Verbetering analytische modellen voor boorfrontinstabiliteit

Met haar project Comparison between static and transient face stability aan de hand van een casestudie bij de RijnlandRoute (COMOL5) wil Carolina Lantinga aandacht vragen voor de achterliggende uitgangspunten bij modellen die gebruikt worden voor berekeningen van de instabiliteit van het boorfront onder statische, dynamische en tijdsafhankelijke omstandigheden. Zij toont aan dat de risico’s groot kunnen zijn.

In haar onderzoek heeft Carolina gekeken hoe de huidige analytische modellen verbeterd kunnen worden. “Het onderwerp werd aangedragen door mijn begeleider en integraal ontwerpmanager bij de RijnlandRoute Hans Mortier (Dimco). Mede-aanleiding was de vraag of we in Nederland eigen richtlijnen zouden moeten ontwikkelen. Nu richten we ons voornamelijk op modellen die zijn ontwikkeld in Frankijk en Duitsland, terwijl de bodemgesteldheid in Nederland heel anders kan zijn.” Carolina heeft de verschillende beschikbare modellen en hun uitgangspunten in kaart gebracht. “Bij de keuze voor een bepaald model moet je je bewust zijn van de uitgangspunten die voor zo’n model zijn gebruikt en daar uiteindelijk je keuze op baseren.”

Bij de keuze voor een model moet je je bewust zijn van de uitgangspunten die voor dat model zijn gebruikt.

Theorie en praktijk

De jury spreekt van een interessante studie, die zich onderscheidt door zowel de theoretische als praktische benadering van de casestudie, de RijnlandRoute: “De ontwikkelde analytische modeluitbreidingen heeft ze afgestemd op de bestaande modellen en zijn daardoor zonder meer toepasbaar. Technisch is de studie van vele kanten beoordeeld en wordt het door de jury gezien als uiterst degelijk project. Het biedt ook een prima vertrekpunt voor toekomstig onderzoek en ontwikkelingen.”

Veel lof en dank spreekt Carolina uit voor de geboden mogelijkheden en begeleiding die ze heeft ontvangen van haar begeleider Hans Mortier en andere collega’s binnen COMOL5. Ook wil ze haar afstudeercomité vanuit de Technische Universiteit Delft, bestaande uit dr. ir. W. Broere, prof. dr. ir. C. Jommi en prof. dr. ir. M. Bakker, bedanken. Dit resultaat zou nooit zijn bereikt zonder de kennis en toewijding van al deze betrokken personen.

Toekomst

Carolina, die zich inmiddels bij Royal Haskoning DHV buigt over de resterende draagkracht van bestaande houten funderingspalen in Amsterdam, hoopt naar aanleiding van de brede belangstelling voor haar scriptie bij tunnelprojecten betrokken te worden. “Mijn hart ligt bij tunnels. Ik vind de interactie tussen constructie en geotechniek fascinerend. Daar zal ook bij andere disciplines sprake van zijn, maar ik kies voor tunnels. Dat zal ook te maken hebben met het feit dat ik heb meegewerkt aan het project Maatregelencatalogus voor energiereductie in tunnels van het COB. Dat staat los van mijn scriptie, maar heeft me wel gestimuleerd om in deze richting door te gaan. Ik hoop dat men mijn expertise hier kan gebruiken.”

Al tijdens het COB-congres waar de winnaars van de Schreudersstudieprijs werden gehuldigd, klonk waardering voor de scriptie van Carolina. “Ik ben trots dat ik gewonnen heb. De concurrentie was heel sterk en ik was dan ook zeer verrast. De reacties waren heel enthousiast.”