Ze worden wel eens aangeduid met ‘kleine ondergrondse infrastructuur’ maar niets is minder waar: er ligt twee miljoen kilometer aan kabels en leidingen in de ondergrond. Niet verwonderlijk dat er behoefte is aan een integrale langetermijnvisie op aanleg, beheer en onderhoud.
De ondergrond zal in Nederland nog intensiever gebruikt gaan worden. Zeker voor kabels en leidingen. Het COB-netwerk heeft het initiatief genomen voor het project Common ground voor ondergronds infra om tot een gedeelde visie te komen van alle betrokken partijen.
Amsterdamse nieuwbouwgebieden worden al niet meer op aardgas aangesloten. Voor de bestaande bouw kiest de gemeente voor een gebiedsgerichte aanpak volgens een zogeheten City Deal. De Van der Pekbuurt in Amsterdam-Noord is aangewezen als pilot.
De daling van het aantal graafschades stagneert. René Frinks (Heijmans) en Robert-Jan Looijmans (Agentschap Telecom) spannen zich, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, in om veilig en schadevrij graven te bevorderen.
“In binnenstedelijk gebied past het niet allemaal lekker meer, het is vaak niet exact bekend wat waar ligt en we weten ook niet altijd wat de status is. Er zijn veel organisaties betrokken bij de ondergrondse infra, maar niemand ‘is ervan’. Dus lossen we het per project op. Praktisch, maar inefficiënt en we lopen meerwaarde mis.”
Voor de RijnlandRoute inventariseerden Erik Rutten van de provincie Zuid-Holland en Jaap Luiten van adviesbureau Sweco alle te verleggen kabels en leidingen, maakten ze afspraken met beheerders en stelden ze kostenverdelingen op met een praktisch instrument.
‘Het venijn zit in de start, niet in de staart’: een van de lessen die is opgedaan binnen het convenant Samenwerken in de buitenruimte van de gemeente Rotterdam, Evides en Stedin. De kostenreductie kan oplopen tot twintig procent, en drie tot vijf maanden uitvoeringswinst is mogelijk.