Ondergrondse inrichting
Achtergrondinfo modellen
L400 – Verificatie prognosemodel ‘bodem’
https://www.cob.nl/document/l400-verificatie-prognosemodel-bodem/
Auteur: J.D. Stoop
Uitgever: Fugro Ingenieursbureau B.V.
Uitgave: 30 september 1999 | GeĆ¼pload op: 1 mei 2016
In dit rapport wordt de verificatie beschreven van de deelmodule 'bodem' van het prognosemodel trillingen (L400). Het doel van deze verificatie is het aangeven ...>>
Samenvatting
In het kader van CUR/COB project L400 Trillingen is een modulair opgebouwd trillingsprognosemodel ontwikkeld. Binnen dit model is de module ‘bodem’ een centrale schakel tussen trillingsbronnen en -ontvangers. Ter controle op praktische bruikbaarheid en deugdelijkheid van de resultaten van dit moduul is naast ‘interne’ controle door de opstellers van het moduul ook een ‘externe’ verificatie uitgevoerd. Het doel van de verificatie is het aangeven hoe in de verschillende modulen van het prognosemodel trillingen (L400) het verband wordt gelegd tussen fysisch meetbare invoergegevens en de door het prognosemodel gegenereerde uitkomsten.
Gebleken is dat de ontwikkelde theoretische basis van het moduul, welke in diverse deelrapporten is beschreven, overeenkomt met hetgeen is aangeboden in de diverse projectplannen met betrekking tot de ontwikkeling van het bodemmoduul. Wel blijken met name de eerdere rapportages op onderdelen onduidelijk en bovendien door de voortschrijdende ontwikkeling van het moduul op onderdelen niet meer up to date.
De PC-module blijkt in het gebruik te werken zoals dat op basis van de onderliggende theorie mocht worden verwacht. Met betrekking tot de gebruiksvriendelijkheid van de module en de nauwkeurigheid van de resultaten is gebleken dat er op beide punten een aantal duidelijke aanbevelingen ter verbetering gedaan kunnen worden. Dit betreft met name de duur van berekening die al gauw kan oplopen tot enkele dagen, aanpassing van de huidige foutieve berekening van de fase van trillingen, en tenslotte de relatief grote onnauwkeurigheid van het moduul nabij het maaiveld door waarschijnlijk te sterke vereenvoudigingen in de modellering van het ontstaan van oppervlaktegolven.