https://www.cob.nl/document/vergelijking-met-de-botlek-spoortunnel-en-de-tweede-heinenoordtunnel/
Het doel van dit afstudeeronderzoek is het verklaren van de optredende schademechanismen en vervormingen aan de tunnelbuis van de boortunnel Groene Hart. Daarna...>>
Samenvatting
Het doel van dit afstudeeronderzoek is het verklaren van de optredende schademechanismen en vervormingen aan de tunnelbuis van de boortunnel Groene Hart. Daarnaast zal worden onderzocht of een relatie bestaat tussen de vervormingen aan de tunnelbuis en de optredende schademechanismen. Indien deze relatie aangetoond kan worden, wordt onderzocht hoe bepaalde schademechanismen en vervormingen met elkaar samenhangen.
De optredende schadegevallen en vervormingen zijn parameters die de kwaliteit van de tunnelconstructie bepalen. Wanneer bekend is waardoor de schademechanismen en vervormingen optreden, kunnen deze misschien voorkomen worden. Dit geldt niet alleen voor de boortunnel Groene Hart, maar ook voor de tunnels die in de toekomst in slappe grond geboord zullen worden.
Wanneer de scheuren zo groot zijn dat water en zuurstof tot de wapening van de tunnelsegmenten kunnen doordringen, bestaat het gevaar dat corrosie optreedt. Op korte termijn moeten de scheuren daarom worden gerepareerd. Op lange termijn is monitoring van deze “weak spots” noodzakelijk om tijdig schades te kunnen identificeren en maatregelen te kunnen nemen in de vorm van onderhoudswerkzaamheden. Deze onderhoudswerkzaamheden zijn echter zeer ongewenst, vanwege de eis dat het treinverkeer in de tunnel zo weinig mogelijk mag worden gehinderd.
De opbouw van dit rapport is als volgt. In hoofdstuk 2 worden de krachten beschreven in de bouwfase op de tunnellining van de, eerder in Nederland geboorde, Botlek spoortunnel en Tweede Heinenoordtunnel. In dit hoofdstuk is ook aangegeven welke spanningen en vervormingen deze krachten tot gevolg hebben. In hoofdstuk 3 is een inventarisatie gemaakt van de opgetreden schademechanismen bij de Botlek spoortunnel en de Tweede Heinenoordtunnel.
Hoofdstuk 4 beschrijft de verschillen tussen de boortunnel Groene Hart en de Botlek spoortunnel en Tweede Heinenoordtunnel, waarna beschreven wordt wat deze verschillen tot gevolg hebben voor de in hoofdstuk 2 en 3 beschreven belastingen, spanningen, vervormingen en schademechanismen van en op de tunnellining. Tenslotte worden in hoofdstuk 5 de conclusies van deze voorstudie gegeven en wordt een plan van aanpak opgesteld voor het tweede en laatste deel van dit afstudeeronderzoek.