Innovatief denken volgens Schreudersstudieprijskandidaten

Stel, door creatief te denken kunnen we inderdaad meer bereiken met minder middelen. Dan is natuurlijk de vraag: hoe denk je creatief? Hoe kom je op het idee voor een innovatieve oplossing? We vroegen het de mensen die in 2008 en 2010 meededen aan de Schreudersstudieprijs. Deze prijs is tenslotte speciaal ingesteld voor afstudeeronderzoeken die zich richten op inventief ondergronds ruimtegebruik.

Waarom heb je dit vraagstuk onderzocht?

Een afstudeerder is relatief vrij bij het kiezen van een onderzoeksonderwerp. Waarom kozen deze mensen voor een onderzoek gericht op ondergronds ruimtegebruik? Een veelgehoord antwoord is fascinatie: de inzenders voelden zich aangetrokken tot het onderwerp en wilden daarom op dit vlak een bijdrage leveren. Pank van ’t Hoog was bijvoorbeeld altijd al gefascineerd door ondergrondse openbare ruimtes, met metrostations in het bijzonder. Dat was voor hem de aanleiding om een nieuw ontwerp te maken voor metrostation Weesperplein.

In sommige gevallen zag de afstudeerder in ondergronds ruimtegebruik de oplossing voor een concreet probleem. Zo koos Mark van Westerlaak voor een ondergronds informatiecentrum omdat een bovengrondse oplossing niet paste binnen de kleinschalige, groene campus van de TU Eindhoven. Jeroen Derksen en David Windt hadden in Haarlem met een vergelijkbare situatie te maken: daar bleek het toevoegen van een bovengronds programma lastig en wellicht niet eens gewenst.

Andere inzenders wilden laten zien hoe de boven- of ondergrondse leefomgeving erop vooruitgaat als je de ondergrond op een vernieuwende manier benadert. Michael Assal bedacht een luchthavenconcept met ondergrondse pieren: efficiënter voor het afhandelen van vliegtuigen en prettiger voor de passagiers in de terminal.

Hoe ben je tot jouw oplossing gekomen?

Globaal gezien begonnen alle Schreudersstudieprijskandidaten met een grondige analyse van de onderzoeksvraag: wat is precies het probleem, wat willen ze bereiken? Hier volgde dan ‘vanzelf’ de innovatieve oplossing uit. Miel Steeghs wilde bijvoorbeeld de omgeving in haar waarde laten, waardoor hij uitkwam op een ondergronds casino. De ingang van het gebouw volgde daarnaast uit de gridlijn van de stad. Het ondergrondse theater en stationsplein van Jeroen Derksen en David Windt ontstonden op een soortgelijke manier. De vaak grote gesloten gevels van theaters zijn bovengronds niet altijd mooi en openbare ruimtes (pleinen e.d.) moeten meestal open blijven. Ondergronds bouwen bracht de oplossing.

Soms was het gebruik van de ondergrond alleen al innovatief omdat het nooit eerder in een dergelijke situatie was toegepast. Dat was onder meer het geval bij Saartje van der Made die een ondergronds uitvaartcentrum ontwierp. Maar ook in deze gevallen was de afstudeerder van mening dat het ondergronds gaan een logische en wellicht de beste oplossing was voor het onderzoeksvraagstuk. Zo sluit de ondergrondse architectuur van het uitvaartcentrum aan op de behoefte van nabestaanden aan privacy en bezinning.

Wat is er na je afstuderen met het onderzoeksresultaat gedaan? Hoe komt het volgens jou dat er veel/weinig mee gedaan is?

Al was het innovatieve idee van de afstudeerder nog zo’n goede oplossing voor het onderzoeksvraagstuk, naderhand werd er in de praktijk vaak weinig mee gedaan. Bedrijven durfden het niet aan of het idee was nog niet toepasbaar. Sommige concepten zijn wel in gebruik, bijvoorbeeld bij de organisatie waar de afstudeerder het onderzoek uitvoerde. Het keuzemodel dat Richard Sleumer en Henry Vreeman ontwikkelden helpt hun opdrachtgever nog steeds in het begintraject van ondergrondse bouwprojecten. Ook de modellen van Robin van Abeelen zijn bij zijn afstudeerbedrijf doorontwikkeld.

Andere kandidaten zijn zelf actief bezig met promotie en proberen hun idee soms via een eigen bedrijf op de markt te brengen. Michael Assal is op deze manier door het ingenieursbureau Deerns uitgenodigd om een presentatie te geven binnen het thema ‘Airport of the Future’, omdat zij Assals voorstel zeer innovatief vinden.

Zou je nu nog op zo’n idee kunnen komen? Waarom wel/niet?

Kun je te allen tijde een innovatieve oplossing bedenken of gelden er bepaalde randvoorwaarden? Het eerste, zeggen vrijwel alle Schreudersstudieprijskandidaten. Als ingenieur, (steden)bouwkundige of ruimtelijk ontwerper is het je vak om creatief te denken, stelt Pank van ’t Hoog. Marcel Moonen woont en werkt in Berlijn en wordt zodoende dagelijks geconfronteerd met ondergrondse bouwwerken. Bovendien is ondergronds bouwen de ideale oplossing in druk bebouwd gebied, zeggen Jeroen Derksen en David Windt. Robin van Abeelen denkt dat het door de komst van computers met meer rekenkracht gemakkelijker wordt om geavanceerde 3D-modellen te maken, waardoor er ook meer mogelijk.

De afstudeerders menen dat ondergronds ruimtegebruik grenzeloos is; een gebied waarbinnen nog volop te pionieren valt. Ondergronds bouwen levert volgens Miel Steeghs onverwachte resultaten, het maakt een gebouw spannender en biedt extra mogelijkheden. Richard Sleumer denkt dat juist in een tijd waarin iedereen zoekt naar manieren om geld te verdienen, creatief gebruik van boven- en ondergrondse ruimte een logische keuze is. Ondergrondse eigenschappen (zoals een constante temperatuur), een oneindige hoeveelheid beschikbare ruimte en de dramatiek van natuurlijke lichtinval van bovenaf, maken dat ondergrondse architectuur waardevol en grenzeloos is, aldus Saartje van der Made.

Welke tips heb je voor het COB-netwerk om innovatieve oplossingen te ontwikkelen?

De meeste afstudeerders zijn van mening dat creativiteit vooral van jonge mensen moet komen. De bouwwereld moet hen daarom kansen bieden en innovatief onderzoek stimuleren. Daarentegen heeft de huidige generatie meer ervaring en technisch inzicht, dus samenwerking is volgens Michael Assal evengoed van belang. Ook Mark van Westerlaak geeft aan dat het goed is om samen te brainstormen, in afwisselende werkgroepen met verschillende disciplines en expertises.

Robin van Abeelen geeft aan dat uitvoerders en gebruikers in een vroeg stadium van de ontwikkeling van een (innovatief) concept betrokken moeten worden, niet pas wanneer het concept klaar is. Dit sluit aan bij de gedachten van Jeroen Derksen en David Windt. Zij stellen dat er meer aandacht besteed moet worden aan beeldvorming: laat architecten een studie doen naar de mogelijkheden en visualiseer dit. Zo krijg je een document om mee te stimuleren.

Een andere veelvoorkomende tip: toon lef! Marcel Moonen stelt dat innovatie altijd een combinatie is van vernuft, herziend gebruik en de daarmee samenhangende vernieuwde ervaring. Niet-alledaagse oplossingen moeten meer ruimte krijgen. Volgens Jeroen Derksen en David Windt is dat vooral aan opdrachtgevers. Als de opdrachtgever durft, durven andere partijen ook.

En blijf vooral niet met je handen in het haar wachten op betere tijden: dat is de conclusie van Richard Sleumer. Probeer je te onderscheiden van andere partijen en laat mensen zien hoe interessant ondergronds bouwen is.

Transferium Rhijnspoorplein

Marcel Moonen
Toen: TU Eindhoven, Bouwkunde
Nu: Architect bij Wiel Arets Architects in Berlijn

Het project Transferium Rhijnspoorplein maakte deel uit van het plan om de S112 en S116 in Amsterdam nieuw leven in te blazen. Door op de snijlijnen van de binnenstad en de S112/S116 twee transferia te bouwen, fungeren de wegen als ontsluitingsroutes en worden tegelijkertijd auto’s geweerd uit het centrum. Voor het zuidelijk gelegen transferium maakte Moonen een architectonisch ontwerp, waarbij hij expliciet zocht naar de uitbeelding van het pure karakter van het ondergrondse gebouw. Het is een ruimte van korte ervaringen, een ruimte die beweging activeert en geleidt. Door een direct antwoord te zoeken op de aard van bewegen, ontstonden er continue dynamische hellingen en diepe samen-geperste ruimtes met sculpturale effecten.

Afd(w)alen, Casino in Turku, Finland

Miel Steeghs
Toen: Academie voor Architectuur en Stedenbouw Tilburg
Nu: Architect bij Van den Hout & Kolen architecten en architect/eigenaar bij Miel Steeghs Architectuur

Steeghs wilde de ervaringen en verleidingen ín het casino vertalen naar het gebouw zelf. De Kakolaheuvel in Turku, Finland vormde hiervoor de ideale locatie. De drie monumentale gevangenisgebouwen die er vrijkwamen, stralen soberheid en rust uit, terwijl de spanning ervan direct voelbaar is. Glimpen van de gebouwen zijn door de hele stad waarneembaar. Als waardering voor het bestaande trekt het casino van Steeghs zich terug in de berg, onder de grond. Hij benutte het stadsweefsel voor het positioneren van het gebouw: daar waar de gridlijnen van de stad elkaar kruisen is de entree van het casino. In Steeghs’ ontwerp wordt de berg enkele meters onder een bestaande oude route uitgehold. De ondergrondse route vormt de routing door de speelruimtes.

Redesign of the existing underground metrostation Waterlooplein

Pank van ’t Hoog
Toen: TU Eindhoven, Bouwkunde
Nu: Architect bij LENGKEEK architecten en ingenieurs

Vaak zijn metrostations niet de meest aantrekkelijke plaatsen en Van ’t Hoog zag daar de uitdaging in om de metro meer betekenis te geven in een stedelijke omgeving. Hij richtte zich op de Amsterdamse Oostlijn. Het bestaande metrostation Waterlooplein moet zich beter openbaren aan de stad, zodat enerzijds het station meer deel gaat uitmaken van de bovengrondse omgeving en anderzijds de omgeving een relatie krijgt met de ondergrondse metrolijn. Om dit te realiseren, koos Van ’t Hoog voor functiemenging, daglichttoevoeging en logische routing. Toevoeging van een bedrijfsverzamelgebouw bij de entree van de metro versterkte de gewenste functiemenging.

Zand erover

Saartje van der Made
Toen: TU Delft, Bouwkunde
Nu: Architect bij Benthem Crouwel Architekten

Van der Made ontwierp een ondergronds uitvaartcentrum. De keuze voor de ondergrond is gebaseerd op de behoefte van nabestaanden aan privacy en rust. Daarnaast ontstaat door het samengaan van ondergronds klimaat en natuurlijk licht van boven, een tussenrijk tussen het hemelse en het aardse, wat het uitvaartcentrum een extra lading geeft. Ook speelt het ontwerp in op de beperkte tijd die nabestaanden hebben tussen het moment van overlijden en het afscheid nemen: het tijdsbesef wordt opgerekt doordat het gebouw een aaneenschakeling van volumes is, waarbij ieder bouwdeel een stap van het afscheidsproces vertegenwoordigt.

Contact – Een informatiecentrum voor de bouw

Mark van Westerlaak
Toen: TU Eindhoven, Bouwkunde
Nu: Architect en projectmanager bij Factor Architecten en IA Groep

Van Westerlaak wilde met zijn afstudeeronderzoek een brug slaan tussen de bouwwereld en de samenleving. Zijn plan voor een innovatief informatiecentrum – het ‘InformatieCentrum Bouw’ – voor het terrein van de TU Eindhoven had als doel consumenten voor te lichten over innovatieve functies van ondergrondse ruimten. Van Westerlaak ontwierp een gebouwencomplex waarbij consumenten in een ondergronds gedeelte het maaiveld kunnen ervaren. Daarnaast dacht hij na over energiebesparende methoden en efficiënte daglichtbenutting. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van lage temperatuurverwarming, hoge temperatuurkoeling, betonkernactivering, warmte- en koudeopslag met een warmtepomp, zonnestroom en een vegetatiedak.

Ondergrondse luchthavenpier

Michael Assal
Toen: TU Delft, Bouwkunde, afstudeerlab Bouwtechnologie
Nu: integraal ontwerpleider/projectleider bij Zueblin/Strabag

Hoe kunnen de prestaties en opbrengsten van luchthavens verhoogd worden, zonder de belangen van luchtvaartmaatschappijen, passagiers en eigenaren te schaden? Na een analyse van onder meer de voorkeuren, luchthavenprocessen, gebouwgeometrie en economische haalbaarheid kwam Assal uit op een concept met ondergrondse pieren. Er ontstaat hierdoor een pitstopconcept, vergelijkbaar met benzinestations waarbij voertuigen na het tanken door kunnen rijden. De afhandelings- en taxitijd van vliegtuigen wordt gereduceerd en tegelijkertijd wordt de terminal overzichtelijker, omdat technische installaties en bagageafhandelingssystemen ondergronds verdwijnen.

Beslissingsondersteunend stappenplan

Richard Sleumer en Henry Vreeman
Toen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Organisatie en Bouwtechniek
Nu: Henry Vreeman is commercieel projectleider bij Aan de Stegge Twello, Richard Sleumer is bezig met zijn afstudeeronderzoek voor de masteropleiding Conctruction management and engineering aan de TU Eindhoven

Sleumer en Vreeman ontwikkelden een keuzemodel waarmee bedrijven verschillende uitvoeringsmethoden voor ondergronds bouwen met elkaar kunnen vergeleken, zoals het type bemaling, (dam)wanden en funderingspalen. Door het beantwoorden van vragen komt de beste uitvoeringsmethode voor dat onderdeel automatisch uit het model. De vragen zijn geformuleerd op basis van uitgebreid onderzoek naar mogelijke uitvoeringsmethoden. Samen met een handleiding en een toelichting op de vragen vormt het stappenplan een goed middel om in de voorbereidingsfase een redelijk betrouwbaar advies te verkrijgen voor de bouwmethode.

Stationsplein en ondergronds theater Haarlem

Jeroen Derksen en David Windt
Toen: TU Delft, Bouwkunde
Nu: Architecten bij hun eigen bureau derksen|windt architecten

Om de barrièrewerking van het spoor op te heffen en het stationsgebied aantrekkelijker te maken, richtten Derksen en Windt zich op ondergronds ruimtegebruik: ze ontwierpen een theater onder het treinstation. Aan de oostzijde van het plein glooit het landschap naar beneden en vormt het een openluchttheater, waar mensen ook al wachtende op de trein even kunnen zitten. De tribune vormt tevens de entree van het ondergrondse theater. Door de ruimtelijke kwaliteit van met name deze entree worden passanten als het ware uitgenodigd in het theater af te dalen.

Modelling of Building Response to imposed Settlements

Robin van Abeelen
Toen: TU Delft, Civiele techniek
Nu: Structural Engineer bij BAM Infraconsult

Voor zijn afstudeeronderzoek evalueerde Van Abeelen de toepasbaarheid van verschillende analytische en numerieke modellen om mogelijke (negatieve) risico’s van zettingen in de ondergrond op een constructie inzichtelijk te krijgen, een zogeheten Settlement Risk Assessment (SRA). Het onderzoek richtte zich vooral op de beperkingen van de verschillende methoden. Aan de hand van de zettingen die zich werkelijk voordeden bij werkzaamheden aan de Noord/Zuidlijn in Amsterdam (Vijzelgracht), zijn de voorspellingen vergeleken met werkelijk gemeten schade. Het onderzoek leidde tot nieuwe inzichten, waardoor risico’s beter ingeschat kunnen worden.