(Geo)hydrologie
Bodem- en grondonderzoek
L520 Validatie 3D-numerieke rekenmodellen A.D.H.V. centrifugeproeven K100/BTL
Auteur: ir. P.P.T. Litjens
Uitgever: Centrum Ondergronds Bouwen
Uitgave: oktober 1997 | Geüpload op: 1 mei 2016
In dit rapport zijn de resultaten weergegeven van de berekeningen die zijn uitgevoerd in het kader van CUR/COB commissie L520 'Rekenmodellen Geotechniek', deelp...>>
Samenvatting
In dit rapport zijn de resultaten weergegeven van de berekeningen die zijn uitgevoerd in het kader van CUR/COB commissie L520 ‘Rekenmodellen Geotechniek’, deelprojecten 21.1 ‘Frontstabiliteit’ en 24 ‘Validatie’. Aan de hand van een numeriek model is het verloop van gronddeformaties als functie van de opgelegde steundruk aan het boorfront bepaald.
De berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van het EEM-programma DIANA. Hierbij is gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het uitvoeren van een gefaseerde berekening, zodat een verlaging van de steundruk in verschillende fasen mogelijk is. De resultaten van de berekeningen betreffende de K100-cetrifugeproeven laten voor actief bezwijken goede resultaten zien. Voor het passief bewijkmechanisme lopen de resultaten nogal uiteen, zeker bij grotere toenamen van de druk aan het boorfront.
Ook de berekeningsresultaten van de BTL-proeven in klei is gebruik gemaakt van het Mohr-Coulomb materiaalmodel. Hiermee zijn geen bevredigde resultaten behaald. Uit de resultaten van de berekeningen is geen duidelijk moment van bezwijken van het front te zien. Bij afname van de boorkamerdruk tot ver beneden de waterspanning blijkt dat van bezwijken nog geen sprake is. Eerste berekeningen met behulp van een ander materiaalmodel, het Modified CamClay model wijzen op betere resultaten. Een variatie van de gebruikte invoerparameters is echter noodzakelijk om een uitspraak te doen over de bruikbaarheid van dit materiaalmodel voor de beschrijving van het bezwijkgedrag aan het boorfront.