In focus: jubilerende leidingentunnel

De leidingentunnel onder het Hollands Diep is bijna vol (Foto: LSNed/Koen Mol)

De leidingentunnel onder het Hollands Diep bestaat vijftig jaar. Dit knooppunt in de Leidingenstraat Nederland (LSNed) is een essentieel element in het ondergronds transportnetwerk van Nederland. De buizen en leidingen in de tunnel worden gebruikt door de petrochemische industrie (o.a. aardolie en aardgas), maar ook door netbeheerders (o.a. middenspanningskabels en data).

De stichting LSNed beheert en onderhoudt de basisinfrastructuur. De gebruikers zijn verantwoordelijk voor hun eigen assets in de buisleidingenstraat. Daarmee is de rol van LSNed vergelijkbaar met die van ProRail voor het spoor. De leidingenstraat is circa tachtig kilometer lang en heeft een jaarcapaciteit van ongeveer 230 miljoen ton. Daarmee is het naast weg, water en spoor een zeer belangrijke vervoersmodaliteit. Een groot deel van de doorvoer vanuit de haven van Rotterdam verloopt via de buisleidingenstraat.

De afgezonken tunnel met een diameter van vier meter ligt tussen Strijen en industriegebied Moerdijk op circa elf meter -NAP. De tunnel heeft een lengte van 1.620 meter. In de leidingentunnel komen kabels en leidingen met verschillende diameters samen. Eén 36 inch pijpleiding staat gelijk aan de capaciteit van 2.742 vrachtwagens. LSNed herbergt een groot aantal van dat soort leidingen. Daarmee is het een duurzame en veilige vorm van transport met een substantieel lagere CO2-uitstoot dan vervoer via weg, water of spoor.

De leidingenstraat heeft een jaarcapaciteit van ongeveer 230 miljoen ton.

De congestie op de weg en het spoor versterkt de roep om meer ondergrondse kabels en leidingen voor distributie. Er gaan dan ook stemmen op om een tweede tunnel onder het Hollands Diep aan te leggen. Daarbij spelen ook de klimaatopgave en de energietransitie een belangrijke rol.

Uitbreiding

Overal in Nederland wordt nagedacht over uitbreiding van de ondergrondse kabel-en-leidingeninfrastructuur. Niet alleen voor industriegebieden en woonwijken, maar zeker ook met betrekking tot de onderliggende hoofdinfrastructuur, zowel de energievoorziening als voor gevaarlijke stoffen (zie kader Structuurvisie Buisleidingen). De energietransitie zorgt voor nieuwe distributievraagstukken, zoals distributie van op zee opgewekte energie en het transport van waterstof. Aanvullend speelt de uitbreiding van het ondergrondse netwerk, waarbij Rotterdam via Moerdijk ook met industriegebied Chemelot in Limburg wordt verbonden.

De aanleg van een tweede tunnel wordt nu onderzocht.

De capaciteit van de leidingentunnel onder het Hollands Diep wordt vrijwel geheel gebruikt. “Er is behoefte aan meer capaciteit. De toekomst ligt onder ons”, zegt Niels van Pagee, programmamanager Infrastructuur bij LSNed. Tijdens een bezoek aan LSNed in januari dit jaar bevestigde minister Harbers (IenW) het belang van ondergronds vervoer in de toekomst van Nederland. “De transportsector staat voor een grote opgave in de transitie naar een schonere en duurzamere wereld, en het vervoer van producten via buizen speelt daarin een belangrijke rol. Daarbij is het de veiligste manier om gevaarlijke stoffen te vervoeren richting Europese industriegebieden”, aldus de minister.

De aanleg van een tweede tunnel wordt nu onderzocht. LSNed is hierover in overleg met de betrokken ministeries en marktpartijen. “De ambitie is om de nieuwe tunnel in 2027 aan te leggen of zelfs al in gebruik te hebben”, zegt Niels. LSNed wil haast maken om te voorkomen dat overal losstaande initiatieven ontstaan om nieuwe buisleidingen te boren. Bundeling in de buisleidingenstraat voorkomt versnippering en zorgt ervoor dat de beschikbare ruimte nu en in de toekomst efficiënt wordt gebruikt en goed wordt beheerd, waarbij veiligheid en milieu centraal staan.”

Behoeften

Een studie moet uitwijzen waar een nieuwe tunnel aan moet voldoen. “De huidige tunnel is in eerste aanleg ontwikkeld voor buisleidingen met een diameter van 12 tot 20 inch. Inmiddels liggen er wel leidingen met een grotere diameter, maar daar is de tunnel niet op ontworpen. Martpartijen hebben nu behoefte aan buizen met een diameter van 24 inch en meer. Vanaf 48 inch kun je je afvragen of inpassing in een tunnel de beste oplossing is, of dat je die apart in een mantelbuis wilt aanleggen. De techniek van horizontaal boren is veel verder ontwikkeld en ook dat speelt een rol bij het ontwerp voor een nieuwe tunnel. Een ander belangrijk aspect is de veranderende vraag van marktpartijen. Bij de aanleg van de bestaande tunnel was de vraag vanuit de petrochemische industrie leidend. Nu is er grote behoefte aan transport van waterstof, elektriciteit en warmte. Betekent dit dat we 150 of zelfs 380 kV-kabels ondergronds in een buizenstelsel gaan leggen? Op veilige onderlinge afstand en met het juiste beheer is ook dat mogelijk.”