Transitie naar circulaire tunnels vereist inzet van totale keten
Rijkswaterstaat en ProRail willen in 2030 klimaatneutraal en circulair werken. Om circulair werken samen met de sector te ontdekken, startte het COB in 2020 de expeditie Circulaire tunnels. Inmiddels is deze verkenning afgerond en ligt er een plan voor het uitvoeren van een aantal praktijkprojecten en het opstellen van de maatregelencatalogus Circulaire tunnels. Maya Sule, Laurens de Vrijer en Gioffry Maduro vertellen over de uitgestippelde route.
“De expeditie was echt een eerste verkenning”, legt COB-coördinator Gioffry Maduro uit. “Zo hebben we samen met Rijkswaterstaat, ProRail en de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Den Haag in kaart gebracht wat er bij renovaties zoal vrijkomt uit tunnels. Hiervoor is een zogeheten oogstkaart ontwikkeld, een digitaal document dat overzicht geeft van de belangrijkste kenmerken van te oogsten onderdelen, de manier waarop ze zijn bevestigd en het moment van ‘vrijkomen’. Ook hebben we bekeken in hoeverre vrijkomend materiaal weer zo goed mogelijk kan worden benut en er is een rekenmodel ontwikkeld waarmee de kosten en baten van hergebruik kunnen worden bepaald.”
Vanuit de bevindingen uit de expeditie starten in 2022 een aantal nieuwe projecten op weg naar circulaire tunnels. Het uiteindelijke doel is het opstellen van een maatregelencatalogus. Deze catalogus wordt gepubliceerd als groeiboek en zal dus up-to-date worden gehouden. De ambitie is om in 2023 een versie 1.0 uit te brengen.
Een belangrijke conclusie uit de expeditie was dat het goed is om concreet aan de slag te gaan met het oogsten en hergebruiken van onderdelen uit tunnels. Maduro: “Op die manier leren we al doende hoe we het beste kunnen omgaan met de vragen, dilemma’s en ‘beren-op-de-weg’ die we tegenkomen. In de nieuwe onderzoeksprojecten gaan we aan de slag in een aantal tunnels. We richten ons daarbij in eerste instantie op de installaties. Installaties moeten gedurende de levensduur van tunnels relatief vaak worden vervangen, wat ze tot ‘laaghangend fruit’ maken.”
De praktijkprojecten moeten onder andere duidelijk maken wat het meest geschikte moment is om installaties uit een tunnel te halen. Immers, als ze het einde van hun levensduur hebben bereikt, is hoogwaardig hergebruik lastiger dan wanneer ze nog goed functioneren. Daarnaast lijkt het handig om de kosten van tussentijdse opslag te voorkomen door ervoor te zorgen dat vrijkomende materialen, al dan niet na een verbeteringsslag, direct elders kunnen worden toegepast.
“Nu is er bijvoorbeeld weinig tijd beschikbaar voor demontage en gaan de meeste spullen direct naar een inzamelpunt.”
Laurens de Vrijer van Techniek Nederland: “Circulariteit vraagt een geheel nieuwe manier van werken. Nu is er bijvoorbeeld weinig tijd beschikbaar voor demontage en gaan de meeste spullen direct naar een inzamelpunt. Wil je ze echter opnieuw inzetten, dan moet je ze veel zorgvuldiger demonteren, labelen en inpakken.”
Maya Sule, programmamanager voor duurzame kunstwerken bij Rijkswaterstaat, beaamt dit: “Zeker in de westerse wereld vraagt circulariteit om een andere manier van denken. Als een apparaat of installatie niet goed meer werkt, dan danken we het meestal af en kopen iets nieuws. In het licht van grondstoffenschaarste en milieuvervuiling is dat geen houdbare optie en moeten we toe naar hoogwaardig hergebruik.”
Tegelijkertijd is ook een andere manier van productontwerp noodzakelijk, weet Sule. “Nu zijn veel spullen niet of nauwelijks te repareren. Als bij het ontwerp al gezorgd wordt voor modulaire opbouw van producten, kun je veel eenvoudiger een kapotte of verouderde module vervangen. En op die manier kun je eveneens het dilemma vermijden of je een installatie wel moet hergebruiken als een nieuwere een veel lager energiegebruik heeft. Immers, als een installatie modulair is opgebouwd, kun je ook alleen de energievragende module vervangen.”
Brede blik
Maduro: “Naast modulariteit zijn er ook andere aspecten die aandacht vragen bij circulair productontwerp. Denk aan de wijze van monteren en demonteren. Zo is iets dat gelijmd is, meestal veel moeilijker te demonteren dan wanneer het geschroefd is. Verder vergen de gebruikte materialen serieuze aandacht. We moeten bijvoorbeeld voorkomen dat schadelijke of giftige stoffen worden gebruikt. Een ander aspect is het toepassen van slimme sensoren die bijvoorbeeld aangeven dat een onderdeel onderhoud nodig heeft of moet worden gerepareerd.”
De Vrijer benadrukt dat het bij circulair werken belangrijk is om met een brede blik naar hergebruikmogelijkheden te kijken: “Een camera die niet meer geschikt is voor tunnelbediening kan waarschijnlijk nog wel worden gebruikt voor objectbewaking. Inmiddels beginnen sommige partijen er al op deze manier naar te kijken. Bij de renovatie van het provinciehuis in Groningen kwam bijvoorbeeld een nog goed werkende verwarmingsinstallatie vrij. De installateur heeft toen zijn andere projecten bekeken en een project gevonden waar deze installatie opnieuw kon worden ingezet.”
Maduro vult aan: “Ik vermoed dat partijen in de toekomst in eerste instantie kijken of ze vrijkomende installaties zelf kunnen hergebruiken. Is dat niet het geval, dan zullen ze breder kijken en de installaties aanbieden op een marktplaats voor circulaire spullen.”
Hoopvol
Sule, De Vrijer en Maduro zijn alle drie hoopvol gestemd en verwachten dat circulair werken de komende jaren steeds gebruikelijker wordt. Sule: “Net als Rijkswaterstaat stellen andere grote opdrachtgevers, zoals ProRail, steeds hogere eisen op het gebied van milieukosten en circulariteit. Dat geeft al een forse impuls. Bovendien wordt de urgentie dat we anders moeten gaan werken steeds meer gevoeld.”
Voor een verdere versnelling is het belangrijk om de gewenste transitie uit te werken met alle partijen in de keten. Sule: “Het moet namelijk breder dan onze eigen bubbel en ik ben ervan overtuigd dat ketensamenwerking de meest kansrijke route is. Samen moeten we ontdekken wat wel en niet werkt, hoe bijvoorbeeld certificering van vrijgekomen spullen het beste kan worden georganiseerd en hoe we als koplopers andere partijen kunnen meekrijgen. Zo hoop ik dat de leden van Techniek Nederland voldoende ‘massa’ hebben om producenten te bewegen tot circulair productontwerp.”
“Voor elke transitie heb je koplopers nodig. Ik denk dat het COB-netwerk die rol nu vervult bij de transitie naar circulaire tunnels.”
De Vrijer: “Als ik rondkijk merk ik dat circulariteit geen eendagsvlieg is. Onder jonge mensen leeft het sterk. Verder zijn er allerlei ontwikkelingen die circulariteit bevorderen. Het Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC) heeft bijvoorbeeld vorig jaar het kennis- en innovatieprogramma ‘Circulair ontwerpen voor gebouwen en infrastructuur’ gelanceerd. Verder zie je dat partijen in de gebouwde omgeving moeten voldoen aan de milieuprestatie Gebouwen, die eisen stelt aan de duurzaamheid van materialen. Daardoor wordt circulair werken steeds normaler.” Maduro vult aan: “Voor elke transitie heb je koplopers nodig. Ik denk dat het COB-netwerk die rol nu vervult bij de transitie naar circulaire tunnels. Als wij de komende tijd met concrete en inspirerende projecten laten zien hoe circulair werken mogelijk is, dan krijgt circulariteit een enorme versnelling.”
Circulair ontwerpen voor gebouwen en infrastructuur
Het Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC) heeft vorig jaar het kennis- en innovatieprogramma ‘Circulair ontwerpen voor gebouwen en infrastructuur’ gelanceerd. Hierin wordt beschreven welke oplossingen ontwikkeld moeten worden, welke kennisvragen daarvoor beantwoord moeten worden en hoe dit vormgegeven kan worden in een gezamenlijk innovatieprogramma.