Samenvatting

Een belangrijke uitkomst van eerder COB-onderzoek is dat het centraal opslaan en ontsluiten van geotechnische data uiterst zinvol is en leidt tot betere voorspellingen van het gedrag van de ondergrond. In dit vervolgonderzoek is het opslaan en gebruik van zettingsmetingen en -berekeningen verder uitgewerkt.

In grote delen van Nederland is de ondergrond zeer samendrukbaar. Partijen die op deze slappe bodem bouwen en hiervoor ophogingen aanbrengen, berekenen vooraf hoe groot de zettingen zullen zijn. Vanwege grondonzekerheden is hierbij een bepaalde bandbreedte nodig; deze kan worden verkleind door meer data te gebruiken. In dit project is onderzocht aan welke voorwaarden zettingsmetingen en de bijbehorende achtergrondinformatie (zoals grondwaterstand, maaiveldhoogte etc.), dienen te voldoen, om deze gegevens goed te kunnen ontsluiten en inzetten.

Het meten van zettingen met behulp van zogeheten zakbaken – de meestgebruikte methode – is als uitgangspunt genomen. Het rapport geeft een overzicht van de gegevens die nodig zijn met deze techniek betrouwbare analyses te maken. Hierbij is zowel gekeken naar de gegevens voor het uitvoeren van metingen als voor het ‘fitten’ van de metingen op de vooraf berekende zettingen (toetsen of de grond zich gedraagt zoals was gemodelleerd). Er zijn ook randvoorwaarden vastgesteld voor het opnemen van meetgegevens in een openbare database en er wordt ingegaan op de digitale aanlevering.

Een deel van de benodigde gegevens is al beschikbaar via openbare databases. Voor zakbaakgegevens, gegevens van fitberekeningen en andere aanvullende informatie (zoals grondparameters) zijn nog geen gestandaardiseerde formats ontwikkeld om deze openbaar beschikbaar te maken. Er wordt geadviseerd om deze gefaseerd te ontwikkelen door eerst alleen zakbaakgegevens via een module te ontsluiten. Hiervoor zijn onder meer een digitaal format, een dashboard/digitaal systeem en een juridisch kader nodig.