. In dat geval is de meest gebruikelijke oplossing een hoofdpad langs een van de lange zijden en haaks daarop paden met hoge dubbellaags fietsenrekken, vergelijkbaar met een gang in een bibliotheek met aan beide zijden boekenkasten. Zo’n ontwerp heeft echter diverse nadelen. De belangrijkste is dat de beheerder steeds honderd meter heen en weer moet lopen om toezicht te houden op alle gestalde fietsen. Een andere nadeel is dat je in elk pad in beide richtingen uitkijkt op een blinde muur en weinig zicht hebt op andere mensen. Dat geeft een gevoel van sociale onveiligheid.”

Van der Ree vervolgt: ”Vanwege deze bezwaren hebben wij een totaal ander ontwerp gemaakt. De langwerpige ruimte, die ongeveer het formaat heeft van een voetbalveld, hebben we opgedeeld in drie delen. Het middelste deel is ingericht als centrale ontvangsthal. Fietsers komen hier aan via een tapis roulant – een roltrottoir – en treffen er de beheerders en de incheckpunten voor het stallen van hun fiets. Om te benadrukken dat dit het centrum van de stalling is, hebben we in het plafond een cirkelvormige verhoging gemaakt die met ledlampen steeds een andere kleur krijgt. Verder hebben we in dit deel van de stalling alleen maar enkellaags fietsenrekken toegepast. Dat versterkt het ruimtelijke gevoel.”

In de twee andere delen staan dubbellaags etagerekken. De paden liggen hier in de lengterichting van de stalling, waardoor er altijd zicht blijft op de centrale hal. Er is een dynamisch verwijssysteem toegepast om fietsers snel een lege plek te laten vinden. Camera’s aan het plafond nemen waar welke plekken vrij en bezet zijn. Aan de uiteinden van de genummerde paden, aan de kant van de ontvangsthal, staan grote panelen (met het silhouet en de naam van een componist) waarop met groen, oranje en rood licht aangegeven wordt of er in een rek nog plaats is. Als het licht op groen staat, zijn er nog diverse plekken vrij, zijn er nog maar enkele plekken dan brandt het licht op oranje en staat het licht op rood dan is het rek vol. Van de Ree: “In veel stallingen heb je tegenwoordig signalering waarbij wordt aangegeven hoeveel plekken er in de verschillende paden vrij zijn. Wij zijn ervan uitgegaan dat fietsers niet in dat aantal geïnteresseerd zijn, maar alleen willen weten of ze hun eigen fiets kwijt kunnen. Daarom hebben wij voor een simpel systeem gekozen met drie kleuren.”

Gepuzzel

De keuze voor een ruime, centrale ontvangsthal met enkellaags fietsenrekken, betekende dat de combinatie meer vierkante meters nodig had om de vereiste drieduizend plekken te realiseren. Volgens projectorganisator Pieter Bakker van BAM vergde het de nodige creativiteit om die ruimte te vinden, omdat de stalling is gecombineerd met een leidingentunnel en een ondergrondse waterberging met een inhoud van 750 kubieke meter: “Om alles goed kwijt te kunnen, hebben we onder andere de waterberging aan de kopse kant van de parkeergarage tussen de leidingen van een warmte-koudesysteem geplaatst. Dat was echt een gepuzzel, maar gelukkig had de opdrachtgever de projectcontouren zo ruim gekozen dat er geen bestemmingsplanwijziging nodig was. En omdat we wisten dat we met een goed ontwerp extra punten konden scoren, durfden we een ontwerp te maken dat vanwege het grotere oppervlak wat duurder werd, maar nog wel binnen de financiële ruimte paste.”

“Gelukkig had de opdrachtgever de projectcontouren zo ruim gekozen dat er geen bestemmingsplanwijziging nodig was.”

“Om de bouwoverlast te kunnen minimaliseren en tot een slimme bouwfasering te komen, hebben we een jaar genomen om alles voor te bereiden”, vervolgt Bakker. “Voor de bouwkuip hebben we gekozen voor het trillingsvrij aanbrengen van de damwanden en palen, onder andere omdat de dealingroom van ABN AMRO pal naast onze bouwput lag en we niet het risico wilden lopen dat de transacties van de bank door ons werk stil zouden komen te liggen. Toen de funderingen waren aangebracht, hebben we eerst het dak van de stalling gemaakt. Vervolgens hebben we de grond onder het dak afgegraven en de stalling afgebouwd. Terwijl wij dat deden, kon bovengronds, op het dak, het park al worden aangelegd. Het park was dus al volop in gebruik terwijl wij ondergronds nog druk aan het werk waren. De afgegraven grond hebben we niet met vrachtwagens afgevoerd, maar met een lange transportband vijf meter boven de grond, om de overlast te beperken.”

Speelruimte

Bakker benadrukt dat het prachtige eindresultaat voor een belangrijk deel is bereikt door de bereidheid van alle betrokkenen om van de stalling echt iets moois te maken: “Nadat we de opdracht hadden gekregen, hebben we als eerste samen met de opdrachtgever het hele project en alle eisen doorgenomen om de achterliggende wensen te begrijpen. Vervolgens zijn we steeds met elkaar in gesprek gebleven en hebben we gezamenlijk de verschillende mogelijkheden onderzocht. Dat is erg goed bevallen.”
Ineke van de projectorganisatie Zuidasdok is het daarmee eens: “Het proces is heel goed gegaan en de behaalde kwaliteit is hoog. Dat is inderdaad gelukt doordat iedereen op deze locatie echt iets moois wilde maken en daar ook wat extra’s voor wilde doen. De samenwerking tussen betrokken partijen, zowel informeel als formeel, was van begin tot eind prettig met korte lijnen als er zaken moesten worden afgestemd.”

Van der Ree vult aan: “De speelruimte die we kregen, was een belangrijke succesfactor. Doordat de opdrachtgever zich voor het ondergrondse deel heeft beperkt tot de hoogst noodzakelijke functionele eisen, konden we met een vernieuwend ontwerp komen. Neem de ‘signing’ en ‘routing’. De opdrachtgever had hierover geen uitgebreide eisen opgenomen, omdat de uiteindelijke beheerder nog niet bekend was op het moment van aanbesteding. Daardoor hebben we een absoluut overzichtelijke en sociaal veilige stalling kunnen ontwerpen zonder al die borden die in de meeste NS-stallingen hangen en een rommelig beeld geven. Juist door de visuele rust en de heldere logistiek weten mensen perfect hun plek en weg te vinden. In deze stalling is beleving de focus geweest. Dat is te zien en het wordt door iedereen gewaardeerd, zowel door de fietsers als de beheerders in de stalling. Het project toont verder aan dat het ontwerpen van ondergrondse ruimten een vak apart is én een vak met toekomst.”