Advies inzake de lengte van een open deel in een tunnel m.b.t. beperking van explosieschade
https://www.cob.nl/document/advies-inzake-de-lengte-van-een-open-deel-in-een-tunnel-m-b-t-beperking-van-explosieschade/
Auteur: A.C. van den Berg; B. Nelemans
Uitgever: TNO
Uitgave: november 1999 | Geüpload op: 1 mei 2016
Dit rapport beschrijft een onderzoek naar de minimale open afstand tussen twee tunneldelen ter beperking van explosieschade in één van de tunneldelen....>>
Samenvatting
Dit rapport beschrijft een onderzoek naar de minimale open afstand tussen twee tunneldelen ter beperking van explosieschade in één van de tunneldelen.
Voor dit onderzoek is aangenomen dat een incident met een lpg-tankwagen in de tunnel de maatgevende gebeurtenis is.
Uit het onderzoek blijkt dat in de onmiddellijke nabijheid van een tunnelopening de blasteffecten van een detonatie maatgevend zijn. Op grotere afstand zijn de blasteffecten van een externe secundaire gasexplosie, die het gevolg is van een deflagratie in de tunnel, maatgevend.
De minimale afstand tussen twee tunneldelen zijn erg afhankelijk van de gehanteerde letselcriteria. Volgens de letselcriteria van het Groene Boekje (1992) moet de minimale lengte van een open tussendeel 70 meter zijn. Volgens de letselcriteria van IPO-A73 (1994) moet dit minimaal 150 meter zijn. Voor letsel als gevolg van blasteffecten is dit echter te conservatief. Volgens het criterium dat autoruiten uit hun sponningen worden gedrukt bij een overdruk van 30 kPa (Dirkse, 1999) moet de minimale lengte 150 meter zijn.