Schatkamer Domplein II: tweeduizend jaar diep in de ondergrond

“Tweeduizend jaar geschiedenis aanraakbaar en beleefbaar maken voor burger en toerist, dat is wat we hier willen bereiken.” Theo van Wijk, initiatiefnemer van Domplein 2013, vat in een zin een project samen dat qua complexiteit zijn gelijke niet kent. Schatkamer II, een publiekscentrum annex archeologische opgraving onder het Domplein in Utrecht, is een hoogstandje van organisatie én van ondergronds bouwen.

Het Domplein herbergt tweeduizend jaar geschiedenis, van het Romeinse castellum Trajectum uit de eerste eeuw na Christus tot de dag van vandaag. Het is een van de drieëntwintig rijksarcheologische monumenten in Nederland, waar iedereen uiterst zorgvuldig mee om wil springen. In het Verdrag van Malta, dat in 1992 door een aantal EU-lidstaten werd ondertekend, wordt archeologisch erfgoed als het Domplein omschreven als ‘alle overblijfselen, voorwerpen en andere sporen van de mens uit het verleden, waarvan het behoud en de bestudering bijdragen tot het reconstrueren van de bestaansgeschiedenis van de mensheid en haar relatie tot de natuurlijke omgeving ‘.

Om dat zo zorgvuldig mogelijk te verwezenlijken, worden in Utrecht de archeologische overblijfselen niet naar een museum gebracht, maar wordt het museum, Schatkamer Domplein II, naar de overblijfselen gebracht. Met andere woorden, het museum wordt om de overblijfselen heen gebouwd. Zo blijft belangrijk archeologisch erfgoed in situ bewaard en tegelijkertijd toegankelijk gemaakt. Een unieke oplossing waar met belangstelling, maar soms ook met argusogen, naar wordt gekeken.

(Foto: Stichting Domplein 2013)

Onverwachte ontwikkelingen

Ed Smienk, hoofd adviesgroep civiele techniek van ABT, is al vijf jaar aan het project verbonden. Aan de rand van de bouwkuip annex opgraving vertelt hij over de technische uitdagingen die elkaar blijven opvolgen. De rode draad in zijn verhaal is dat zekerheden van vandaag morgen weer op losse schroeven kunnen staan. Elke onverwachte vondst in de ondergrond kan invloed hebben op de constructie en dus vragen om nieuwe slimme oplossingen.

Het project startte met een intensieve voorbereiding. Voor een nulmeting van de staat van de omliggende bebouwing, waaronder de 112 meter hoge Domtoren, is gebruikgemaakt van cameradrones. Met informatie over eerdere deelopgravingen, grondradar, een 3D-laserscan, uitgebreide sonderingen en nieuwe proefsleuven en –ontgravingen, is het werkgebied in kaart gebracht. Dat maakte het mogelijk om zonder verstoring van de archeologische overblijfselen rondom een damwand in de grond te drukken. Daarmee is het gebied afgebakend waar opgraving is toegestaan en zijn meteen de contouren van Schatkamer II gemarkeerd.

Binnen het 350 vierkante meter grote gebied bevinden zich de uit 1480 daterende pilaren van het middenschip van de Domkerk, dat in 1674 door een tornado werd verwoest. Enkele van die pilaren zijn dragend in de dakconstructie van Schatkamer II. De dakconstructie is de eerstvolgende stap. Die zal bestaan uit een stempelraam met uitsparingen voor latere toevoeging van de glasvensters, dat later in het uiteindelijke betondek wordt geïntegreerd. Het geheel rust behalve op de oude pilaren ook op de damwand en drie extra toegevoegde funderingspalen. De extra constructieve voorzieningen maken het mogelijk dat het betondek kan worden verdund tot 350 millimeter en bij niet-dragende pijlers zelfs tot 200 millimeter.

Veiligstellen

In het najaar van 2013 moet het Domplein weer ogen als vanouds, terwijl de archeologen onder het maaiveld doorgaan met het tot op vijf meter diepte verder blootleggen van de geschiedenis. Allerlei bouwkundige maatregelen moeten ervoor zorgen dat er bij die verdere opgraving niets mis kan gaan. Zo wordt vooraf met groutinjecties en ijzeren pinnen de stabiliteit van een romaanse constructie van veldkeien veiliggesteld. De vochthuishouding wordt continu in de gaten gehouden en mogelijke compensatiemaatregelen zijn vooraf doorgerekend en staan paraat om toegepast te worden als dat nodig blijkt.

De locatie van Schatkamer II is in 1949 al eens blootgelegd door archeoloog Van Giffen. De huidige archeoloog van het Domplein, Robert Hoegen, verwacht desondanks nieuwe vondsten: “We kunnen gebruikmaken van de nieuwste technieken. Van Giffen had bijvoorbeeld nog geen metaaldetectie. We hebben al verschillende munten gevonden en verwachten nog meer te vinden.” (Foto: via Erfgoed Nederland)

Het ongeschonden in situ bewaren van archeologische overblijfselen is niet de enige randvoorwaarde die bij ABT tot hoofdbrekens leidde. Uitgangspunt is ook dat het Domplein op het oude maaiveldniveau en met behoud van de bestaande functie als evenementenlocatie gehandhaafd blijft. Met de archeologische restanten dicht onder het maaiveld liet dit weinig ruimte voor het betondek, dat bovendien geschikt moest zijn voor verkeersklasse 600 (geschikt voor zeer zwaar vrachtverkeer). Die belastingseis geldt ook voor de drie ovale ramen die het straks mogelijk maken vanaf straatniveau in de Schatkamer te kijken.

Een tweede complicerende factor is de drukke Utrechtse binnenstad. De werkzaamheden zijn enkele malen onderbroken omdat het Domplein plaats moest bieden voor grootschalige evenementen als de opening van de Vrede van Utrecht-viering, Roze Zaterdag en VJ op de Dom. Dat betekende steeds dat het Schatkamergebied voor enkele dagen schoon en veilig moest worden opgeleverd. Deze omstandigheden hebben ook geleid tot een uitvoeringswijze waarbij eerst een betonnen stempelraam wordt aangebracht tussen de damwanden. De archeologische ontgravingen vinden plaats onder het stempelraam. De grond kan via uitsparingen voor de vensters worden afgevoerd terwijl er over het stempelraam kan worden gereden met graafmachines. Uiteindelijk wordt het stempelraam geïntegreerd in het definitieve betondek.

In 3D

ABT heeft van meet af aan alle gegevens in 3D vastgelegd. Niet alleen voor de bouw (BIM), maar ook voor de omgeving (BEM: Building Environment Modelling). Die werkwijze is steeds van groot belang geweest in het overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), die verantwoordelijk is voor de rijksarcheologische monumenten in Nederland. Ook voor de RCE is de combinatie van behoud en beleving van archeologisch erfgoed een nieuwe ontwikkeling. De 3D-documentatie helpt oplossingen inzichtelijk te maken, te overtuigen van de risicomijdende aanpak en biedt een schat aan aanvullende informatie voor educatieve doeleinden.