Maatregelencatalogus circulaire tunnels
Maatregelencatalogus circulaire tunnels
Filters
Dagelijkse quiz
Kwis - Maatregelencatalogus circulaire tunnels
8 januari 2024
Stelling /
Ga naar het groeiboek

Participeren?

Het groeiboek heet niet voor niets groeiboek: de inhoud kan à la minute bijgewerkt worden om het boek beter te laten aansluiten bij de praktijk. Daar hebben we wel uw hulp voor nodig. Als u iets ziet wat niet klopt, of als u aanvullingen heeft, kunt u via onderstaand formulier contact opnemen. Na overleg kunt u dan rechten krijgen om het groeiboek aan te passen. De aanpassingen worden altijd nog even nagekeken voordat ze online komen.

Feedback op groeiboek

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier

Inhoudsopgave

PDF-versie

Om dit groeiboek offline te bekijken, kunt u via de link hieronder een pdf-versie (3-5 MB) downloaden. Deze pdf wordt dagelijks geactualiseerd, maar blijft een momentopname: na verloop van tijd kan de gedownloade pdf afwijken van het online groeiboek.


Download pdf-versie
Geleerde lessen:
Geleerde lessen

Groeiboek Maatregelencatalogus circulaire tunnels

1 Inleiding [link id=”t70p5″]

Van een lineaire naar een circulaire economie

Om de stabiliteit van de Nederlandse en Europese economie te waarborgen, is een transitie van het huidige lineaire economische systeem naar een circulair economisch systeem noodzakelijk (Nederland circulair in 2050). In een lineaire economie wordt ongeremd gebruikgemaakt van grondstoffen voor producten die na gebruik weer worden weggegooid. In een circulaire economie staat het hergebruik van producten en grondstoffen centraal en worden afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zo veel mogelijk voorkomen.

Figuur: Het verschil tussen een lineaire en circulaire economie. (Bron: Nederland Circulair in 2050)

De noodzaak voor een circulaire economie komt voort uit een samenloop van drie ontwikkelingen:

  1. Wereldwijde explosieve vraag naar primaire grondstoffen.
  2. Afhankelijkheid van andere landen voor grondstoffen verkleinen.
  3. Samenhang met klimaatverandering (uitstoot CO2).

De Rijksoverheid heeft in lijn met de Europese Unie en de VN als ambitie om in 2050 een circulaire economie gerealiseerd te hebben. Concreet betekent dit dat in 2050 grondstoffen efficiënt worden ingezet en hergebruikt, zonder schadelijke emissies naar het milieu. Voor zover er nieuwe grondstoffen nodig zijn, worden deze op duurzame wijze gewonnen en wordt verdere aantasting van de sociale en fysieke leefomgeving en de gezondheid voorkomen. Producten en materialen worden zo ontworpen dat ze kunnen worden hergebruikt met zo min mogelijk waardeverlies en zonder schadelijke emissies naar het milieu.

Samen met het netwerk werkt het Centrum Ondergronds Bouwen (COB) toe naar circulaire tunnels, dat wil zeggen tunnels waarbij voor de bouw en het onderhoud het hergebruik van producten en grondstoffen centraal staat en afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zo veel mogelijk worden voorkomen. Anno 2023 staat deze benadering voor tunnels, met name voor tunneltechnische installaties (TTI), nog in de kinderschoenen en is er een grote behoefte aan kennis over concrete technische maatregelen.

Auteurs en direct-betrokkenen werksessies

Wouter van den Berg (projectleider) – Nebest

Jorg Hogerheijde (rapporteur) – DON Bureau

Youri Blom – Croonwolter&dros

Peter Gosselink – Royal HaskoningDHV

Sezgin Cantürk – Heijmans

Irene Dekker – Nebest

Monique Dorresteijn – Rijkswaterstaat

Peter van Duijvenbode – Yunex Traffic

Thomas Rebers – DON Bureau

Thijs Ruland – Royal HaskoningDHV

Erwin Wagemans – HIG Traffic Systems

Door een expertteam van participanten van het COB is met behulp van interviews, werksessies, de Circulariteitschallenge en een hackathon in 2023 een eerste invulling gegeven aan deze behoefte in de vorm van dit groeiboek Maatregelen circulaire tunnels (hierna genoemd: groeiboek. . In de catalogus zijn concrete technische maatregelen voor het circulair maken van tunnels opgenomen, met de focus op TTI. Er is een structuur ingericht om de maatregelen te classificeren en onderbouwd een efficiënte en effectieve maatregel te kunnen kiezen bij de verschillende omstandigheden. Deze structuur biedt daarmee tevens een basis voor toekomstige aanvullingen in dit groeiboek.

1.1 Doel [link id=”9kqbg”]

Het doel van het groeiboek Circulariteit is om alle betrokkenen bij tunnelrenovaties, groot en standaard onderhoud inzicht te geven in de technische circulaire maatregelen die er zoal mogelijk zijn. Er is daarnaast niet alleen uitgewerkt welke impact de maatregelen hebben op de circulaire doelstellingen, maar ook op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid van de tunnel. Hiermee dragen we bij aan de stip op de horizon; circulaire tunnels in een circulaire samenleving.

Bij oplevering van het Groeiboek versie 1 in 2023 is een basis gelegd waar het COB met haar participanten verder kennis in wil ontwikkelen om een bijdrage te leveren aan de circulaire ambities.

1.2 Groeiboek [link id=”0tvcv”]

De ontwikkelingen op het gebied van circulaire maatregelen staan niet stil; daarom is het de bedoeling dat de maatregelen en projectvoorbeelden in dit Groeiboek regelmatig geüpdatet en aangevuld worden. Dit groeiboek is dan ook opgezet als een ‘levend document’. De kennis groeit, de mensen die eraan werken groeien in hun rol, het hergebruik van materialen groeit, zowel kwantitatief als kwalitatief. Om dat groeien mogelijk te maken, is dit Groeiboek alleen te raadplegen in digitale vorm, niet als een papieren rapport.

Het expertteam roept u op om, indien u nieuwe maatregelen identificeert of maatregelen implementeert in een tunnelproject, deze aan te dragen voor dit document. Het toepassen van maatregelen en het functioneren daarvan biedt nieuwe inzichten en is essentieel voor de doorontwikkeling en verdere opschaling. Op deze wijze groeit het document mee in de tijd. U kunt hiervoor contact opnemen met het COB via info@cob.nl.

1.3 Scope [link id=”2hp9l”]

Het Groeiboek is vooral een inspiratiedocument om betrokkenen in de tunnelbouw een palet aan ideeën te presenteren die mogelijk interessant kunnen zijn voor toepassing in hun projecten.

De uitgewerkte maatregelen zijn voornamelijk (maar niet uitsluitend) toepasbaar bij de bestaande tunnels . De komende jaren worden er weinig nieuwe tunnels gebouwd en zijn er vooral diverse tunnelrenovaties waarbij vele installaties onderhouden of vervangen moeten worden. Met het oog op deze noodzakelijke vervanging- en onderhoudsactiviteiten ligt de focus van de technische maatregelen in deze maatregelencatalogus daarom in eerste instantie op de beheer-en-onderhoudsfase. De huidige structuur geeft ruimte om, met het oog op de toekomst, ook de andere projectfases op te nemen (zie figuur hieronder).

Zoals gezegd, gaat het vooralsnog vooral om circulariteit ten aanzien van tunneltechnische installaties, want daar liggen op het moment van schrijven de grootste kansen en uitdagingen. Voor de civieltechnische invulling kunnen andere bronnen geraadpleegd worden, zoals de roadmap Transitiepad kunstwerken. Deze maatregelencatalogus is echter zodanig opgezet dat maatregelen op civieltechnisch vlak in een volgende versie gemakkelijk kunnen worden ingevoegd. Andere aspecten van duurzaamheid, zoals energiebesparing en interactie met de omgeving, worden elders binnen het COB behandeld.

1.4 Leeswijzer [link id=”5kwk4″]

Voor u ligt de eerste uitgave van de Maatregelencatalogus circulaire tunneltechnische installaties. De maatregelencatalogus draagt bij aan een van de nodige stappen op het gebied van circulariteit, namelijk het inzichtelijk maken van kennis die aanwezig is in de keten. De maatregelencatalogus kan bij tunnelrenovatieprojecten geraadpleegd worden om inspiratie op te doen.

Hoofdstuk 2 licht toe wat circulariteit bij tunnels inhoudt en presenteert de circulaire ambities van diverse tunnelbeheerorganisaties. De geformuleerde circulaire ambities vormen houvast voor de sector om gezamenlijk verder stappen te zetten.

Hoofdstuk 3 gaat in op de structuur die is opgezet om de maatregelen te beschrijven. Hiervoor wordt het theoretisch kader van het begrip circulariteit gegeven: hoe wordt dit beschouwd en gekoppeld aan de tunneltechnische onderdelen?

Hoofdstuk 4 geeft eerst een beknopt overzicht van alle maatregelen, daarna wordt in hoofdstuk 5 elke maatregel per stap uit het 10R-model uitgewerkt volgens de structuur zoals omschreven in hoofdstuk 3.

In 2024 zijn aanvullende projecten uitgevoerd. De kennis uit deze projecten draagt bij aan de algemene kennis voor circulariteit bij tunnels. In hoofdstuk 6 wordt beschreven wat er voor nodig is om de circulaire maatregelen uit hoofdstuk 5 in de praktijk te kunnen toepassen. Aanvullend wordt in hoofdstuk 7 beschreven welke knelpunten er worden ervaren in de sectoren en wat de mogelijke vervolgstappen zijn om deze knelpunten op te pakken.

Hoofdstuk 8 gaat specifiek in op hoe de milieu impact van tunnelinstallaties en componenten daarvan bepaald kunnen worden, welke installaties de hoogste milieu-impact hebben en welke rol het COB daarin moet innemen. Tot slot beschrijft hoofdstuk 9 hoe een materialenpaspoort werkt en hoe het ontwikkelde format daarvoor gebruikt moet worden.

1.5 Let op! [link id=”h2g18″]

Hoewel de inhoud van de maatregelencatalogus met zorg wordt samengesteld en de inhoud getoetst wordt bij meerdere participanten van het COB, dient de lezer voorzichtig te zijn met het gebruik van dit boek. De voorgestelde maatregelen, de teksten en getallen zijn bedoeld ter inspiratie. Bij het toepassen van de inhoud voor een specifieke tunnel, aanbesteding of anderszins wordt sterk aanbevolen goed te kijken op welke manier de inhoud van dit document toegepast kan worden in die specifieke situatie.

Tevens wordt aangedrongen op een balans in duurzaamheid. Sommige maatregelen kunnen een buitenproportionele hoeveelheid energie vragen of andere (negatieve) neveneffecten hebben om het doel te bereiken en zijn daarmee niet altijd aantrekkelijk.

2 Introductie circulariteit [link id=”t9xqp”]

2.1 De circulaire opgave van tunnels [link id=”rp4ph”]

Abiotische grondstoffen

Abiotische grondstoffen zijn mineralen (bijvoorbeeld grind, zout en fosfaat), metalen (zoals ijzererts en bauxiet) en fossiele grondstoffen (zoals aardgas en olie) die in de natuur voorkomen.

Nederland is op weg naar een circulaire samenleving in 2050. De doelstelling van het kabinet is om in 2050 een volledig circulaire economie te realiseren, waarbij de halvering van het gebruik van de hoeveelheid primaire abiotische grondstoffen in 2030 als tussendoelstelling dient. Overheden zoals gemeenten, provincies en het Rijk hebben daartoe eigen ambities en doelstellingen geformuleerd die hiermee in lijn liggen. Zo heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de doelstelling om in 2030 circulair te werken , zegt de gemeente Utrecht zich aan te sluiten bij de doelstellingen van het kabinet voor 2050 en 2030, en wil de gemeente Amsterdam in 2030 een halvering van het gebruik van nieuwe grondstoffen bereiken en in 2050 een volledig circulaire stad zijn. Ook de ambities in Vlaanderen en van de EU zijn hoog. Iedere organisatie heeft net andere doelstellingen omtrent circulariteit, maar eruit volgt wel een samenhangend doel; op weg naar een circulaire tunnel.

Renovatieopgave in cijfers

Op dit moment (2023) beheert Rijkswaterstaat 27 wegtunnels, ProRail 18 spoortunnels en de overige overheden (gemeenten, provincies et cetera) gezamenlijk 26 weg-, metro- en tramtunnels. Tunnels hebben een lengte (van het gesloten deel) van meer dan 250 meter. Om de tunnels veilig en maximaal beschikbaar te houden, is onderhoud noodzakelijk. Dit betreft zowel klein (regulier) onderhoud als groot onderhoud, waaronder complete renovaties. De komende jaren zijn meerdere tunnels in Nederland en België toe aan renovatie (18 tunnels).

De ambities betekenen dat rondom alle tunnels van Rijkswaterstaat, ProRail, provincies en gemeenten, het ontwerpen, realiseren, onderhouden en beheren binnen afzienbare tijd circulair moeten plaatsvinden. Aan veel van de tunnels die in 2050 circulair moeten, zijn vindt de komende jaren groot onderhoud in de vorm van een renovatie plaats waarbij de tunnels weer tot voorbij 2050 mee moeten kunnen. Een unieke kans dus om grote stappen te zetten en een bijdrage te leveren aan de circulaire ambities.

De aankomende tunnelrenovaties maken het noodzakelijk dat voor alle tunnelspecifieke objecten (o.a. TTI, wegmeubilair, afwatering, verhardingen, luiken et cetera) op korte termijn circulaire alternatieven inzichtelijk moeten worden gemaakt. Dit moet er mede voor zorgen dat er in 2050 geen nieuwe primaire grondstoffen meer worden gebruikt. Waardebehoud van materialen is hierbij cruciaal. Tunnelspecifieke objecten bestaan dan uit secundaire, dan wel hernieuwbare (bijvoorbeeld biobased) grondstoffen. Aan het einde van de levensduur worden tunnelspecifieke objecten gereviseerd voor dezelfde of andere toepassingen en – als dat na enkele levenscycli niet meer mogelijk is – teruggebracht naar elementen of grondstoffen, die opnieuw hoogwaardig gebruikt worden. Kortom, de ambitie is om de grondstoffen van de tussen nu en 2050 gebouwde of gereviseerde tunnels na hun levensduur volledig terug te winnen.

Opgave voor de bouwsector in cijfers

Klap uit Klap in

2.2 De focus op tunneltechnische installaties [link id=”xqh8v”]

Voor tunnels is er door het COB de afgelopen jaren al een catalogus met energiereducerende maatregelen in de vorm van een groeiboek opgesteld. Voor het toepassen van circulaire maatregelen is voorliggend groeiboek de eerste uitwerking. Hierin ligt de focus op technische maatregelen voor TTI. De reden van deze afbakening is dat er voor de civieltechnische invulling al diverse concrete circulaire mogelijkheden bekend en toegepast zijn (zie o.a. roadmap Transitiepad kunstwerken). Voor de TTI is de kennis over circulariteit nog gering, terwijl het aandeel van de TTI bij een renovatie relatief groot is. Veel van het reguliere onderhoud betreft de TTI en tijdens een renovatie worden complete technische installaties aangepakt. Het aandragen en uitvoeren van concrete circulaire maatregelen voor TTI biedt daarom de mogelijkheid tot een significante bijdrage aan het behalen van de circulaire doelstellingen voor tunnels.

2.3 De kennishiaten voor circulaire tunnels & deelprojecten 2024 [link id=”nw40x”]

Bij de oplevering van de eerste versie van het groeiboek zijn er diverse hiaten aan het licht gekomen die de stap naar circulaire tunnels in de weg zitten. Zo ontbreekt inzicht om vrijkomende installaties en componenten daarvan te kunnen, willen en mogen hergebruiken of alternatieven te benutten. Ook is het complex om nieuwe installaties en componenten daarvan uitsluitend circulair te laten zijn. Dit zijn uitdagingen die de sector niet eerder hebben gehad en waar dus nog geen innovaties en investeringen in zijn gedaan. Ten slotte ontbreekt het aan ruimte in projecten en hulpmiddelen om concrete implementatie in projecten te realiseren.

Er zijn daarmee twee sporen te definiëren die beide tezamen gevolgd moeten worden om de circulaire tunnel in 2050 realiseerbaar te maken:

  • Impact nu: bij huidige tunnel renovaties inzetten om zo veel als mogelijk dan wel niet uitsluitend circulaire materialen, componenten en installaties te gebruiken. Dit houdt in het beperken van materialen, hergebruik of recycling volgens het principe van de R-ladder. Voor de komende tunnel renovaties moet de kans benut worden om circulaire maatregelen toe te passen.
  • Impact toekomst: bij de huidige tunnelrenovaties op een uniforme manier inzicht te krijgen van installaties en componenten die de tunnel in gaan zodat we bij de volgende renovatie ronde precies weten welke componenten er aanwezig zijn, in welke conditie, mogelijke knelpunten vanuit wet- en regelgeving en hoe hergebruik mogelijk gemaakt kan worden.

Met dit groeiboek ligt primair de focus op onderwerp 1, namelijk nu zo veel mogelijk impact maken om zo min mogelijk milieu-impact te hebben in de huidige tunnel renovaties door middel van circulaire maatregelen. Wel dragen de onderzoeken in 2024 mede bij om impact in de toekomst te onderbouwen en te sturen.

Het bovenstaande kennishiaat is aanleiding geweest om in 2024 een viertal deelprojecten uit te voeren:

  1. Circulairiteitsmaatregelen naar de praktijk: versie 1 van het Groeiboek bestaat uit technische maatregelen die bijdragen om een tunnel circulair te maken. Echter ontbreekt de vertaling naar de praktijk nog. Met dit deelproject is gebrainstormd hoe de maatregelen naar de praktijk gebracht kunnen worden.
  2. Knelpuntenanalyse: In gesprekken met opdrachtgevers, leveranciers en ingenieurs bleek dat er in de praktijk nog relatief weinig circulaire maatregelen worden toegepast (status begin 2024). Er worden verschillende knelpunten benoemd die de implementatie van circulaire maatregelen belemmeren. Onder knelpunten verstaan we obstakels die de toepassing van circulaire maatregelen in de praktijk verhinderen. Deze knelpunten vormen een rem op de voortgang van de realisatie van circulaire tunnels. De knelpunten zijn in kaart gebracht en daarnaast zijn er oplossingsrichtingen opgesteld.
  3. Toepasbaarheid MKI op tunneltechnische installaties: TTI’s zijn in grote getallen aanwezig in tunnelprojecten en hebben aanzienlijke milieu-impact. De sector heeft nog maar beperkt onderbouwd beeld waar deze milieu-impact precies zit. Een manier om de milieu-impact te bepalen is via de milieu kosten indicator (MKI). Betrouwbare MKI data ontbreken op dit moment nog voor diverse TTI’s. In het deelproject is de milieu-impact van de TTI in een tunnel inzichtelijk gemaakt. De focus ligt hierbij op de ‘high potentials’.
  4. Materiaalpaspoorten TTI: Tunnelbeheerders hebben beperkt zicht op welke materialen er gaan vrijkomen bij een tunnelrenovatie. Er is niet alleen moeilijk vast te stellen wat er aan aantallen installaties vrijkomt maar ook is onduidelijk wat de conditie is en of hergebruik mogelijk is. Materiaalpaspoorten bieden hiervoor een oplossing. Hoofdstuk 8 beschrijft hoe materiaalpaspoorten in de sector kunnen functioneren, inventariseert de eisen van de toekomstige gebruikers en beschrijft hoe de materiaalpaspoorten voor TTI eruit zouden moeten zien, hoe die moeten worden opgesteld en hoe ze moeten worden toegepast. Er zit ook een handleiding bij voor het gebruik van het materialenpaspoort.

De ondernomen stappen en resultaten van de deelprojecten zijn te vinden in de genoemde hoofdstukken.

3 Methodiek [link id=”3348d”]

Circulariteit is een breed begrip. In de context van tunnels draagt circulariteit bij aan het verminderen van de ecologische voetafdruk van deze infrastructuur en het bevorderen van duurzaamheid op lange termijn. Voor het bepalen van de mate van circulariteit wordt het 10R-model gebruikt als circulariteitsstrategie. Dit hoofdstuk gaat in op de structuur die wordt aangehouden voor het beschrijven van de maatregelen.

3.1 Toegepaste principes [link id=”60gvg”]

Voor het beschrijven van de maatregelen worden een aantal principes toegepast, deze worden onderstaand verder toegelicht en vormen samen de structuur waarin de maatregelen worden uitgewerkt.

3.1.1 10R-model als circulariteitsstrategie [link id=”1rbpb”]

In het 10R-model is een hiërarchie gemaakt van typen duurzaam gebruik van materialen en energie, met als einddoel een circulaire economie. De strategieën zijn geordend naar impact, waarbij de eerste strategie veelal de grootste positieve impact heeft en de laatste strategie meestal het minst gewenst is. Het 10R-model vormt daarmee de kapstok waaraan de technische maatregelen voor TTI zijn gecategoriseerd.

Onderstaande figuur illustreert de tien stappen van het 10R-model. De maatregelencatalogus beschrijft maatregelen voor de eerste zes stappen, startend vanaf R10.

Figuur: De tien niveaus van het R-model. (Bron: Framework circulair bouwen, CB’23)

3.1.2 SATO [link id=”6k9pk”]

Als we een tunnel ontleden volgens de richtlijn Specifieke aspecten tunnelontwerp (SATO) zijn de volgende tunneltechnische installaties essentieel voor de veiligheid, efficiëntie en het comfort van de tunnelgebruikers: energievoorziening, verlichting, drainage, ventilatie, verkeersinstallaties, brandblusinstallaties, communicatiesystemen, gebouwinstallaties en besturing-, bediening- en bewakingssystemen. De installatienummering uit de SATO is gehanteerd om de technische maatregelen voor TTI verder onder te verdelen.

3.1.2 Technology readiness level (TRL) [link id=”n3xdf”]

Een TRL geeft op eenduidige wijze aan in welk stadium van ontwikkeling een innovatie is. Hoe hoger het TRL hoe meer een innovatie zich technisch en functioneel al heeft bewezen en dus hoe sneller deze innovatie technisch gezien (grootschalig) toepasbaar is. Op de website RWS innoveert worden de verschillende niveaus toegelicht. Daarbij wordt een onderverdeling gemaakt in vier fasen: verkennen (TRL 1, 2 en 3), ontwikkelen (TRL 4, 5 en 6), demonstreren (TRL 7 en 8) en opschalen en vermarkten (TRL 9).

3.1.3 Kosten [link id=”634v3″]

Omdat kostenkengetallen veelal ontbreken, zijn eventuele meer- of minderkosten ingeschat op basis van ‘expert judgement’ met de leden van de werkgroep. Ook hier is het vertrekpunt gehanteerd dat de kosten zijn ingeschat in vergelijking met de ‘business as usual’-variant (BAU).

3.2 Structuur maatregelen [link id=”21pnm”]

Op basis van de beschreven principes, en in lijn met de Maatregelencatalogus energiereductie tunnels, is voor de uitwerking van de technische maatregelen onderstaande structuur toegepast:

  1. Circulaire baten (10R-model): aan welke strategie van de R-ladder draagt de maatregel bij en hoe?
  2. Toepassing TTI: op welke tunneltechnische installatie is de maatregel van toepassing?
  3. SATO: wat is de SATO-code?
  4. Wet- en regelgeving: is er een belemmering door wet- en regelgeving?
  5. Voorwaarden toepassing: zijn er voorwaarden voor toepassing van de maatregel?
  6. Impact beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid: wat voor impact heeft de maatregel op de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid van de tunnel?
  7. Impact veiligheid: wat is de impact van de maatregel op de veiligheid van de weg/tunnelgebruikers?
  8. Impact weggebruiker: wat is de impact van de maatregel op de weggebruiker?
  9. TRL: wat is het technology readiness level van de maatregel?
  10. Kosten: wat zijn de kosten van de maatregel bij aanleg, onderhoud en sloop?
  11. Ontwikkelingen: zijn er ontwikkelingen gaande rondom de maatregel?
  12. Knelpunt: is er een aantoonbaar knelpunt?
  13. Oplossingsrichting: is er een oplossingsrichting voor dit knelpunt?
  14. IUP Proces: status binnen het IUP proces?
  15. Vervolgstap: wat is de vervolgstap om de maatregel verder te brengen?

4 Samenvatting maatregelen [link id=”bmvds”]

In onderstaande tabel zijn alle maatregelen in dit groeiboek op een rij gezet. Naast de informatie die ook terugkomt in de uitwerking (zie volgende hoofdstuk), zijn twee classificaties toegevoegd: een voor de milieu-impact en een voor impact op de levenscycluskosten.

Met leden uit de werkgroep is op basis van ‘expert judgement’ een inschatting gemaakt van de milieu-impact. Dit gezien het feit dat LCA-berekeningen veelal ontbreken voor de betreffende maatregelen. Uitgangspunt hierbij is een vergelijking van de circulaire maatregel met de ‘business as usual’-variant (BAU). Dit levert onderstaande classificatie:

Label

Omschrijving milieu-impact

4

De milieu-impact én de beschikbaarheid is hoog

3

De milieu-impact of de beschikbaarheid is hoog

2

De milieu-impact of de beschikbaarheid is laag

1

De milieu-impact én de beschikbaarheid is laag

De meer- of minderkosten worden in de tabel als volgt aangeduid:

Label

Omschrijving kosten

LCC-kosten zijn een stuk minder dan conventioneel

LCC kosten iets minder dan conventioneel

=

LCC kosten vergelijkbaar met conventioneel

+

LCC kosten iets meer dan het conventioneel

++

LCC-kosten zijn een stuk meer dan conventioneel

Alle maatregelen

Maatregel

R-ladder

TTI

SATO

TRL

Kosten

Milieu-impact

5.1.1 Beperken verkeersdetectielussen

R10: Refuse

Verkeerdetectiesysteem, videosysteem en mogelijk ook hoogtedetectiesysteem

43

TRL 1

+

1

5.1.2 Communicatiesystemen beperken

R10: Refuse

Telefoonvoorziening

63, 65

TRL 1

– –

4

5.1.3 Conditiemeting kabels

R10: Refuse

Kabels

Diverse

TRL 7

4

5.1.4 Versobering wandcontactdozen

R10: Refuse

Hulppostenkasten, systeemkasten (middentunnelkanaal, technische ruimte, buitenkasten)

Diverse

TRL 9

– –

4

5.2.1 Hitte- en koudebestendige componenten

R7: Reduce

Alle TTI die buiten staan

Diverse

TRL 4

2

5.2.2 Inzetten opslagvoorziening

R9: Reduce

Noodstroomvoorziening en No-break voorziening

15

TRL 6

++

3

5.2.3 Standaardisering tunnelverlichting

R9: Reduce

Verlichting verkeerstunnel

21

TRL 4

– –

1

5.2.4 Reserveonderdelen op voorraad

R9: Reduce

Alle TTI (nieuwe toepassingen: tunnelventilatoren, voeding, PLC’s en switches)

Diverse

TRL 8

1

5.2.5 Monitoring installatiedegradatie

R9: Reduce

Alle TTI (maar met name kritische installaties)

Diverse

TRL 7

=

1

5.2.6 Toepassen vaste steekmaten

R9: Reduce

Alle TTI

Diverse

TRL 9

+

1

5.2.7 Optimaliseren klimaatinstallatie

R9: Reduce

Klimaatinstallatie in gebouwen

71

TRL 9

=

2

5.3.1 Standaardisatie kabels

R8: Rethink

Kabels

Diverse

TRL 8

1

5.3.2 Aluminium of glasvezelkabels

R8: Rethink

Kabels

Diverse

TRL 4

1

5.3.3 Biobased besturings- of laagspanningskasten

R8: Rethink

Besturings- en laagspanningskasten

Diverse

TRL 3

+

1

5.3.4 Toepassen gelijkspanning

R8: Rethink

Bijna alle TTI

Diverse

TRL 9

4

5.3.5 Basisontwerp servicehubs en energiedistributie

R8: Rethink

Bijna alle TTI die componenten hebben in de verkeersbuizen, vluchtgangen en dienstgangen

Diverse

TRL 5

4

5.4.1 Buizennetwerk voor kabelinfra

R7: Reuse

Kabeltracés, kabelgoten en ladders

92

TRL 6

2

5.4.2 Behouden bestaande kabelgoten en leidingen

R7: Reuse

Kabeltracés, kabelgoten en ladders

92

TRL 9

3

5.4.3 Matchmakingsplatform TTI

R7: Reuse

Alle systemen die voor hergebruik in aanmerking komen

Diverse

TRL 8

+

3

5.4.4 Materiaalpaspoorten

R7: Reuse

Alle TTI

Diverse

TRL 9

+

3

5.4.5 Vervangbaar installatiecomponent

R7: Reuse

Alle TTI

Diverse

TRL 1

=

2

5.4.6 Installatie as-a-service

R7: Reuse

Alle TTI

Diverse

TRL 5

+

3

5.4.7 Hergebruik vrijkomende installaties en onderdelen stimuleren in contracten

R7: Reuse

Alle TTI

Diverse

TRL 3

+

3

5.4.8 Herinzetten van vrijkomende installaties of onderdelen

R7: Reuse

Tunnelventilator (pilot-installatie)

36

TRL 3

+

3

5.5.1 Ontwerp in losse aansluitbare componenten

R6: Repair

Fysieke interfaces

Diverse

TRL 6

=

2

5.6.1 Kasten langer inzetbaar maken en houden

R5: Refurbish

Hardwarekasten

Diverse

TRL 7

=

1

5.6.2 Afsluitbomen hergebruiken

R5: Refurbish

Slagbomen

45

TRL 6

=

1

5.6.3 Tunnelbebording hergebruiken

R5: Refurbish

Op alle bebording

53, 94

TRL 8

=

1

5 Technische maatregelen [link id=”nqm4g”]

In dit hoofdstuk worden de technische maatregelen per stap uit het 10R-model toegelicht. Er wordt steeds gestart met de beschrijving van de stap, daarna volgen de geïnventariseerde maatregelen.

5.1 Maatregelen R10 (refuse) [link id=”d3kn0″]

Het 10R-model voor circulariteit begint met stap R10 (refuse). De maatregelen in deze stap gaan over het weigeren en daarmee voorkomen van onnodig gebruik van grondstoffen. Er is nagedacht of bepaalde TTI beperkt of versoberd kunnen worden. Installaties of installatiecomponenten worden overbodig gemaakt door van de functie af te zien of een radicaal ander component te kiezen.

5.1.1 Beperken verkeersdetectielussen – ontwikkeling artificial intelligence [link id=”qzp97″]

Verkeersdetectie vindt nu veelal plaats met fysieke lussen in het wegdek. Als maatregel wordt voorgesteld om de detectie te laten uitvoeren door camera’s in plaats van de verkeersdetectielussen. De camera’s waarmee voertuigen gedetecteerd kunnen worden, hangen er immers. De camerasystemen dienen hiervoor voorzien te worden van artificial intelligence (AI).

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.1.2 Communicatiesystemen beperken [link id=”hfrpr”]

Het laten vervallen van de noodtelefoons voor weggebruikers. Plaatsing van noodtelefoons in elke hulpkast is overbodig; de noodtelefoons worden zelden tot nooit gebruikt. De weggebruiker pakt als eerste zijn mobiel.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.1.3 Conditiemeting kabels [link id=”fgrml”]

Het vaststellen van de conditie van kabels door middel van monitoring- of doormeetsystemen.

In de huidige praktijk worden er bij de vervanging van kabels veelal eerst nieuwe kabels aangelegd waarna de oude kabels worden gerooid. Vaak wordt hiervoor gekozen om discussie te voorkomen, er kan namelijk gegarandeerd worden dat de nieuwe kabels goed zijn. Als opdrachtgever hoef je geen verantwoordelijkheid te nemen voor oude kabels en als opdrachtnemer is het niet nodig om na te denken over ombouwfasering. Oude kabels zijn vaak nog van goede kwaliteit en eventuele defecten zijn meestal goed te repareren.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.1.4 Versobering wandcontactdozen [link id=”k0661″]

Een service-wandcontactdoos is aanwezig in elke systeemkast. De noodzaak is achterhaald omdat huidige laptops een goede batterij capaciteit hebben. Oplossingsrichting is versobering in aantallen en/of installatie frequentie (bijvoorbeeld één op de drie kasten).

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.2 Maatregelen R9 (reduce) [link id=”wfqzs”]

Ook in stap R9 gaat het over het slimmer inzetten en maken van componenten. Echter, niet meer over het weigeren ervan, maar het verminderen. Er worden maatregelen besproken waarin grondstoffen verminderd kunnen worden. Bijvoorbeeld door efficiënter met componenten en installaties om te gaan.

5.2.1 Hitte- en koudebestendige componenten [link id=”hdrln”]

Toepassen van hitte- en koudebestendige componenten. Denk hierbij aan mechanische componenten, bewegende onderdelen en componenten en (las- en soldeer)verbindingen die gevoelig zijn voor krimp en uitzettingen. Maar ook aan componenten met een batterij of accu (bijvoorbeeld componenten in besturingskasten bestand tegen -25/+50 graden Celsius).

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

[/tekst]

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.2.2 Inzetten opslagvoorziening [link id=”08s2w”]

Voor batterijen zijn veel metalen nodig. Momenteel wordt bij tunnelrenovaties vaak het UPS-systeem (uninterruptible power supply, noodstroomvoorziening) vervangen terwijl dit beperkt gebruikt wordt. Er kan veel meer aan gedacht worden aan technologieën zoals flow-cellaccu’s en zoutwateraccu’s.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.2.3 Standaardisering tunnelverlichting [link id=”k93m4″]

Verduurzaming tunnelverlichting

Onderzoeken en proeven laten zien dat er diverse mogelijkheden zijn om het energieverbruik van de verlichting in tunnels te verlagen. Reden voor het COB om samen met netwerkpartijen, waaronder Rijkswaterstaat, hier onderzoek naar te doen. Er is intensief samengewerkt met het project A16 Rotterdam om maatregelen in de praktijk te testen. De uitkomsten van deze onderzoeken hebben geleid tot diverse adviesverzoeken die door de NSVV in behandeling zijn genomen en zijn verwerkt in een addendum op de Richtlijn Tunnelverlichting. >> Lees meer.

Toepassen van gestandaardiseerd ontwerp en standaardisering in ophanging en type connectie in het armatuur.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.2.4 Reserveonderdelen op voorraad [link id=”9gfmt”]

In de praktijk is het gangbaar dat er te weinig reserveonderdelen aanwezig zijn. Voornamelijk bij software-gedreven installaties zorgt dit ervoor dat er sneller overgestapt moet worden op nieuwe installaties doordat een component ontbreekt. Een mogelijke maatregel is dan ook om te zorgen voor voldoende reserveonderdelen, zodat indien nodig deze bij renovatie gebruikt kunnen worden (R9 Reduce). Deze maatregel anticipeert op het einde van de levensduur van installatie-onderdelen. Bij deze maatregel wordt er gekeken naar andere projecten waar een renovatie plaatsvindt, en waar mogelijk oude installaties of onderdelen kunnen worden ingezet als reserveonderdeel. Het is ook mogelijk om bij renovatie preventief een aantal extra installatieonderdelen te bestellen wanneer er geen oude installatie onderdelen beschikbaar zijn.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Deze maatregel valt binnen de fase Uniformeren onder Voorbereiden Uniformeren. De maatregel wordt al toegepast en behoort tot een innovatie. Het wordt reeds toegepast in projecten vanuit een ander oogpunt. Middels een aangescherpte impactanalyse en een business case waarin de kosten en baten worden afgewogen met elkaar.

Klap uit Klap in

5.2.5 Monitoring installatiedegradatie [link id=”xfsbc”]

Levensduurverlenging door het monitoren van de installatiedegradatie (en daarop acteren) in plaats van uitgaan van de theoretische levensduur.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.2.6 Toepassen vaste steekmaten [link id=”33w6g”]

Voor de architectuur van de tunnel gebruikmaken van vaste steekmaten (afmetingen) om zo een OT-landschap (operationele techniek, industriële systemen) te faciliteren. Door deze vaste maten is het goed mogelijk om een PLC-systeem op te zetten en hier alle overige installaties van de tunnel op aan te sluiten (energie, netwerk, klimaat).

Bij het aanhouden van verschillende steekmaten is het ingewikkeld om bij het losmaken van onderdelen te zien hoe deze precies zijn verbonden aan andere installaties. Door vaste steekmaten aan te houden, wordt dit veel overzichtelijker. Hierdoor wordt de keuze gemakkelijker om installaties of onderdelen ervan die nog niet aan vervanging toe zijn, te behouden.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.2.7 Optimaliseren klimaatinstallatie [link id=”rnff2″]

Momenteel wordt tijdens renovatieprojecten veelal alleen de klimaatinstallatie vernieuwd zonder dat het gebouw wordt verduurzaamd. Dit heeft als gevolg dat er een relatief ‘zware’ installatie wordt geplaatst of dat er onnodig energieverspilling plaatsvindt door warmtelekken in het dienstgebouw.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.3 Maatregelen R8 (rethink) [link id=”lpw3v”]

Rethink is de laatste stap in het slimmer inzetten en maken van componenten. Het gaat op dit niveau om het (her)ontwerpen van componenten met circulariteit als uitgangspunt.

5.3.1 Standaardisatie kabels [link id=”93ddg”]

Bij het vernieuwen van kabels eerst kabelstandaarden vaststellen. Aansluitend kunnen de standaarden meegegeven worden aan de ontwerpers van de te renoveren installaties. Bijvoorbeeld in plaats van 2x2x0,8 én 3x2x0,8, alleen 3x2x0,8 toepassen.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.3.2 Aluminium of glasvezelkabels [link id=”t7f3m”]

Tunnels bevatten een grote hoeveelheid koperkabels. Koper heeft een hoge milieu-impact in vergelijking met andere materialen. Voor datakabels kan gebruikgemaakt worden van glasvezel en voor elektriciteit van aluminium kabels.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.3.3 Biobased besturings- of laagspanningskasten [link id=”pf24q”]

Voor besturings- of laagspanningskasten kiezen voor biobased materialen.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.3.4 Toepassen gelijkspanning [link id=”v36cx”]

Van AC naar DC. Een tunnel telt ruim vijftig installaties, van verlichting tot camerasystemen en van omroepinstallaties tot stilstand detectie. Veel van die installaties werken op gelijkstroom. Bij het merendeel van de projecten wordt echter nog steeds ingezet op wisselspanning.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.3.5 Basisontwerp servicehubs en energiedistributie [link id=”hv3wc”]

In het COB-project Evolutiepad naar uniformiteit wordt voorgesteld om een uniforme projectering van tunneltechnische installaties toe te passen, waardoor in verschillende tunnelsegmenten dezelfde gestandaardiseerde kasten, energieverdelers en netwerkstructuren worden gebruikt. Deze maatregel heeft ook voordelen ten aanzien van circulariteit.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4 Maatregelen R7 (reuse) [link id=”x8hcr”]

R7 (reuse) is de eerste stap van de levensduurverlengende maatregelen. In deze stap worden componenten hergebruikt zonder verdere handelingen te plegen.

5.4.1 Buizennetwerk voor kabelinfra [link id=”38h1v”]

Introduceren van een buizennetwerk ten behoeve van kabelinfrastructuur buiten de tunnel waardoor er minder gegraven hoeft te worden bij vervangingen.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4.2 Behouden bestaande kabelgoten en leidingen [link id=”t4ffl”]

Het behouden van bestaande kabelgoten en leidingen tijdens renovatieprojecten.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4.3 Matchmakingsplatform TTI [link id=”dd2nz”]

Het inzetten van een ‘matchmakingsplatform’ ter bevordering van hergebruik van gehele installaties en/of componenten.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4.4 Materiaalpaspoorten [link id=”1qk70″]

Het inzetten van een materialenpaspoort ten behoeve van (toekomstig)hergebruik en effectief en doelgericht onderhoud en vervanging.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4.5 Vervangbaar installatiecomponent [link id=”zx6nx”]

Deze maatregel is vergelijkbaar met 5.5.1 Ontwerp in losse aansluitbare componenten, maar gaat een stap verder. Nu worden de installaties of installatiecomponenten uitneembaar en kunnen ze zonder schade worden verwijderd conform een demontageplan.

Voorbeelden:

  • Geen freesleidingen in de muren, maar kabelkokers.
  • Standaardiseren aanhechtingsystemen tunnelventilatie.
  • CCTV-camera’s waarbij de behuizing en het actieve cameradeel separate modules zijn. Hierdoor kan bij vervanging de behuizing (met bekabeling en bevestiging) gehandhaafd blijven en alleen het actieve cameradeel vervangen worden.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4.6 Installatie as-a-service [link id=”b9s9x”]

Eigenaarschap bij de producent laten en een installatie als een service afnemen.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4.7 Hergebruik vrijkomende installaties en onderdelen stimuleren in contracten [link id=”5lq1p”]

Procesvoorstel om tot hoogwaardig hergebruik van vrijkomend materiaal te komen:

  • Stimuleer hoogwaardig hergebruik in de uitvraag (EMVI).
  • Neem in het contract op dat de aannemer een scan moet uitvoeren op mogelijk hergebruik en daarbij aangeeft wat hij gaat doen met vrijkomend materiaal . Mogelijkheden zijn: zelf hergebruiken in de bestaande tunnel, inzet als reserveonderdeel of bij renovatie van een andere tunnel, en hergebruik elders (in andere tunnels of in andere toepassingen).

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.4.8 Herinzetten van vrijkomende installaties of onderdelen [link id=”gz7ck”]

De maatregel betreft de herinzet van vrijgekomen installaties. De maatregel is als pilot uitgewerkt voor een tunnelventilator. Het doel is om daarbij aan te tonen hoe en welk hergebruik mogelijk is met het oog op wet- en regelgeving, garantie en prestaties. De pilot geeft daarmee ook inzicht in de stappen die in het algemeen nodig zijn om tot hergebruik van TTI te komen. [internlink]5.6.2 Afsluitbomen hergebruiken[/internelink] kan een tweede pilot zijn.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.5 Maatregelen R6 (repair) [link id=”ncz5g”]

De maatregelen in deze stap van het 10R-model dragen ook bij aan het verlengen van de levensduur van componenten. Echter, in tegenstelling tot de vorige stap, dienen voor deze maatregelen nog enkele handelingen te worden getroffen. De beschreven componenten moeten bijvoorbeeld eerst onderhouden en/of gerepareerd worden.

5.5.1 Ontwerp in losse aansluitbare componenten [link id=”6w1hz”]

Zorg ervoor dat de verschillende onderdelen en systemen los van elkaar goed onderhoudbaar en uitneembaar zijn, voorzien van universele aansluitingen. Op deze manier zijn de verschillende componenten uitwisselbaar en per onderdeel herbruikbaar. Ontwerp met name de fysieke interfaces zodanig dat de vervangende unit snel geplaatst kan worden. Voorbeeld is het Fairphone-principe: maak de aansluiting stekkerbaar, waardoor de individuele aders niet gecontroleerd hoeven te worden.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

5.6 Maatregelen R5 (refurbish) [link id=”4vq0p”]

Op niveau R5 (refurbish) gaat het ook om maatregelen die de levensduur van componenten verlengen, maar nu moeten de componenten eerst opgeknapt worden. Dit vergt meer handelingen dan de vorige stap R6 (repair) en is daarmee ook iets minder circulair.

5.6.1 Kasten langer inzetbaar maken en houden [link id=”xqph7″]

Enerzijds bestaande kasten in gebruik houden door de behuizing te handhaven en inhoud te vernieuwen. Anderzijds nieuwe kasten overdimensioneren, zodat er met het oog op de toekomst bijvoorbeeld een PLC ingebouwd kan worden zonder dat de volledige kast vernieuwd hoeft te worden.

Klap uit Klap in

Circulaire baat

Door het ontwerp van een systeemkast aan te passen, kan deze achteraf eenvoudiger gerefurbisht worden (R5). Indien nieuwe kasten overgedimensioneerd worden, kunnen meerdere onderdelen tussentijds geplaatst of vervangen worden, wat zich zal terugverdienen over een langere termijn. Bestaande kasten kunnen hierdoor veelal worden hergebruikt, waarbij enkel het binnenwerk vernieuwd wordt. Als hier bij het ontwerp van nieuwe kasten rekening mee wordt gehouden, dan vergroot dit tevens de mogelijkheden bij volgende renovaties R10 (refuse).

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.6.2 Afsluitbomen hergebruiken [link id=”7mf83″]

Opnieuw coaten van bestaande afsluitbomen, waarbij er wordt gezorgd dat deze nog aan te sturen zijn met de (nieuwe) software.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

5.6.3 Tunnelbebording hergebruiken [link id=”kwg82″]

Tunnelbebording hergebruiken en lokaal refurbishen. De materialen schoonmaken, eventueel voorzien van nieuwe coating en nieuwe symbolen. Daarna worden de bakken gekeurd en kunnen deze weer in het veld worden ingezet.

Circulaire baat

TTI

SATO-code

Wet- en regelgeving

Voorwaarden toepassing

Impact op beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid

Impact op veiligheid

Impact weggebruiker

TRL

Kostenindicatie

Ontwikkelingen

Knelpunt

Oplossingsrichting

IUP Proces

Vervolgstap

Klap uit Klap in

6 Maatregelen naar de praktijk [link id=”9g64d”]

6.1 Circulariteitsmaatregelen van theorie naar praktijk [link id=”l5d0j”]

Het doel van de Maatregelencatalogus circulaire tunnels (hierna: groeiboek) is om alle betrokkenen bij tunnelrenovaties en groot- en standaard onderhoud inzicht te geven in welke technische circulariteitsmaatregelen er mogelijk toegepast kunnen worden. De maatregelen in hoofdstuk 5 dragen bij aan dit inzicht. In 2023 en 2024 is er gediscussieerd over de haalbaarheid en toepasbaarheid van circulariteitsmaatregelen in tunnels. Veel van de maatregelen worden nog niet standaard toegepast, onder andere vanwege het innovatieve karakter. Het TRL niveau beschrijft de ‘stand van zaken’ van maatregelen in de sector.

Aanvullend naast het beschrijven van de stand van zaken van maatregelen is het doel van het groeiboek ook om de circulaire transitie op gang te krijgen en daarmee tunnels meer circulair te maken. In reactie op de circulariteitsmaatregelen in de eerste versie van het groeiboek (2023) is de vraag ontstaan hoe de maatregelen in praktijk gebracht kunnen worden. Het COB is geen uitvoeringsorganisatie maar heeft diverse betrokken participanten die dat wel zijn, waaronder Rijkswaterstaat. Om innovatieve maatregelen te categoriseren en vervolgens in praktijk te brengen, hanteert Rijkswaterstaat de Handreiking Innoveren, Uniformeren en Produceren (IUP-proces). Het IUP-proces is in dit groeiboek als leidraad gebruikt om de maatregelen te classificeren en vervolgstappen te bepalen. Het IUP-proces is door Rijkswaterstaat specifiek ontwikkeld om innovaties binnen de infrastructuur sector naar de praktijk te krijgen en op dit moment de meest concrete handleiding.

6.2 IUP-proces als leidraad [link id=”3ka66″]

Rijkswaterstaat heeft het IUP-proces ontwikkeld met het doel een gemeenschappelijke taal en werkwijze voor alle innovatietrajecten te hanteren. Dit helpt Rijkswaterstaat om strategisch te sturen op innovatie, meer grip te krijgen en de ontwikkeling van pilot naar opschaling en implementatie te versnellen. Ook beoogt de invoering van het IUP-proces dat er meer kansrijke innovaties worden geïmplementeerd. Het helpt medewerkers, interne opdrachtgevers en besluitvormers die betrokken zijn bij innovatietrajecten, door middel van relevante aandachtspunten voor elke fase en criteria voor de overgang naar de volgende fase.

Het IUP-proces wordt slechts gehanteerd binnen Rijkswaterstaat. Echter, het proces omvat een reeks aan handvaten die een innovatie verder kunnen brengen naar de praktijk en is daarmee ook direct relevant voor andere tunnelbeheerorganisaties, leveranciers, aannemers en advies/ingenieursdiensten.

Inhoud-IUP

Het IUP-proces bestaat uit drie fasen die diverse activiteiten omvatten. Iedere fase bevat documentatie die aantoonbaar maakt dat een innovatie weer naar een volgende fase door kan. In GO/NO-GO momenten wordt deze documentatie getoetst. Het omvat een gefaseerde aanpak, wel zijn er per fase het cyclussen om de verschillende fase opnieuw te doorlopen indien onvoldoende diepgang of resultaten zijn geboekt (NO-GO). De onderstaande afbeelding laat het IUP-proces zien met daarin de subfases, activiteiten en documentatie.

Fase 1: Innoveren

In deze fase worden nieuwe producten en diensten (d.m.v. testen en uitvoeren van pilots) ontwikkeld om de ambitie vanuit het focuspunt (2030) na te jagen. Focuspunten zijn nieuwe ambities/ontwikkelingen waar in dit geval Rijkswaterstaat invulling aan geeft om ervoor te zorgen dat de eindgebruiker nu en in de toekomst veilig en betrouwbaar gebruik kan maken van de netwerken die worden beheerd. De volgende subfase zijn onderdeel van innovatiefase:

  • Verkennen: er wordt bepaald of een innovatie toekomst heeft binnen de organisatie. Er wordt hiervoor een plan van aanpak opgesteld en middels een GO/NO-GO moment bepaald of er wordt doorgegaan.
  • Ontwikkelen: wanneer er besloten is om door te gaan met de innovatie wordt het plan van aanpak aangevuld met (ontwerp-) technische, procesmatige of organisatorische stappen.
  • Beproeven: met het beproeven wordt de innovatie in de praktijk getest met een pilotproject om de haalbaarheid en levensvatbaarheid te toetsen.

Parallel aan de Innovatiefase wordt er aan de volgende producten gewerkt:

  • Business Case: De kosten worden tegen de baten afgewogen, rekening houdend met de risico’s
  • Impactanalyse: Er wordt bepaald welke impact de implementatie van de innovatie heeft

Fase 2: Uniformeren

Wanneer de innovatie technisch gereed is en deze vaker toepassen, dan start de fase Uniformeren. Hierin staat de implementatie van de innovatie in de werkwijzen (processen, kaders, systemen etc.) van Rijkswaterstaat centraal. De volgende subfase zijn onderdeel van Uniformeren:

  • Voorbereiden uniformeren: De impactanalyse vormt de basis voor deze voorbereiding. Uit de impactanalyse volgen benodigde aanpassingen. In de voorbereiding uniformeren wordt bepaald hoe dat wordt gedaan. Het Plan van Aanpak wordt verder uitgewerkt en met een GO/NO-GO moment wordt de subfase afgesloten.
  • Uitvoeren uniformeren: Deze fase bestaat uit het vaststellen van nieuwe werkwijzen, ombouwen en uitfaseren van werkwijzen in de organisatie. Tijdens de fase Uniformeren informeer je de interne opdrachtgevers en stakeholders regelmatig over de voortgang en eventuele belemmeringen en nieuwe inzichten.
  • Voorbereiden productie: Opstellen van nieuwe werkwijzen. Mensen leren hoe ze met de innovatie kunnen werken, bijvoorbeeld door middel van cursussen en presentaties.

Fase 3: Productie

Als de processen zijn ingericht, besluit het bestuur of de nieuwe ontwikkeling/innovatie gereed is om breder uit te rollen. De volgende subfase zijn onderdeel van productiefase:

  • Implementatie van de productie: dit betreft de transitiefase van het innovatieteam naar een standaardwerkproces en projecten.
  • Monitoring: er zijn continu ontwikkelingen, daarom is monitoring een constante factor in de productiefase, zowel intern als extern. Er wordt gerapporteerd of de innovatie het beoogde effect behaalt en of er nog extra activiteiten nodig zijn om de implementatie te verbeteren.
  • Optimaliseren: monitoring van de impact is een constante factor in de productiefase, zowel intern als extern.

Het IUP-proces omvat flink wat stappen om een innovatie naar de praktijk te brengen. Hetzelfde geldt voor de circulariteitsmaatregelen uit het groeiboek.

6.3 IUP-proces voor circulariteitsmaatregelen [link id=”98qrt”]

Om de circulariteitsmaatregelen naar de praktijk te brengen is het IUP-proces toegepast op de maatregelen. Afgelopen jaar heeft hiervoor een inhoudelijke werksessie plaatsgevonden met de participanten van de werkgroep en Rijkswaterstaat. Tijdens de werksessie zijn in deelgroepen de maatregelen 1-voor-1 behandeld.

Per maatregel is beoordeeld hoever deze in het IUP-proces is en wat de benodigde vervolgstappen zijn om de maatregel verder te krijgen. In Hoofdstuk 5 is de uitkomst per maatregel uitgewerkt. Wat opvalt is dat het gros van de circulariteitsmaatregelen zich nog in de innovatiefase bevindt. Specifiek in de subfases verkenning en ontwikkelen. Voor veel van de maatregelen is de vervolgstap om dit in kaart te brengen middels een plan van aanpak.

Het plan van aanpak per maatregel omvat minimaal de volgende stappen:

  • Aanleiding van de innovatie
  • Omschrijving en doel van de innovatie
  • Kosten en baten van de innovatie (met gebruik van een businesscase)
  • Stand van zaken: bepalen van het Stakeholder Readiness Level
  • Stand van zaken: een impactanalyse
  • Beschouw barrières in structuren en uitvoering en bij stakeholders
  • Doelstellingen en onderzoeksvragen voor de ontwikkelings- en beproevingsfase
  • Voorstel voor activiteiten
  • Benodigde capaciteit en budget

Het plan van aanpak met daarin de businesscase en impactanalyse zijn bij het gros van de maatregelen de eerste vervolgstap die in 2025 met de participanten opgepakt dient te worden.

7 Knelpunten circulariteitsmaatregelen TTI [link id=”1dpo9″]

Het beheren, onderhouden en renoveren van tunnels biedt grote kansen voor het realiseren van duurzaamheidsambities. Zo zijn er diverse circulariteitsmaatregelen op het gebied van tunneltechnische installaties (TTI), maar in praktijk worden deze nog weinig toegepast. Het COB-netwerk heeft de belemmeringen in kaart gebracht en mogelijke oplossingsrichtingen geformuleerd.

Nederland wil in 2050 een circulaire economie realiseren, met halvering van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030. Dit vraagt om aandacht voor circulariteit in de tunnelsector, waarbij TTI een sleutelrol spelen vanwege hun grote aandeel in renovaties en onderhoud. Hoewel de Maatregelencatalogus circulaire tunnels oplossingen biedt, worden de beschreven circulariteitsmaatregelen nog weinig toegepast. Het COB-netwerk heeft onderzoek gedaan naar de redenen hiervoor en de knelpunten in kaart gebracht.

Via interviews, bronnenonderzoek en expertreviews zijn de belemmeringen geïnventariseerd, geanalyseerd en geclusterd in vier hoofdthema’s: onduidelijkheid over circulariteit met betrekking tot kosten en impact, wettelijke kaders en richtlijnen, cultuur en organisatie, en invloed van variabelen. Het gebrek aan duidelijke normen en tools vormt een belangrijk knelpunt voor de toepassing van circulariteitsmaatregelen, evenals achterlopende standaarden en wet- en regelgeving. Daarnaast vormen uiteenlopende betrokkenheid en risicomijdend gedrag binnen organisaties obstakels.

Op basis van de analyse zijn oplossingsrichtingen bepaald die belemmeringen kunnen wegnemen. Deze omvatten bijvoorbeeld het ontwikkelen van duidelijke definities en normen, het aanbieden van educatie en training en het aanpassen van wet- en regelgeving om meer ruimte te bieden voor innovatie. Daarnaast is samenwerking tussen opdrachtgevers en aannemers van groot belang, evenals het creëren van een flexibele contractstructuur die ruimte biedt voor herzieningen en aanpassingen. Deze oplossingsrichtingen kunnen de transitie naar circulariteit versnellen en dienen de komende jaren verder uitgewerkt en opgevolgd te worden.

Het gehele rapport Knelpuntenanalyse circulariteitsmaatregelen TTI is te raadplegen via de kennisbank. In hoofdstuk 5 van dit groeiboek is per maatregel het geïnventariseerde knelpunt zichtbaar gemaakt.

8 Toepasbaarheid MKI op TTI [link id=”62mnz”]

De overgang naar een circulaire economie is voor de infrasector een van de belangrijkste

uitdagingen voor de komende jaren. In de context van tunnelprojecten betekent dit dat

er meer aandacht komt voor het behoud en hergebruik van grondstoffen, materialen en

onderdelen binnen tunneltechnische installaties (TTI). In 2024 is onderzocht welke manieren er zijn om de milieueffecten van TTI in kaart te brengen, met name door te kijken of de in de infrasector welbekende ‘milieukostenindicator’ (MKI) ook toepasbaar kan zijn binnen de tunnelsector en specifiek ten aanzien van TTI.

Voor het project is een drietal projectdoelstellingen geformuleerd: het vaststellen van de top-5

TTI met de hoogste milieu-impact in een tunnel(renovatie), het bepalen van de MKI-reductie

van uitgewerkte maatregelen voor de top-5 TTI en het vormgeven van de rol van het Centrum

ondergronds bouwen (COB) om de Levenscyclusanalyse (LCA)/MKI-data te verbeteren voor installaties.

Uit de resultaten van het project blijkt dat het gebruik van de MKI leidt tot inzichten en duurzame oplossingen, onder andere omdat het de gehele productieketen transparant maakt. Het gebruik van de MKI stimuleert opdrachtnemers om de meest duurzame leveranciers te selecteren, waardoor de leveranciers hun producten willen verbeteren. De top-5 milieu-impactmakers zijn in kaart gebracht. Dit zijn de middenspanningsinstallatie, het besturingssysteem en -bediening, de tunnelventilatie, de noodstroomvoorziening en de brandblusinstallatie. Wel moet de kanttekening geplaatst worden dat er nog wat beperkingen zitten in de analyse. De data, onderbouwing en resultaten van het project zijn te vinden in de bijbehorende Rekentool: MKI-berekening en zwaartepuntanalyse.

Het rapport sluit af met het formuleren van een aantal vervolgstappen om de milieu-impact daadwerkelijk in kaart te brengen, nu onderzocht is hoe gebruik van de MKI hierbij kan helpen.

  • Opstellen LCA’s op basis van categorie 2 data;
  • Opstellen Product Category Rules (PCR) voor uitgangspunten en rekenmethodes;
  • De MKI impact van circulariteit maatregelen voor de top 5 installaties in kaart brengen
  • Daarnaast ligt er een rol voor het COB om de berekeningen, die zijn gemaakt op basis van beschikbare data in de NMD, te verifiëren bij de leveranciers.

Voor het vervolg van dit project zal een rol weggelegd zijn voor het COB, de overheid, de markt (waaronder aannemers en leveranciers) en de NMD. Het is cruciaal dat deze partijen samenwerken om de eerste tender met de MKI van TTI te evalueren. Daarnaast ligt er een rol voor het COB om de berekeningen, die zijn gemaakt op basis van beschikbare data in de NMD, te verifiëren bij de leveranciers. Een derde vervolgstap is het zoeken van de samenwerking met partijen die bezig zijn (of gaan) met TTI voor beweegbare kunstwerken en TTI voor spoorwerk.

Het rapport Toepasbaarheid MKI op TTI en de bijbehorende Rekentool: MKI-berekening en zwaartepuntanalyse zijn te raadplegen via de kennisbank van het COB.

9 Materialenpaspoort TTI [link id=”f8a5w”]

In 2030 moet bij de renovatie van tunnels zoveel mogelijk ingezet worden op hergebruik. Met een materialenpaspoort kan de aanwezigheid en (potentie van) herbruikbaarheid van tunneltechnische installaties (TTI) vastgelegd worden, wat hergebruik faciliteert. Wanneer het nu wordt ingezet dan is bij een volgende renovatieopgave nauwkeurig in kaart gebracht welke installaties er zijn en wat hiervan de conditie is.

In 2024 is er een Format materialenpaspoort opgesteld. Het materialenpaspoort is erop gericht de potentie tot herbruikbaarheid van deelinstallaties/bouwdelen/componenten in kaart te brengen. Het materialenpaspoort faciliteert de matchmaking en de overdracht van producten voor hergebruik op een andere plek (of in dezelfde tunnel bij een renovatie) op het moment van vrijkomen.

Aanvullend is er een handleiding opgesteld die de eisen aan en werkwijze voor het opstellen van een materialenpaspoort voor TTI beschrijft. Zowel deze Handleiding materialenpaspoort TTI als het Format materialenpaspoort TTI zijn apart te downloaden vanaf de kennisbank van het COB en in de tunneltoolbox.

Om stap voor stap zinvolle materialenpaspoorten op te kunnen stellen, begint de handleiding met een selectie op deelinstallatieniveau. Welke deelinstallaties zijn aanwezig in de TTI? Welke zijn relevant, bijvoorbeeld omdat ze worden aangepakt in de eerstkomende renovatie of omdat er kansrijke bouwdelen in zitten? Of is het een nieuwe tunnel en wordt alles in kaart gebracht?

Vervolgens moet worden bedacht wat er wel en niet van de installatie moet worden uitgewerkt, en op welk niveau. Bij deze vraag draait het om de kans op het vinden van een nieuwe bestemming: matchmaking. Voor welk product uit de decompositie is de kans op hoogwaardig hergebruik het grootst en wat zijn de specificaties? De specificaties per product kunnen ook weergegeven worden in een apart overzicht: een paspoort per product. Dit geeft gericht informatie aan een belangstellende voor hergebruik van dat product.

Omdat hergebruik voor TTI nog niet gebruikelijk is, is het opstellen en uitwerken van de decompositie tamelijk ingewikkeld. Samenwerking tussen de partij die het materialenpaspoort gaat gebruiken en de partij die het opstelt is hierbij belangrijk. Het komende jaar wordt het materialenpaspoort in de praktijk getoetst.