Statistiek helpt professionalisering assetmanagement Amsterdam
Hoe erg is het als een tunnel dicht is? Welke schade treedt op en bij wie? En waar weeg je dat aan af? Jeroen Schrijver, assetmanager wegtunnels bij de gemeente Amsterdam, gaf tijdens het COB-congres inzicht in de manier waarop de gemeente Amsterdam die afweging maakt én hoe dat inzicht bijdraagt aan de professionalisering van assetmanagement in de hoofdstad.
Een rekentool op basis van verkeerskundige uitgangspunten en MKBA-kengetallen geeft de gemeente Amsterdam inzicht in de waarde van de beschikbaarheid van tunnels. Afwegingen ten aanzien van onderhoud, vervanging en renovatie kunnen nu worden gemaakt op basis van de gebruikswaarde. Het resultaat is een betere sturing op beschikbaarheid en de inzet van de beschikbare middelen. In plaats van een redelijk willekeurige algemene norm voor de beschikbaarheid van de Amsterdamse tunnels kunnen nu per tunnel beschikbaarheidsnormen worden gehanteerd die zijn gebaseerd op het belang van de beschikbaarheid op die plek.
Het gebruik van onder andere de stadstunnels wordt nauwlettend bijgehouden. Door tellingen uit verschillende jaren te combineren in een ‘catalogus’, is per dag van de week, per dag van het jaar en per voertuigtype de beschikbaarheid van de tunnels in beeld gebracht. Geanonimiseerde cijfers over het gebruik van het openbaar vervoer, geven informatie over de bezetting van bijvoorbeeld de buslijnen. Deze informatie wordt gekoppeld aan maatschappelijke kosten die zijn gebaseerd op MKBA-kengetallen. Daarbij is gekeken naar kosten als gevolg van omrijtijd voor automobilisten, omrijtijd voor vrachtwagens, omrijtijd voor ov-reizigers, toegenomen exploitatiekosten voor het openbaar vervoer en externe effecten (verkeersveiligheid, congestie, geluid, luchtkwaliteit), die ieder weer gekoppeld zijn aan voertuigkilometers. Op basis daarvan kunnen allerlei doorrekeningen worden gemaakt. De Excel-rekentool maakt in een oogopslag duidelijk wat vanuit maatschappelijk perspectief de goedkoopste en duurste dagen zijn om bijvoorbeeld onderhoud uit te voeren.
De afdeling Verkeer en Openbare Ruimte beheert vijf stadstunnels. Met 1.500 meter (gesloten deel) is de Piet Heintunnel (30.000 voertuigen per etmaal) de langste. Met 40.000 voertuigen per etmaal, waaronder 3.000 lijnbussen, is de IJ-tunnel de drukste. De Arenatunnel onder het voetbalstadion (20.000 voertuigen per etmaal) is in theorie een onderdoorgang, maar wordt als tunnel behandeld vanwege het bovengelegen voetbalstadion met een capaciteit van ruim 54.000 bezoekers. De Michiel de Ruijtertunnel achter het centraal station (25.000 voertuigen per etmaal) is beheerstechnisch de meest complexe tunnel vanwege het grote aantal functies dat op die plek bijeenkomt. De Spaarndammertunnel (22.000 voertuigen per etmaal) is de jongste tunnel in het areaal van de gemeente Amsterdam. Alle tunnels zijn aangesloten op de verkeerscentrale in het zuidelijk ventilatiegebouw van de IJ-tunnel.(Kaart: Google Maps)
Wegingsfactor
Naast het gebruik voor onderhoudsplanningen en differentiatie in onderhoud worden de cijfers ook gebruikt om prestatie-indicatoren te wegen, streefwaardes voor beschikbaarheid per tunnel op te stellen, kosten-batenanalyses te maken en als hulpmiddel bij risico-afwegingen, beheersmaatregelen en uitvoeringsvraagstukken. De maatschappelijke waarde per tunnel die uit de berekeningen komt rollen, kan niet in concrete euro’s worden omgezet en heeft daarmee op zichzelf weinig praktisch nut, maar biedt desalniettemin een wegingsfactor. Opmerkelijk is dat de berekende maatschappelijke waarde van de langste tunnel met twaalf miljoen euro per jaar (Piet Heintunnel) een factor acht lager ligt dan die van de drukste tunnel (IJ-tunnel, 103 miljoen euro per jaar). Voorheen kreeg de Piet Heintunnel vanwege zijn lengte de meeste aandacht, maar op basis van de berekeningen is duidelijk geworden dat de IJ-tunnel en ook de Michiel de Ruijtertunnel de meeste aandacht verdienen.
“De IJ-tunnel en ook de Michiel de Ruijtertunnel verdienen de meeste aandacht.”
Prognoses
Het berekeningssysteem is dynamisch. Als gevolg van veranderingen in de omgeving kan de maatschappelijke waarde van de tunnels veranderen. Zo zal de wegingsfactor ‘omrijden ov’ in de IJ-tunnel beduidend dalen nadat de Noord/Zuidlijn is geopend en het aantal bussen dat door de IJ-tunnel rijdt, afneemt. Voor de Michiel de Ruijtertunnel aan de achterzijde van het centraal station kon op voorhand al worden berekend wat de invloed zou zijn van verkeersmaatregelen op de Prins Hendrikkade aan de centrumzijde van het station. Die prognoses beperken zich uiteraard niet tot de stadstunnels: de methode is toepasbaar op elk type wegvak. Nu de tunnels in kaart zijn gebracht, overweegt de afdeling Verkeer en Openbare Ruimte de rekentool bijvoorbeeld ook voor het assetmanagement van bruggen te gebruiken.