Interactie met de omgeving

Ondergronds bouwen vindt meestal in een stedelijke omgeving plaats, omdat daar de druk op de ruimte het grootst is. De kans dat er tijdens de uitvoering hinder ontstaat en bouwfouten ernstige gevolgen hebben, is juist in dit soort omgevingen groot. Daarom is risicomanagement bij ondergronds bouwen essentieel. Monitoring en open communicatie met de omgeving spelen hierbij een centrale rol.

Met risicomanagement kan worden voorkomen dat er tijdens een bouwproject dingen fout gaan en ongewenste gebeurtenissen optreden. Er zijn altijd risico’s verbonden aan ondergronds bouwen, omdat de ondergrond nou eenmaal nooit volledig in kaart te brengen is. Zeker als we diep en dicht bij andere constructies willen bouwen, is het essentieel om goed op te letten. Een belangrijk risico is grondvervorming, waardoor bouwwerken verzakken. Maar er kunnen ook op een onverwachte plek objecten in de bodem liggen, zoals kabels, leidingen, explosieven of archeologische resten. Of tijdens de bouw kan blijken dat de bodem verontreinigd is, of dat omringende gebouwen gevoeliger voor trillingen zijn dan gedacht. De gevolgen van zulke risico’s variëren van vertraging en hogere kosten tot een ontevreden omgeving en ernstige imagoschade.

Bij risicomanagement worden in een vroeg stadium van de planvorming alle mogelijke risico’s geinventariseerd. Er worden ook maatregelen bedacht om de verschillende risico’s te kunnen beheersen. Daarbij kan het gaan om het uitvoeren van extra grondonderzoek, het preventief versterken van funderingen van omringende bebouwing, het toepassen van innovatieve technieken zoals crosshole sonic logging (een methode om tijdens de bouw lekken in diepwanden op te sporen met geluidsgolven), of om relatief eenvoudige maatregelen zoals het aanbrengen van een pakket zand dat zorgt voor extra weerstand als er grondwaterlekkage optreedt.

Monitoring

Om risico’s goed te kunnen beheersen, is het belangrijk om te weten wat er tijdens de bouw allemaal gebeurt. Leiden heiwerkzaamheden niet tot ongewenste trillingsniveaus? Treden er verzakkingen op bij omringende gebouwen? En lopen waterspanningen in de bodem niet te veel op? Het meten van alle gegevens die essentieel zijn voor het beheersen van de vooraf geïnventariseerde risico’s heet monitoring. Voor een goede monitoring is het belangrijk om vooraf interventiewaarden en signaleringswaarden vast te stellen. De interventiewaarde is het moment waarop actie nodig is en een beheersmaatregel moet worden ingezet. Aangezien vaak nog besloten moet worden wat de meest effectieve maatregel is, is het goed om hierover te overleggen voordat de interventiewaarde is bereikt. Dit moment wordt aangegeven met de signaleringswaarde.

Een specifieke vorm van monitoring is de zogeheten Observational Method. Dit is een ontwerpmethodiek waarbij tijdens de uitvoering van een project nog aanpassingen van het ontwerp en de uitvoering mogelijk zijn. Traditioneel ligt het ontwerp al voor de start van de uitvoering vast, waarbij het ontwerp is gebaseerd op veilige en enigszins conservatieve aannames op basis van de informatie die voor de start van het project bekend is. Bij de Observational Method wordt niet uitgegaan van deze aannames, maar van verschillende scenario’s die vooraf goed zijn doordacht. De uitvoering start volgens een gekozen, haalbaar geacht scenario. Vervolgens wordt op basis van intensieve monitoring gekeken of dit scenario inderdaad haalbaar is, of beter kan worden overgeschakeld naar een conservatiever of juist optimistischer scenario.

Communicatie en omgevingsmanagement

Bouwen in een dichtbevolkte omgeving vraagt om open communicatie, waarbij niet alleen wordt gecommuniceerd bij negatieve gebeurtenissen, maar continu en vanuit de gevoelens die op dat moment leven in de omgeving van het project. Dit houdt onder andere in dat een omgevingsmanager voortdurend alert moet zijn op geluiden uit de omgeving en zijn communicatie daarop moet aanpassen. Wat vinden omwonenden en winkeliers belangrijke onderwerpen? Welke vragen en klachten doen de ronde?

Bij de communicatie met de omgeving is het belangrijk om helder te zijn over de hinder die het bouwen kan opleveren. Denk aan bouwstof, lawaai, trillingen door het inbrengen en verwijderen van damwanden, het ontstaan van scheuren in gevels en wanden door zettingen, en een slechtere bereikbaarheid. En wat gebeurt er allemaal vanuit het project om de hinder zo veel mogelijk te beperken? Ook dat moet goed worden gecommuniceerd, waarbij geldt dat de communicatie pas geslaagd is als de ontvanger – de bewoner tegenover de bouwput of de winkelier om de hoek – de boodschap heeft begrepen. Dat vereist dat de zender zijn informatie ‘op maat’ verstrekt in de taal van de verschillende ontvangers en rekening houdend met hun kennisniveau.