‘Zonder de ondergrond lopen we vast’

De bestaande logistiek loopt vast. Volgens Bart Vannieuwenhuyse, mede-initiatiefnemer van Future Proof Transport Initiatives (FPTI), gaan we het met de bestaande vervoersmodaliteiten (weg, spoor, water, lucht) niet redden. “Ondergronds goederenvervoer is een duurzame en passende volgende stap in de logistiek.”

Kant-en-klare oplossingen zijn er nog niet, maar Vannieuwenhuyse is ervan overtuigd dat de tijd rijp is. Samen met drie andere ondernemers wil hij met FPTI het debat over ondergronds vervoer aanzwengelen. Bart Vannieuwenhuyse haalt Willy Winkelmans aan, professor-emeritus aan de Universiteit van Antwerpen, die eerder pleitte voor gebruik van de ondergrond om congestieproblemen op te lossen. In een artikel op Ademloos.be sprak Winkelmans de verwachting uit dat Antwerpen wereldleider in verkeersoverlast zou worden: “Als er in de haven nog vele miljoenen containers bij komen, zullen de files de hele regio wurgen”, aldus Winkelmans. “We moeten niet alleen de Ring overkappen, maar ook de containers onder de grond stoppen.”

Er zijn eerder initiatieven geweest, zoals het idee om ondergronds transport te realiseren van bloemen tussen Schiphol en de bloemenveiling Aalsmeer. De belangrijkste reden dat de ideeën rond ondergronds goederenvervoer niet eerder tot realisatie kwamen, ligt volgens Bart Vannieuwenhuyse in de kosten. “Maar er is iets veranderd. De ‘sense of urgency’ is enorm toegenomen. Niet alleen door de groei van de logistiek en de krapte op de arbeidsmarkt. Ook de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals, SDGs) van de VN dwingen tot nadenken. Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat er iets moet veranderen en tegelijkertijd zijn er de signalen dat er technisch steeds meer mogelijk is.”

Ondergronds goederentransport moet in de ogen van FPTI een volwaardige vijfde vervoermodaliteit worden. “We willen verder kijken dan de klassieke pijpleiding van A naar B. Het moet mogelijk worden om ook pallets, pakketjes en containers ondergronds te vervoeren. Maar dat moet dan wel op basis van een gedeeld verhaal. Voor individuele partijen zijn de volumes te klein om tot rendabele exploitatie van ondergrondse vervoerssystemen te komen. Wij denken dat er een publiek-private samenwerking nodig is en willen ons steentje daaraan bijdragen.”

Cargo-sous-terrain

De FPTI-initiatiefnemers voelen zich gesterkt door het Zwitserse Cargo-sous-terrain (CST)-initiatief, waarvoor begin 2018 100 miljoen Zwitserse frank (circa 86 miljoen euro) voor het ontwerp is opgehaald. De Zwitsers willen een stelsel van ondergrondse tunnels bouwen waarin goederen met speciale modules getransporteerd kunnen worden. De Zwitserse posterijen en twee supermarktketens steunen het initiatief en ook partijen als Google hebben interesse getoond. Het eerste deel van het traject, van bijna zeventig kilometer tussen het logistieke centrum Härkingen-Niederbipp en Zürich, kost naar verwachting drie miljard euro. De initiatiefnemers willen uiteindelijk uitbreiden naar logistieke hubs rond het Meer van Genève, het Bodenmeer, Basel, Luzern en Thun.

Infographic van Cargo-sous-terrain. Het eerste deel van het traject, van bijna zeventig kilometer tussen het logistieke centrum Härkingen-Niederbipp en Zürich, kost naar verwachting drie miljard euro. (Beeld: cargosousterrain.ch)

De motivatie achter CST is gelijk aan de drijfveren van FPTI. Cargo-sous-terrain berekende dat de bestaande vervoermogelijkheden onvoldoende zijn om de groei van het wegtransport (circa 45% in de komende twintig jaar) op te vangen en wijst op de noodzaak van verduurzaming. Bart Vannieuwenhuyse: “Het interessante is dat dit initiatief vanuit de retail is ontstaan. Men is met het concept naar de financiële wereld gegaan en heeft daar gehoor gevonden. Het zal zeker geen kwestie van ‘copy-paste’ zijn om ook bij ons tot oplossingen te komen, maar we kunnen wel leren van de Zwitsers. Daarom hebben we onder andere dit voorbeeld besproken in een bijeenkomst die we begin juni in Roosendaal hebben belegd om het proces hier op gang te brengen. Uit de reacties blijkt dat er consensus is over de noodzaak van andere logistieke oplossingen. Het idee dat je dat ondergronds zou kunnen doen, wordt niet meer weggelachen, zoals tien jaar geleden.”

Klein naar groot

“Met FPTI willen we het debat blijven aanjagen. Dat kan later uitmonden in het opzetten van samenwerkingsverbanden en bijvoorbeeld het opzetten van een publiek-private pilot. Ik verwacht dat ondergronds goederentransport zal starten met kleine toepassingen, maar dat dat wel zal gebeuren vanuit de gedachte dat er een volledig netwerk moet ontstaan. In Zwitserland wil men starten met het traject tussen Bern en Zürich, omdat daar het meeste volume zit. Als je daarnaar kijkt, kun je je voorstellen dat we hier beginnen met de as Antwerpen-Rotterdam. De eerste stap kan zijn dat je terminals binnen havens verbindt. Vervolgens kun je havens onderling verbinden en van daaruit een soort ondergrondse transportband naar het achterland creëren. In de steden moet je oplossingen zoeken in een vorm van buizenpost of een metrosysteem.”

Geheel geautomatiseerd ondergronds transport past in de evolutie naar een fysiek internet, waarbij concepten van internetdatatransfer worden toegepast op fysieke goederenprocessen.

“Het vooroordeel zal zijn dat een ondergronds transportsysteem te duur is. Ik ben ervan overtuigd dat als je kiest voor analyse van de volledige levenscyclus van zo’n systeem, tot aan ontmanteling toe, het wel degelijk mogelijk is om tot realisatie te komen.” Vanuit zijn ervaring met het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe logistieke oplossingen stelt Bart Vannieuwenhuyse dat technologische ontwikkelingen sterk bijdragen aan de haalbaarheid.

Geheel geautomatiseerd ondergronds transport past in de evolutie naar een fysiek internet, waarbij concepten van internetdatatransfer worden toegepast op fysieke goederenprocessen. Net zoals het verzenden van een e-mail via internet, van provider naar provider, kan vrachtvervoer van hub naar hub plaatsvinden. Vannieuwenhuyse: “Afzender en ontvanger van de goederen geven niet om de transport- en magazijnaanbieders op het traject, zolang de goederen maar worden afgeleverd in de juiste omstandigheden, tegen de laagste kosten en op de meest duurzame manier. De toekomst is dat goederen worden vervoerd in ‘π-containers’ die modulair, milieuvriendelijk, slim en wereldwijd gestandaardiseerd zijn. Het internet of things garandeert de realtime track-en-trace van de containers in een onderling verbonden netwerk van gecertificeerde infrastructuur, protocollen, logistieke centra, knooppunten, informatiesystemen en regio’s.”

Horizontaal

Voorboden van de toekomst die Bart Vannieuwenhuyse schetst, zijn zichtbaar in de logistieke concepten die hij met zijn bedrijf TRI=VIZOR ontwikkelt. “De huidige bedrijfsmodellen in transport en logistiek zijn eindig. Zij mislukken als gevolg van lage efficiëntiewinst, veroorzaakt door fragmentatie en capaciteitstekorten. Met TRI=VIZOR tonen wij aan dat horizontale partnerschappen en platforms de eerlijkste en meest geschikte manier zijn om rendabele alternatieven te realiseren.” Het bedrijf ontwikkelde onder andere een samenwerkingsverband tussen Nestlé en Pepsico. Bedrijven die elkaar op de schappen van de supermarkten sterk beconcurreren, werken wel samen in het bevoorraden van diezelfde supermarkten. Een belangrijk kenmerk van de samenwerking is het delen van transportcapaciteit. Niet toevallig ook een belangrijke voorwaarde voor een rendabele ondergrondse infrastructuur voor goederenvervoer.