Aanbestedingspraktijk biedt wel degelijk ruimte voor innovatie

Het aanbestedingsrecht is min of meer dodelijk voor innovatie. Dat is wat vaak wordt gedacht. Innovatie stimuleren in de aanbesteding kan echter wel degelijk. Met dat betoog en concrete oplossingen verzorgden Gerben Hofmeijer (AT Osborne) en Wesley Veekman (Rijkswaterstaat & PIANOo) een presentatie tijdens het Flexival op 12 april 2019.

Voor een goed begrip is het eerst nodig om onderscheid te maken tussen innovatief inkopen (vernieuwing van het inkoopproces) en innovatiegericht inkopen (inkoop van een innovatief product). Innovatiegericht inkopen is bijvoorbeeld aan de orde als de overheid de markt vraagt innovatieve oplossingen te bedenken en te leveren. Daarvoor is allereerst een scherpe vraagarticulatie nodig. De opdrachtgever moet inzicht hebben in marktuitdagingen en een dialoog willen aangaan met het bedrijfsleven. Hofmeijer en Veekman pleiten daarbij voor innovatieontwikkeling in competitie, waarbij het intellectueel eigendom bij voorkeur bij de leverancier blijft liggen. Dat biedt de opdrachtgever uitzicht op meer verschillende oplossingen voor het probleem en beperkt het risico voor de leverancier.

Hofmeijer en Veekman: “Je moet je probleem begrijpen en de innovators in de markt kennen. De afspraken die je maakt, hangen samen met de TRL-fase waarin een innovatie zich bevindt (zie kader). Als je ziet dat een veelbelovend initiatief vastloopt in de prototypefase, kun je die innovatie als overheid stimuleren door als ‘launching customer’ op te treden.”

Subsessie van Gerben en Wesley op het Flexival. (Foto: COB)

Andere volgorde

De volgorde van de aanpak is een belangrijk voorwaarde voor succes. Normaal gesproken volgen na de verkenningsfase onderzoek en ontwikkeling (O&O), dan de aanbesteding, en de commercialisatie als laatste. Hofmeijer pleit voor het omdraaien van stap 2 en 3. Met een innovatiepartnerschap kun je de O&O-fase uitvoeren na aanbesteding. In de mededingingsfase kunnen dan maximaal drie partijen worden geselecteerd. In de O&O-fase kan met een of meer partners worden samengewerkt. De betrokken partijen weten dat in de commercialisatiefase geen nieuwe partijen kunnen toetreden. De succesvolle partners kunnen dan een commerciële inschrijving doen, waarbij de beoordeling plaatsvindt op basis van de prijs-kwaliteitverhouding met een eerder afgesproken kwaliteitsminimum en prijsmaximum.

Hofmeijer en Veekman: “Bij innovatie heb je te maken met een ander risicoprofiel en andere verdienmodellen. Samenwerking op basis van innovatiepartnerschap geeft een balans tussen concurrentie en samenwerking. Door de speelruimte die de wet biedt te benutten, kun je een aanbestedingsvorm kiezen die past bij jouw opgave.”