Veel glas en licht in nieuwe voetgangerspassage station Eindhoven

Ingenieursbureau Arcadis presenteerde in januari het definitieve ontwerp voor de nieuwe voetgangerspassage bij station Eindhoven. Het rijksmonument mag niet ingrijpend aangepast worden, maar dat is geen probleem. “Een diffuus lichtplafond met LED-techniek, in combinatie met een traditionele natuursteenvloer, zorgt voor een natuurlijk verlichte, ondergrondse ruimte”, vertelt architect Luc Veeger van Arcadis.

AUTEUR: Armand van Wijck

Begin 2013 start de drieënhalf jaar durende verbouwing aan Station Eindhoven. De verbouwing is noodzakelijk wegens het sterk groeiende aantal passanten. Waar nu negentig duizend voetgangers dagelijks onder het station doorlopen, zullen dat er in 2020 volgens berekeningen van de gemeente Eindhoven zo’n honderdvijftien duizend zijn. “De huidige tunnel is constructief gezien echter niet te verbreden,” vertelt Roos van der Rijt, projectmanager bij Arcadis, het bedrijf dat de verbouwingsplannen heeft ontworpen. Er wordt daarom een tweede passage aan het station toegevoegd.

“Het grootste knelpunt ligt bij de stijgpunten, de huidige trapbreedte is erg krap. Daarnaast zal in de nieuwe situatie op ieder perron een personenlift komen die met de tunnel verbonden is. Met een tweede passage ontstaat er een heldere, stedenbouwkundige noord-zuidverbinding. Bovendien kunnen we de nieuwe passage maken terwijl de oude nog in gebruik is.”

Overzicht van de nieuwe situatie met voor elk perron een personenlift. (Beeld: Arcadis).

Brievenbuseffect

Om te voldoen aan de moderne tunneleisen komt de nieuwe passage een meter lager te liggen dan de huidige. Van der Rijt legt uit: “De huidige tunnel is maar 2,3 meter hoog en circa 8 meter breed. Dat geeft, mede gezien de lengte van de huidige tunnel, een brievenbuseffect: een dichtgeslibde noord-zuidverbinding die passanten beleven als een krappe, benauwde en donkere ruimte. Daarnaast zijn de eisen aan dit soort bouwwerken inmiddels veranderd. De inwendige, minimale hoogte van de nieuwe passage is hierdoor bepaald op 3,2 meter. Op plaatsen waar de stijgpunten naar het perron gaan, is deze inwendige hoogte nog groter. Aangezien de hoogte van de sporen vastligt, komt de nieuwe passage dus een stuk lager te liggen.”

Lichtplafond

De twee tunnelpassages worden door middel van transparante liften en trappen zowel fysiek als visueel met elkaar verbonden, naar een ontwerp van Arcadis-architect Luc Veeger.

De nieuwe passage. Het plafond dat tussen de bestaande stijgpunten tot op de vloer doorloopt, gaat naadloos over in zitbanken tussen de oude en nieuwe passage (Beeld: Arcadis).

Het meer dan vijftig jaar oude station is sinds 2008 een rijksmonument en mag daarom niet ingrijpend worden veranderd. Om deze reden heeft Veeger in zijn ontwerp gebruik gemaakt van aanwezige elementen. “In het stationsontwerp uit 1956 werd de toen moderne verlichting (neonverlichting voor de stationsklok en TL-verlichting) toegepast naast grote glasgevels in aluminium gevelprofielen en prefab betonconstructies. In de nieuwe passage plaatsen we een diffuus lichtplafond met LED-techniek, in combinatie met een traditionele natuursteenvloer zoals in de zuidhal van het station. Dit zorgt voor een natuurlijk verlichte, ondergrondse ruimte”, vertelt Veeger.

De perrondelen boven de nieuwe passage worden in beloopbaar glas uitgevoerd. Veeger: “Hierdoor ontstaat visuele interactie tussen de passage en de perrons. De bestaande passage wordt in oude luister hersteld met de originele mozaïeken – vogel, vis, en bok – ter plaatse van de stijgpunten. De westwand van de bestaande passage krijgt een negentig meter lange lichtwand die de noord- en zuidzijde van het station verbindt.”

Perron met personenlift en beloopbare glazen vloer. (Beeld: Arcadis).

Eigen expertise

De bouwmethode voor de voetgangerstunnel is door Arcadis uitgezocht, maar de uiteindelijke aannemer krijgt de vrijheid om zijn eigen expertise in te brengen en de uiteindelijke methode te bepalen. Een aantal zaken liggen vast: “De bouwrichting loopt van de zuidzijde naar de noordzijde. Met de NS en goederenvervoerders zijn afspraken gemaakt over de kaders waarin de aannemer sporen buiten dienst mag stellen. De passage zal om die reden in meerder stappen (moten) worden gebouwd”, aldus Van der Rijt.