Rotterdam, Nieuwe Warmteweg

Een ondergronds leidingnetwerk van 26 kilometer lang transporteert restwarmte uit de Rotterdamse haven naar bedrijven en huishoudens in Rotterdam-Zuid. Voor de aanleg van het netwerk moesten op diverse plekken spoor-, auto- en vaarwegen ondergronds worden gekruist. Hiervoor zijn onder andere horizontaal gestuurde boringen uitgevoerd, bijvoorbeeld onder de Maashaven, Katendrecht en de Rijnhaven.

Vertrek van de leiding bij de waterkant van Hoek van Holland. (Foto: Visser & Smit Hanab)

Werking

In de Rotterdamse haven komt veel warmte vrij bij industriële processen. Een groot deel van deze restwarmte wordt geloosd in oppervlaktewater of verdwijnt in de atmosfeer, terwijl deze warmte nog heel geschikt is voor het verwarmen van huizen of bedrijven. Dit is de gedachte achter het warmtenet: restwarmte die over is via een netwerk van leidingen elders nuttig inzetten.

Het transportnetwerk loopt van de afval- en energiecentrale van AVR-Van Gansewinkel in Rozenburg tot in hartje Rotterdam. Het netwerk bestaat uit een aan- en afvoerleiding en splits zich in de deelgemeente Charlois in een noordelijke en zuidelijke tak. De warmte wordt ‘afgegeven’ aan de stadsverwarmingsnetten van Nuon en Eneco.

Het warmtenet is zo ontworpen dat langs de gehele route ook andere bedrijven warmte kunnen afnemen of leveren. Ook kan het worden gekoppeld aan andere duurzame energiebronnen zoals aardwarmte, biomassa en zonne-energie. Twee pompstations, een in Hoogvliet en een bij de Groene Kruisweg, zorgen ervoor dat de druk en daarmee de transportsnelheid van het water in het gesloten netwerk voldoende hoog blijft. Verder staan er op twee plekken langs het netwerk enorme buffertanks met warm water om pieken in de warmtevraag te kunnen opvangen. De capaciteit van het netwerk is voldoende om 50.000 huishoudens van warmte te voorzien. Het nuttig inzetten van de restwarmte zorgt jaarlijks voor een reductie van de CO2-uitstoot van 70 tot 80 kiloton CO2.

Het eerste deel van het transportnetwerk bestaat uit stalen buizen met een doorsnede van vijfhonderd millimeter. Na de vertakking in deelgemeente Charlois gaan de noord- en zuidtak van het netwerk verder met stalen buizen met een diameter van vierhonderd millimeter. Alle buizen hebben een circa honderd millimeter dikke isolerende mantel van purschuim, met daaromheen een buitenleiding van polyetheen. De leidingen die zijn gebruikt voor de rivierkruisingen hebben een stalen buitenleiding. In de goed geïsoleerde mantel zitten lekdetectiedraden die vocht detecteren dat bij een beschadiging van buitenaf indringt.

Sleufloze technieken

Voor de aanleg van het transportnetwerk onder infrastructuur is twaalf keer een sleufloze techniek toegepast zoals persingen onder wegen en spoorwegen, een schildboring voor het kruisen van de spoorlijn Rotterdam-Breda, de HSL en de Havenspoorlijn en horizontaal gestuurde boringen onder de Oude Maas en de Maashaven, Katendrecht en de Rijnhaven.

Voor de kruising onder de Oude Maas bij Hoogvliet is een horizontaal gestuurde boring uitgevoerd over een lengte van ruim een kilometer. De stalen leidingen liggen op het diepste punt ongeveer 33 meter onder NAP. Het leidingstracé onder de Maashaven, Katendrecht en de Rijnhaven is met 1.500 meter de langst geboorde kruising van de Nieuwe Warmteweg. De leidingen liggen hier bijna 60 meter onder NAP.

Het ondergrondse tracé voor elke leiding is met twee boorstellingen gemaakt die naar elkaar toe boorden. Een relatief lichte stelling boorde vanaf de Wilhelminapier en een zware boorstelling met een trekkracht van 450 ton vanaf de Brielselaan. Door gebruik te maken van geavanceerde radartechnologie bereikten beide boorkoppen elkaar diep in de ondergrond. Nadat deze zogeheten pilotboring gereed was is het boorgat met ruimers vergroot en kon het intrekken van de eerste leiding starten. Dit is in het weekend van 9 en 10 maart 2013 gedaan met de zware boorstelling op de Brielselaan.

De twee leidingen voor deze kruising zijn in twee delen in de omgeving van Hoek van Holland in elkaar gelast en over water naar de Wilhelminapier gesleept. Daar zijn de twee delen aan elkaar gelast. Vervolgens is de eerste intrekoperatie gestart. Om ervoor te zorgen dat de leiding onder de juiste hoek het boorgat inging, was hij in takels van twaalf grote kranen gehangen. Voor het intrekken werd de leiding aan de boorkop bevestigd en vervolgens met een snelheid van ongeveer honderd meter per uur richting de Brielselaan getrokken. Nadat de eerste leiding op zijn plek lag, is het tracé voor de tweede leiding geboord. De tweede leiding is in het weekend van 23 en 24 maart 2013 ingetrokken. Tijdens de intrekoperaties was de Erasmusbrug gesloten en het scheepsverkeer op de Nieuwe Maas gestremd.

(Foto: via VolkerWessels)