Terneuzen, Westerscheldetunnel

Voor autoverkeer is de Westerscheldetunnel de snelste verbinding tussen Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen. De toltunnel is 6,6 kilometer lang en ligt tussen Ellewoutsdijk en Terneuzen. Het diepste punt van de tunnel bevindt zich op zestig meter onder het zeeniveau.

(Bron: Westerscheldetunnel.nl)

De tunnel bestaat uit twee aparte tunnelbuizen met een buitendiameter van 11,3 meter. Elke tunnelbuis bevat twee rijstroken met daaronder een servicekanaal voor alle kabels van de tunneltechnische installaties, zoals de verlichting, de wegsignalering en de communicatiesystemen. Helemaal onder in dit kanaal liggen drainagebuizen die het water dat de tunnel in lekt (via de voegen), afvoeren naar vier pompkelders. Vanuit deze kelders wordt het lekwater teruggepompt in de Westerschelde. Per etmaal lekt er circa 2.500 liter water in elke tunnelbuis.

Bouwmethode

De Westerscheldetunnel is een geboorde tunnel. Voor de bouw zijn twee tunnelboormachines gebruikt, de Sara voor de oostbuis en de Suzanna voor de westbuis. Deze machines boorden vanaf Terneuzen richting Zuid-Beveland met een gemiddelde snelheid van ongeveer 12 meter per dag. Het boren van de eerste buis begon in juli 1999. Twee maanden later begon het boren van de tweede buis.

Door de aanwezigheid van zogeheten Boomse klei, een harde compacte klei, vroeg het boorproces speciale aandacht. Er is geboord volgens de hydroschildmethode. Bij deze methode wordt een bentonietslurry (water met bentoniet) gebruikt om aan het boorfront voldoende steundruk te geven. Daarnaast dient de slurry als transportmedium voor de afvoer van de losgegraven grond. Van de grond is de helft hergebruikt, de rest is in de Westerschelde gestort.

Beide tunnelbuizen zijn opgebouwd uit 3.300 tunnelringen van twee meter breed. Nadat de tunnelboormachine ruim twee meter had geboord, werd een tunnelring aangebracht. Iedere ring bestaat uit zeven tunnelsegmenten van 45 centimeter dikte en een sluitstuk. In totaal zijn er 53.000 tunnelsegmenten verwerkt die allemaal op de bouwplaats zijn gefabriceerd.

(Bron: Westerscheldetunnel.nl)

Veiligheid

Om bij brand in de tunnel schade aan de tunnelconstructie te voorkomen, is op de wanden een hittebestendige laag aangebracht. Deze laag is bestand tegen een temperatuur van 1.350 graden Celsius. Voor de veiligheid van weggebruikers zijn iedere 250 meter dwarsverbindingen gemaakt tussen de twee tunnelbuizen die zijn voorzien van vluchtdeuren. Voor de aanleg van deze dwarsverbindingen heeft de aannemerscombinatie gebruikgemaakt van een vriestechniek. Met zogeheten vrieslansen is de bodem bevroren. Vervolgens is de grond weggegraven en zijn de verbindingen gemaakt.

Het beheer, onderhoud, de veiligheid en het verkeersmanagement van de tunnel wordt geregeld door de NV Westerscheldetunnel. Deze organisatie beheert ook de nabijgelegen Sluiskiltunnel.