Brand in de Schipholtunnel (11 juli 2001)
https://www.cob.nl/document/brand-in-de-schipholtunnel-11-juli-2001/
Auteur: P. van Vollenhove et al
Uitgever: Raad voor de Transportveiligheid
Uitgave: november 2002 | Geüpload op: 1 mei 2016
Dit rapport bevat het eindrapport Brand in de Schipholtunnel op 11 juli 2001 door de Raad voor de Transportveiligheid. De Raad heeft de brand in de tunnel en de...>>
Samenvatting
Dit rapport bevat het eindrapport Brand in de Schipholtunnel op 11 juli 2001 door de Raad voor de Transportveiligheid. De Raad heeft de brand in de tunnel en de gevolgenbestrijding onderzocht om er lering uit te trekken en herhaling te voorkomen.
De brand in de Schipholtunnel op 11 juli 2001 had tot gevolg dat de ondergrondse perrons van het station Schiphol werden ontruimd en dat grote aantallen reizigers uren lang in de gestrande treinen vastzaten. De brand had stellig niet de omvang van een ramp maar had dat wel kunnen worden. Het is niet meer dan een ernstig incident geweest dat buitensporig veel hinder voor de betrokken reizigers veroorzaakte en grote maatschappelijke onrust tot gevolg had. Dit laatste was niet verwonderlijk. Het vertrouwen in de brandveiligheid van tunnels is aanzienlijk verminderd door een aantal branden in tunnels in Europa die vele slachtoffers hebben geëist.
Uit de gebeurtenissen rond de brand in de Schipholtunnel blijkt vooral dat de samenwerking tussen brandweer en railbedrijven in deze potentiele crisissituatie niet goed is verlopen. De kern van dit probleem was de communicatie die verloopt volgens strakke procedures. Hierdoor kwam noodzakelijke informatie niet beschikbaar. De groep die onder leiding van de brandweer (CTPI) de problemen ter plaatse moest oplossen, beschikte daardoor voortdurend over te weinig informatie om goed op een onverwachte situatie te kunnen reageren. Aangezien de informatie-uitwisseling verloopt volgens vaste procedures is herhaling van identieke problemen in de toekomst niet uitgesloten.