Koustechniek bespaart kosten en beperkt overlast rioolrenovatie

In november is in Harlingen dertienhonderd meter rioolbuis gerenoveerd met behulp van de cured in place pipe (CIPP) methode. Een kunststof kous werd uitgerold in de rioolbuis om zo een nieuwe binnenwand te creëren. Deze techniek, ook wel relining genoemd, geeft reden tot het maken van een afweging: moet een riool opgegraven worden en vervangen door een nieuwe, of kan het beter gerenoveerd worden door middel van relining?

14 december 2012 | AUTEUR: Armand van Wijck

Onder een grote woonwijk, een industrieterrein en verschillende asfaltwegen loopt één van de hoofdrioleringen van de gemeente Harlingen naar de waterzuiveringsinstallatie. Het achtendertig jaar oude asbest-cement riool was nodig toe aan een opknapbeurt. “Na een rioolinspectie bleek dat de wanddikte was afgenomen. Het is een belangrijk riool, want het verzorgt het transport van ons afvalwater richting de waterzuiveringsinstallatie. Een breuk in het riool kunnen we ons dus niet veroorloven”, vertelt Gerwold Hylkema, rioolbeheerder van de gemeente Harlingen.

De gemeente stond voor een keuze: het is altijd mogelijk om te ontgraven en een riool te vervangen door een nieuwe. Maar het riool relinen was ook een optie. Hylkema: “We hebben voor relining gekozen omdat het riool vrij diep ligt, op 4,5 meter onder het maaiveld. Het is vrij intensief om dit te ontgraven en er nieuwe buizen in te zetten. Qua kosten was relining het meest voordelig.” Maar ook omgevingshinder speelt volgens Hylkema een rol. “Bij ontgraven hebben de bewoners er veel meer last van. Bovendien was met het relinen alles in zeven weken klaar. Vervanging door een nieuw riool had wel meer dan een jaar geduurd.”

Uitrollen met water

BAM Nelis De Ruiter voerde het project uit, in samenwerking met het Deense Aarsleff Pipe Technologies. Het te renoveren riool werd buiten dienst gesteld en een tijdelijke leiding leidde het afvalwater bovengronds om richting de zuiveringsinstallatie, compleet met een mobiele, bovengrondse pompinstallatie. Een transportband op een steiger liet boven verschillende rioolputten langs het traject een opgevouwen kunststof kous het riool in zakken. “Zo’n kous bestaat uit een dragermateriaal, geïmpregneerd met harsen. Het dragermateriaal zuigt onder vacuüm de hars op”, vertelt Ane Jutte, directeur van BAM Nelis De Ruiter. Jutte is al sinds 1975, toen de eerste gerelinede Nederlandse buizen een feit waren, bij de techniek betrokken.

Voor het riool van Harlingen was naaldvilt als dragermateriaal gekozen. De kous werd uitgehard met water: “Door het toevoegen van water in de kous via de steigerconstructie ontstaat een waterkolom. De zo opgebouwde waterdruk stuwt de kous naar voren en rolt deze wrijvingsloos van binnen naar buiten uit, tegen de wand aan”, aldus Jutte. Op deze manier krijgt de rioolbuis een nieuwe binnenwand.

Voordat de kous zijn werk zal doen, moet de aannemer wel eerst het riool grondig reinigen en opnieuw inspecteren. Jutte: “Je moet echt weten wat er in het riool ligt, want een kous gaat er anders zo overheen. Hij pakt iedere steen die er ligt in, en dat willen we uiteraard niet. En het kan soms ook zijn dat iemand een heipaal door het riool heeft geslagen, of dat er kabels en leidingen doorheen zijn geboord.”

Het is volgens Jutte het beste om de koustechniek toe te passen in combinatie met de bestaande inspectieputten. Maar naarmate de riolen groter worden, is er wel wat meer ruimte nodig voor de kous. De meeste putdeksels zijn niet groter dan zeshonderd millimeter doorsnee. Jutte: “Dat betekent dat wanneer daaronder een buis ligt van duizend millimeter doorsnee, wat niet ongewoon is, we de putkop moeten slopen, maar dit is erg locatiegebonden.”

Soorten en maten

Er zijn naast naaldvilt en het uitharden met water meer mogelijkheden met de koustechniek. Uitharden kan ook met behulp van stoom of licht. De snelste uithardingstechniek is met behulp van LED-verlichting. Het gaat dan om een door licht uithardende hars. “We gaan dan met een kop met LED-lampjes op looptempo door de buis. Dat is erg snel. We gebruiken het nu nog met name voor huislozingen, leidingen met een diameter tot tweehonderd millimeter”, vertelt Jutte.

Hylkema heeft voor de riolering in Harlingen bewust gekozen voor uitharden met water. Jutte: “Met stoom is er een grotere kans dat de kous het niet aankan en het riool in elkaar klapt (implosie). Dat komt omdat het riool vrij diep ligt, met een hoge grondwaterstand ter plaatse. Er staat dan veel druk op het riool vanwege het grondwater.”

Ook het dragermateriaal kan anders zijn, afhankelijk van de situatie. Zo zijn er kousen van glasvezel die veel sterker zijn, maar deze zijn minder goed toepasbaar voor langere trajecten bij leidingen met een diameter die groter is dan twaalfhonderd millimeter. “De samenstelling van het materiaal is daar nog niet geschikt voor”, aldus de rioolbeheerder.

Kous versus vervangen

Jutte ziet vele voordelen in de koustechniek ten opzichte van het vervangen van het riool met nieuwe betonnen elementen (zie ook kader). “Je overbrugt om de paar meter een voegconstructie (zoals bij betonnen riolering) en legt als het ware één buis van enkele honderden meters.” Omdat de kous van kunststof is, een hoogwaardig materiaal, levert het relinen volgens Jutte ook meerwaarde met het oog op sterkte en levensduur. “De reliningproducten zijn getest op een levensduur van vijftig jaar. We zijn met onze harsen zelfs in staat om honderd jaar levensduurverwachting te garanderen.”

Minstens net zo belangrijk bij een afweging zijn volgens Jutte de maatschappelijke factoren. Vervangen van het riool betekent vaak voor een lange periode afgezette wegen en dus omleidingen, geluidsoverlast en opengebroken straten. “Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van een buis in een winkelstraat, waardoor het winkelend publiek nog maar lastig bij de winkels kan komen. Dat is zuur voor winkeliers”, aldus Jutte. Hij vervolgt: “De uitvoeringstijd is ook belangrijk om mee te nemen in een afweging. Open ontgraven duurt veel langer dan relinen. Het relinen van zeshonderd meter riool kan in een paar dagen tijd. Maar je hebt een paar weken voor hetzelfde stuk nodig als je het wilt opgraven en vervangen.”

Dan is er nog de ruimte die het proces in beslag neemt. Bij het relinen met de kousmethode staat er hooguit één vrachtwagen op de weg en is de geluidsoverlast volgens Jutte minimaal: “Als je ziet hoeveel kranen, shovels en vrachtwagens er aan te pas komen bij een ontgraving, dan is de keuze vaak snel gemaakt. Met de koustechniek hebben we alleen een put nodig, de kous moet geleverd worden en dat is het. En in binnenstedelijke gebieden heb je soms vervuilde grond. Dat moet bij ontgraven ook nog eens apart afgevoerd worden.”

Doorontwikkelen

Deze grote lijst met voordelen wil nog niet zeggen dat relinen altijd de beste oplossing is. “In sommige gevallen is het qua kosten break even. En kijken we puur naar het materiaal, dan is een betonnen buis van twee meter goedkoper dan twee meter relinen”, aldus Jutte. “Maar wie alles meeweegt komt wel tot de conclusie dat relinen vrijwel altijd aantrekkelijker is. Wij raden bijna altijd relinen aan, tenzij de functie van het riool niet meer voldoet. Als een riool bijvoorbeeld verzakt is, dan moet het wel echt vervangen worden. Of wanneer de diameter vergroot moet worden in verband met een capaciteitsprobleem.”

Als we Jutte moeten geloven, dan staat de huidige koustechniek als een huis. Wel is BAM Nelis De Ruiter samen met Aarsleff bezig met het doorontwikkelen van de koustechniek. “Voor leidingen met een diameter groter dan 2,5 meter zijn er bijvoorbeeld nog geen kousen”, licht Jutte toe. En voor leidingen waar veel druk op staat, zijn kousen niet altijd de beste oplossing. “Als er door onderdruk een buis implodeert, dan kunnen weinig kousen dat hebben. Voor grotere waterleidingen moet je dus nog niet in kousen denken, maar met alternatieve oplossingen komen.”

Jutte besluit: “Welke afweging men ook moet maken, één ding is zeker: bij relinen maken we met minimale overlast gebruik van de bestaande ondergrondse infrastructuur. Zolang er een buis of gat nog in tact is, kunnen we er van alles mee doen. Dat is de kracht achter dit soort technieken.”