Compact Ondergrond: overzicht in regels en richtlijnen

Multifunctioneel gebruik van de ondergrond wordt steeds gewoner. Honderden rapporten, handboeken en leidraden helpen betrokken op weg, maar de hoeveelheid informatie kan overweldigend zijn. Het boek Compact Ondergrond zet de meest relevante en actuele zaken op een rij.

24 augustus 2012 | AUTEUR: Armand van Wijck

Een gemeente wil plannen maken voor een ondergrondse parkeergarage. Wat komt daar allemaal bij kijken? Welke kansen biedt de ondergrond en welke problematiek speelt daarbij? Hoe is de interactie met de bovengrond en de ruimtelijke ordening? Drie auteurs willen met hun boek Compact Ondergrond handvatten bieden aan beleidsmakers en bodemadviseurs die de transitie naar adviseur ondergrond maken.

“Mijn mede-auteurs en ik constateerden dat er de afgelopen vijftien jaar al een gigantische hoeveelheid is gepubliceerd over de ondergrond. Variërend van leidraden voor beleidsmakers tot technische verhandelingen en afwegingskaders. Volgens ons ontbrak het aan een helder overzicht van al deze informatie”, licht auteur Maarten van Dongen, hoofd ruimtelijke ordening en planologie bij Witteveen+Bos, toe. “En wat is de ondergrond nu precies? Wat speelt er en welke ontwikkelingen verwachten we in de toekomst? Ook op deze vragen willen we een antwoord geven in dit boek.”

Naslagwerk, geen afwegingskader

Volgens Van Dongen verschaft het boek als een soort naslagwerk op een overzichtelijke manier veel informatie over de ondergrond, zonder een afwegingskader te zijn bij de vraag wanneer de ondergrond in te zetten. “Een afwegingskader is afhankelijk van de situatie of het zinvol is om te gebruiken of niet”, benadrukt Van Dongen. “Je moet de invloed van de ondergrond op de bovengrondse planning ook weer niet overschatten. Er zijn nu eenmaal veel gebieden waar niet zoveel spannends gebeurt. In de stedelijke gebieden met een behoorlijk ruimtetekort ligt dat uiteraard anders.”

Praktijkvoorbeelden

Van Dongen geeft toe dat het boek geschreven is met een visie, maar deze gaat schuil achter de informatievoorziening. “We willen de lezer meegeven hoe je beleid over de ondergrond zou kunnen aanpakken. Hoe je binnen de mogelijkheden die de ruimtelijke ordening biedt, de ondergrond een plek kan bieden.” De visie wordt overgebracht met een aantal praktijkvoorbeelden.

Zo is er in het boek een belangrijke les uit Breda opgenomen. Voor een toekomstige ondergrondse parkeergarage werd halverwege de planningsfase bedacht dat het vanuit duurzaam oogpunt en voor grondwatersanering, ook handig zou zijn om op de bouwlocatie gelijk iets met warmte-koudeopslag (WKO) te doen. Een mooie, dubbele doelstelling voor multifunctioneel gebruik van de ondergrond. “Maar de parkeergarage was al zover gevorderd, dat er een onderwaterbetonvloer lag op de plek waar geboord moest worden voor de WKO-bronnen”, aldus Van Dongen.

Waar het volgens Van Dongen in dit soort situaties op neerkomt, is dat de ondergrond in de planvorming nog niet zichtbaar is. Het boek kan daar hopelijk wat verandering in brengen. “Wij willen de lezers er echt van bewust maken om alle relevante informatie over de ondergrond al bij de beginfase van een project te betrekken. Die gedachte wordt natuurlijk al decennia lang verkondigd, maar het helpt om er goede voorbeelden zoals die van Breda bij te zetten en een handreiking te geven die uitlegt hoe het dan wel kan.”

Naast de vele praktijkvoorbeelden en uitleg over zaken als structuurvisies en bestemmingsplannen, bevat het boek ook instructies om mee aan de slag te gaan. Deze kunnen bijvoorbeeld helpen met het in kaart brengen van de urgentie van verschillende aspecten van een plan. Maar uiteindelijk komt het allemaal neer op bewustwording. Van Dongen: “Het vroegtijdig en helder nadenken over de belangen en inzet van de ondergrond is meer een cultuurverandering die op gang moet komen, dan dat het met gebrek aan inhoudelijke kennis te maken heeft.”