Voorliggende nota "Ontwerp- en rekenmethoden voor ondergronds bouwen. Nota probleemanalyse en verkenning" bevat een zeer uitgebreide verkenning van kennisleemte...>>
Samenvatting
Voorliggende nota “Ontwerp- en rekenmethoden voor ondergronds bouwen. Nota probleemanalyse en verkenning” bevat een zeer uitgebreide verkenning van kennisleemten die zijn te signaleren in beschikbare ontwerpconcepten voor met name boortunnels. Als probleemgebieden worden onderscheiden de geotechniek, constructies en het milieu, welke gebieden uiteraard niet los van elkaar kunnen worden gezien.
Nederlandse klei- en veengronden zijn in verhouding tot het buitenland zeer slap en hebben een relatief laag volumegewicht. Mede door de hoge grondwaterspiegel zijn de effectieve grondspanningen relatief laag. Hieruit volgt dat de in andere landen gebruikte ontwerp- en rekenmethoden zeker niet zander meer voor de specifiek Nederlandse omstandigheden kunnen worden toegepast. Een relatief groot deel van de totale kosten van een boortunnelproject heeft betrekking op de tunnellining en verbindingen en/of aansluitingen met andere constructies. Om deze reden is men gebaat bij optimalisatie van het ontwerp en de dimensionering van deze constructies, rekening houdend met de complexe eisen van sterkte, stijfheid (of juist: flexibiliteit), duurzaamheid en waterdichtheid. Naast deze economische motieven speelt ook het veiligheidsaspect een belangrijke rol; technisch falen van diepliggende tunnelbuizen dient te allen tijde voorkomen te worden.
Op het gebied van milieu komen specifiek naar voren het probleemveld trillingen en het probleemveld grondwaterstroming. Veel onduidelijkheid bestaat nog over de mogelijke gevolgen van trillingen en contactgeluid die ontstaan door de aanleg en exploitatie van ondergrondse infrastructuur. Het grootste deel van Nederland heeft te maken met een relatief hoge grondwaterstand. De aanleg van ondergrondse infrastructuur kan effect hebben op de grondwaterstand of op het stromingsbeeld van het grondwater.