Uniforme bediening speerpunt bij realisatie nieuwe verkeerscentrale Amsterdam
De Amsterdamse verkeersleiding bewaakt en bedient de vijf gemeentelijke wegtunnels en houdt de doorstroming op het wegennet in Amsterdam in de gaten, 24 uur per dag en zeven dagen per week. Dit doet ze sinds 1968 vanuit de verkeerscentrale aan de Dijksgracht. Deze centrale staat op het ventilatiegebouw van de IJtunnel, toentertijd de enige Amsterdamse
wegtunnel.
Sindsdien zijn er vier tunnels bijgekomen. De bediening en bewaking van deze tunnels zijn ook in de verkeerscentrale aan de Dijksgracht ondergebracht. Aangezien elk van deze tunnels zijn eigen bedieningssystemen en techniek heeft, zijn er steeds unieke bedienplekken bijgemaakt in de centrale. Hierdoor is de centrale in de loop der tijd volgelopen. Bovendien zijn de werkzaamheden van de verkeersleiding steeds verder uitgebreid en complexer geworden, niet alleen door de extra tunnels, maar ook door de groeiende omvang van
het Amsterdamse wegennet.
Een paar jaar geleden is dan ook geconstateerd dat de verkeerscentrale aan vernieuwing toe is. Allerlei technische installaties zijn verouderd, de centrale is als werkplek te klein en toekomstige ontwikkelingen worden belemmerd, omdat het gebouw niet kan worden uitgebreid. Daarom besloot de gemeente in 2020 om een nieuwe verkeerscentrale te bouwen. In
2023 is gestart met de uitvoering.
AWA-programma
“De bouw van deze centrale voeren we uit vanuit het programma AWA, samen met onder andere de renovatie van de Piet Heintunnel en de aanpassingen aan de Michiel de Ruijtertunnel”, vertelt projectmanager Daan Seesing. “In vergelijking met het uitvoeren van losse projecten heeft een programmatische aanpak het voordeel dat je leerervaringen beter kunt benutten en efficiencyvoordelen kunt behalen. Als alles volgens planning verloopt, nemen we de nieuwe verkeerscentrale eind 2025 in gebruik.”
Het AWA-programma heeft twee doelstellingen: ervoor zorgen dat het tunnelareaal op orde is en weer helemaal voldoet aan de wet- en regelgeving en werken aan meer eenduidigheid, waardoor het tunnelareaal in de toekomst beter en efficiënter te onderhouden, beheren en bedienen is. Inmiddels is de renovatie van de Piet Heintunnel afgerond. Seesing: “De Michiel de Ruijtertunnel hebben we in 2020 en 2021 voorzien van brandwerende beplating. In oktober 2023 passen we daar technische systemen aan. Later doen we dat ook in de andere tunnels, zodat de tunnelsystemen straks vanuit de nieuwe verkeerscentrale op een uniforme manier kunnen worden bewaakt en bediend.”
Digitale tweeling
Voor de grootscheepse renovatie van de Piet Heintunnel is een digitale tunneltweeling gemaakt. “Tijdens de renovatie hebben we dit digitale hulpmiddel vooral gebruikt om het ontwerp te maken, te toetsen, te bespreken en om eventuele fouten zo snel mogelijk in beeld te krijgen”, zegt Marcel van Wijk, projectleider Opleiden, trainen en oefenen (OTO). “Verder is het gebruikt voor het testen van de systemen en de software en voor het opleiden, trainen en oefenen van onze verkeersleiders en onderhoudspersoneel. En de bedoeling is om de tweeling ook te gebruiken voor het assetmanagement van de tunnel.”
Hierna groeide het enthousiasme voor het gebruik van de digitale tunneltweeling
Volgens Van Wijk wilde het programmateam de digitale tweeling direct toepassen bij de renovaties, terwijl de medewerkers van de tunnelbeheerorganisatie en de verkeersleiding eerst nog aan de digitaliseringsplannen moesten wennen. ”De partijen zijn met elkaar in gesprek gegaan om de voor- en nadelen van dit soort digitale instrumenten goed in beeld te brengen. Hierna groeide het enthousiasme voor het gebruik van de digitale tunneltweeling.”
Afstandsbediening
Tijdens de renovatie van de Piet Heintunnel is ook een blauwdruk gemaakt voor een uniforme bedienplek. “We willen in de nieuwe verkeerscentrale straks namelijk niet per tunnel een unieke desk, maar voor alle tunnels dezelfde desks”, aldus Seesing. “Als je een tunnel beschouwt als een op afstand bestuurbaar object, dan hebben we nu vijf verschillende objecten die met vijf verschillende afstandsbedieningen worden bestuurd. Ons doel is om die vijf objecten dadelijk allemaal met eenzelfde afstandsbediening te kunnen besturen, zodat de bediening eenvoudiger wordt.”
Van Wijk vult aan: “Voorlopig bedienen we alle tunnels nog vanuit de bestaande verkeerscentrale. Daarom hebben we daar voor de bediening van de Piet Heintunnel tijdelijk een nieuwe bedienplek gemaakt. In de nieuwe centrale komen straks niet alleen uniforme bedienplekken, maar ook een opleidingsruimte waar de verkeersleiders op elk moment terechtkunnen om te trainen en oefenen met de bediening en bewaking van de tunnels. De komende jaren hopen we voor alle tunnels digitale tweelingen te ontwikkelen.”
Proof-of-concept digitale leeromgeving
Binnen de ontwikkellijn Digitalisering van het COB-tunnelprogramma wordt gewerkt aan een proof-of-concept digitale leeromgeving: is het mogelijk om tot een virtuele omgeving voor opleiding, trainen en oefenen (OTO) te komen die zowel voor medewerkers van bediening als voor incidentafhandeling gebruikt kan worden?
We pleiten ervoor om eerst heel goed na te denken over wat je met je leeromgeving wilt
Het projectteam heeft de ideale digitale leeromgeving geschetst en ontwikkelt een leidraad voor de manier waarop partijen tot een dergelijke leeromgeving kunnen komen. “We pleiten ervoor om eerst heel goed na te denken over wat je met je leeromgeving wilt, dat vervolgens te vertalen naar functionele eisen en daar later pas een technische oplossing bij te zoeken”, zegt projectsecretaris Sjors Both.
Om ervoor te zorgen dat het werk geen theoretische exercitie blijft, toetst het projectteam haar visie aan verschillende praktijkprojecten. Een van die praktijkprojecten is AWA. “Van de Piet Heintunnel leerden we dat je de gebruikers van de leeromgeving in een vroeg stadium moet meenemen in de digitaliseringsplannen”, aldus Both. “Door in gesprek te gaan, maak je het minder abstract, neem je belemmeringen weg en kom je tot goede afspraken, begrip en enthousiasme.”
Als je leeromgeving onlosmakelijk is verbonden met de digitale tunneltweeling, is het bijvoorbeeld van cruciaal belang dat deze tweeling voortdurend wordt geactualiseerd
Ook is het belangrijk goed na te denken over de overdracht, weet Both. “Als je leeromgeving onlosmakelijk is verbonden met de digitale tunneltweeling, is het bijvoorbeeld van cruciaal belang dat deze tweeling voortdurend wordt geactualiseerd. In Amsterdam is de overdracht relatief eenvoudig omdat de project- en beheerorganisatie allebei onderdeel zijn van de gemeentelijke organisatie. Bij DBFM-contracten ligt dat anders. Dan heeft bijvoorbeeld de aannemerscombinatie – die meestal ook een digitale leeromgeving moet bouwen – er geen direct belang bij dat deze aansluit bij de wensen van de bedienaars en na oplevering actueel wordt gehouden.”