De man die ons anders naar de ondergrond liet kijken

Twintig jaar Schreudersprijs. Elf winnaars. Sinds de oprichting van de Stichting A.M. Schreuders zijn bijzondere prestaties op het gebied van ondergronds bouwen tweejaarlijks in de schijnwerpers gezet. Sinds 2002 is er ook de Schreudersstudieprijs voor bijzondere afstudeerprojecten. Wie was de naamgever van deze prestigieuze prijs? Cees Brandsen maakte kennis met A.M. (Ab) Schreuders als voorzitter van de stichting. Jaap Heijboer leerde hem al in 1993 kennen bij de Westerscheldetunnel. Samen blikken zij terug.

Ab Schreuders wordt gezien als de nestor van het ondergronds bouwen. Hij was een echte selfmade man. Geboren in de bedstee in Sliedrecht, sprak hij de taal van het volk, maar in zijn lange carrière verkeerde hij ook in het gezelschap van captains of industry, ministers en staatshoofden. In de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw trok hij in z’n eentje naar Curaçao en later naar Venezuela en Suriname. Hij diende tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Amerikaanse leger en kwam pas met de invasie in Normandië in 1944 weer terug op het vasteland van Europa. Hij was onder andere betrokken bij het bouwen van caissons voor havenhoofden in Normandië.

Terug in Nederland werkte Ab Schreuders veertig jaar bij Nederhorst, dat later werd overgenomen door de Hollandse Beton Maatschappij, nu onderdeel van de Koninklijke BAM Groep. Bij Nederhorst was hij bestuursvoorzitter en vanuit die positie zeer invloedrijk in de bouwwereld. Hij introduceerde de ‘vibropaal’ in Nederland en was nauw betrokken bij de oprichting van Fugro. Zijn ondergrondse vakkennis ontwikkelde Ab Schreuders verder bij de aanleg van de metro in Rotterdam en de bouw van de IJ-tunnel in Amsterdam. In een interview in 2008 zei hij over zijn achtergrond: “Ik moest het hebben van zelfstudie. We woonden in Sliedrecht toen ik in 1937 van school kwam. Geld was er niet en verder studeren was dus uitgesloten. Zoals zovelen zocht ik mijn geluk in het buitenland. Naast het werk deed ik aan zelfstudie. Het was zwaar, maar boeiend. Tegelijk zocht ik steeds de mensen op van wie ik wijzer kon worden.”

Ab Schreuders in 2011. (Foto: Vincent Basler)

Actief tot op hoge leeftijd

Ab Schreuders werd geboren in 1919 en overleed in 2016. Jaap Heijboer ontmoette hem toen hij al lang en breed met pensioen was, maar via allerlei commissariaten en adviseurschappen nog bijzonder actief was. Jaap Heijboer: “In 1993 was Ab adviseur van minister Maij-Weggen van Verkeer en Waterstaat, op het gebied van private financiering. Hij had zijn sporen verdiend bij de Wijkertunnel en de Noordtunnel, waar financiering werd geregeld met zogeheten schaduwtol. Ik leerde hem kennen bij het project Westerschelde Oeververbinding. Ik werkte op dat moment aan het verenbeleid bij de hoofddirectie van Rijkswaterstaat. Ab was ingeschakeld om kritisch mee te kijken met de plannen voor de vaste oeververbinding. Als Ab bij het maandelijks overleg verscheen, was de kamer gevuld. Hij kon dingen zeggen die niemand anders kon. Het project leek onhaalbaar en hij zei dat ook. ‘Dit is trekken aan een dood paard,’ zei hij, ‘sterker nog, dit paard is al tien jaar dood.’”

Als Ab bij het maandelijks overleg verscheen, was de kamer gevuld. Hij kon dingen zeggen die niemand anders kon.

“In die tijd heeft Ab mij laten kennismaken met zijn wereld. Hij nam me mee naar het Promenade Hotel in Den Haag, waar hij een vaste tafel had, tegenover de entree, bij het raam. Daar nodigde hij allerhande mensen uit, van banken, maar bijvoorbeeld ook van het ministerie van Financiën. De Westerscheldetunnel was moeilijk rond te krijgen. Ab zei tegen mij: ‘Ik heb goede contacten bij het ministerie. Dit gaan we anders doen.’ En zo is hij bij minister Zalm van Financiën gaan pleiten voor de N.V.-constructie. Die oplossing moest vervolgens aan de provincie Zeeland worden uitgelegd en ook daarbij hielp Ab. Hij had veel mensenkennis en omdat hij de risico’s van complexe projecten als de Westerscheldetunnel goed kon inschatten, kon hij een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van de financiering. Daar hield zijn betrokkenheid overigens niet op. Ook tijdens de bouw kwam hij geregeld langs, altijd belangstellend en natuurlijk met de nodige adviezen.”

Betekenis voor het vak

“Toen ik in 2010 (Ab Schreuders was toen 91, red.) Henk Schroten opvolgde als voorzitter van de Schreudersprijs, kwam ik erachter dat de naamgever nog leefde”, vertelt Cees Brandsen. “Ab Schreuders werd gedreven door kansen. Hij wilde veranderen, maar wel op een reële manier. Hij was sterk genoeg om tegen Rijkswaterstaat aan te duwen en liet zich niet tegenhouden door instituties of vooroordelen. Daarbij had hij zeker ook oog voor de zachte kant van het vak, de kennis- en ontwikkelkansen. Dat daaruit de Schreudersprijs volgde, kwam doordat hij iets wilde doen aan de zichtbaarheid en de ontwikkeling van ondergronds bouwen. Het werken met funderingen leerde hem ondergrondse technieken te verbeteren. Hij was een voorvechter van ondergrondse oplossingen, omdat daarvoor vaak veel meer draagvlak te vinden is. Hij wilde zijn ideeën en inzichten op dat gebied verder brengen. Dat heeft hij volgens mij mee laten spelen in zijn keuze voor een prijs voor ondergronds bouwen. Met de Schreudersprijs heeft hij iets moois achtergelaten.”

“Bij het thank-you-diner ter gelegenheid van de prijsuitreiking moest ik als voorzitter naast hem zitten”, vervolgt Cees Brandsen. “Hij vertelde veel verhalen, ook heel persoonlijke, en gaf en passant ook zijn mening. Het werd me meteen ingepeperd: ‘Cees, jij zorgt er toch wel voor dat Rijkswaterstaat niet naar de knoppen gaat.’ Hij kende iedereen, van hoog tot laag. Hij was op dat moment nog commissaris bij Allseas en enorm betrokken bij dat bedrijf. Hij was min of meer aan huis gekluisterd, maar dat maakte niet uit. Iedereen kwam bij hem op bezoek. In de gesprekken heb ik heel goed de verschillende kanten van Ab leren kennen. Hij verlangde veel van mensen, maar wilde ook veel geven. Terugkijkend op die gesprekken, denk ik dat hij zijn verblijf in Zuid-Amerika een heel leuke periode heeft gevonden en dat hij is gerijpt in het Nederland van de wederopbouw. Hij haalde er voldoening uit als hij iets voor elkaar kon krijgen.”

Schreudersprijswinnaars

  • 1999 – Sijtwende, Leidschendam-Voorburg
    Rijkswaterstaat, Stadsgewest Haaglanden en Sijtwende BV
  • 2001 – Uitbouw kantoorvilla Utrecht
    Francine Houben van Mecanoo Architecten
  • 2003 – Faculteit Dans en Theater ArtEZ, Arnhem
    Henket & partners en ABT
  • 2005 – Arnhem Centraal
    Gemeente Arnhem, UN Studio en Arup Arnhem
  • 2007 – Distilleerderij Nolet, Schiedam
    Architecten Van Mourik, Van Hattum en Blankevoort en Arondsohn raadgevende ingenieurs
  • 2009 – Hubertustunnel, Den Haag
    Gemeente Den Haag
  • 2011 – Renovatie Rijksmuseum, Amsterdam
    BAM Civiel Noordwest en de Rijksgebouwendienst
  • 2013 – Amsterdamse boortunnel
    Gemeente Amsterdam
  • 2015 – Willem van Oranjetunnel/station Delft
    ProRail, mede namens Combinatie Crommelijn
  • 2017 – A2 Maastricht
    Avenue2 en Projectbureau A2 Maastricht
  • 2019 – De Bastei
    van roosmalen van gessel architecten, ABT en gemeente Nijmegen

Schreudersstudieprijswinnaars

  • 2002 – Henk Werksma, Rijksuniversiteit Groningen: Het bestemmingsplan uitgediept
  • 2004 – Petra van der Ven, TU Eindhoven: Concrete Poetry – an underground club on top of the North-Southline
  • 2006 Conceptueel – Hans van Veldhoven, TU Delft: Werken onder de binnenstad
  • 2006 Techniek – Erik Bronsvoort, TU Delft: Construction for the London Underground
  • 2008 Conceptueel – Jeroen Derksen en David Windt, TU Delft: Stationsplein en ondergronds theater Haarlem
  • 2008 Techniek – Jaap Peters, Rob Vinks en Don Zandbergen, Hogeschool Rotterdam: Parkeergarage Tropicana,
  • 2010 Conceptueel – Dominic Tegelbeckers, TU Eindhoven: Jaarbeursplein Utrecht 2030
  • 2010 Techniek – Robert van Leeuwen, TU Delft: Bouwputvernageling
  • 2012 Conceptueel – Daniëlle Bakkes, Academie voor bouwkunst: Mooder Maas
  • 2012 Techniek – Ruud Arkesteijn, TU Delft: Dimensionering van onderwaterbetonvloeren
  • 2014 Conceptueel – Darinde Gijzel, TU Delft: Tunnel visions on sustainability
  • 2014 Techniek – Ivana Pieters, Universiteit Utrecht: Subsurface construction from an energy point of view
  • 2016 Conceptueel – Giel Sengers, Academie voor bouwkunst: Hommage au Borinage
  • 2016 Techniek – Tomas Weeda, TU Delft: Feasibility study of lowering the Beneluxtunnel
  • 2018 Conceptueel – Thijs Niemeijer, Saxion hogeschool Deventer: Zichtbaar & onzichtbaar
  • 2018 Techniek – Carolina Lantinga, TU Delft: Comparison between static and transient face stability