F210 – Praktijkonderzoek Sophiaspoortunnel – Deelcommissie zwel en postdicties
https://www.cob.nl/document/praktijkonderzoek-sophiaspoortunnel-deelcommissie-zwel-postdicties-nadere-analyse-grondonderzoek/
Auteur: M. Korff
Uitgever: COB
Uitgave: april 2001 | Geüpload op: 1 mei 2016
GeoDelft heeft in het kader van de postdicties de volgende aspecten onderzocht voor de Deelcommissie Zwel Sophiaspoortunnel: ontlastconsolidatiecoefficient bij ...>>
Samenvatting
In het kader van het COB-project ”proefproject Sophiaspoortunnel” F200 doet de subcommissie F210 sinds 1999 onderzoek naar het verschijnsel zwel in de startschacht van de Sophia spoortunnel te Oud-Alblas. In een eerdere fase van het onderzoek zijn metingen uitgevoerd en theoretische beschouwingen van de fenomenen die optreden tijden het maken van de bouwput gemaakt in het kader van de inventarisatie van de predicties en de na predicties.
In de fase van de postdicties worden de resultaten van de metingen en de theoretische beschouwingen gecombineerd tot een theorie waarmee de metingen zo goed mogelijk verklaard kunnen worden. Om deze postdicties beter te kunnen beschouwen en in een latere fase een rekenregel voor de bepaling van de zwel op te stellen, heeft de deelcommissie Zwel besloten om de in het terrein en laboratorium gevonden grondeigenschappen en de relatie hiervan met de metingen en de postdicties met PLAXIS en Terzaghi nader te beschouwen. GeoDelft heeft met de tijden de na predicties ongedane kennis het beschikbare grondonderzoek nogmaals bestudeerd. Doel is hierbij om in de evaluatiefase een uitspraak te kunnen doen over de waarde en mogelijkheden van specifiek laboratoriumonderzoek. Daarnaast wordt een realistische bandbreedte opgesteld voor enkele belangrijke grondparameters.