Ondergrondse plannen voor spoorzone Ede

Gemeente Ede start dit jaar met de doorontwikkeling van haar spoorzone, waarbij de OV-knoop volledig anders wordt ingericht. Er komen onder meer twee nieuwe verkeerstunnels. Begin maart presenteerde de gemeente het functioneel ontwerp met de plannen.

AUTEUR: Armand van Wijck

Er zijn verschillende aanleidingen voor de aanpassing van de spoorzone in Ede. Zo sluit het station niet goed meer aan op de ontwikkelgebieden van de Veluwse Poort rondom het spoor en neemt het aantal treinen toe vanwege het Programma Hoogfrequent Spoor. De intercityfrequentie wordt verhoogd van vier naar zes treinen per uur per richting en er komen extra sprinters tussen Utrecht en Ede-Wageningen. “Dat betekent dat de gelijkvloerse spoorkruisingen vrijwel continu gesloten zullen zijn voor het wegverkeer wanneer er niets verandert”, licht projectmanager Peter van Kleunen toe.

In het functioneel ontwerp dat de gemeente begin maart presenteerde, zijn de gelijkvloerse kruisingen daarom vervangen door twee nieuwe tunnels; een voor langzaam verkeer en een alleen toegankelijk voor personenauto’s.

Het functioneel ontwerp, dat de OV-knoop, de oostelijke en de westelijke spoorzone omvat, vormt de basis voor de verdere planuitwerking en legt de functionele eisen vast. (Beeld: Keuzenota gemeente Ede)

De gemeente heeft bewust gekozen voor een ondergrondse oplossing: “We zitten in een stedelijke omgeving en als je een viaduct over het spoor wilt bouwen dan moet je al gauw een meter of zeven de lucht in. Daar is gewoonweg geen ruimte voor; je gaat altijd verder omhoog met een viaduct dan naar beneden met een tunnel. Daarnaast is het ook een visuele belemmering”, aldus Van Kleunen. Ondanks de ondergrondse voorkeur is er nog wel plek voor één viaduct, aan de oostzijde voor langzaam verkeer ter vervanging van de oostelijke spoorkruising.

De tunnels zijn niet toegankelijk voor vrachtverkeer, maar dat hoeft volgens Van Kleunen geen probleem te zijn: “We hebben overleg gehad met de aangrenzende bedrijven. De spoorwegovergang ligt tussen twee wijken in, hier horen sowieso geen vrachtwagens thuis. Het vrachtverkeer wordt daarom om de spoorzone geleid naar de ringweg toe.”

Mooi Veluws zand

Ook het station wordt grondig aangepakt. De perrons worden breder en langer en voorzien van nieuwe perronkappen. Daarnaast komt er een P+R parkeergarage met liefst 750 parkeerplekken. Een nieuwe oostelijke perrontunnel sluit aan op de parkeergarage en het bus- en taxiplein. Aan de westzijde wordt de bestaande tunnel vervangen door een bredere tunnel van minstens zeventien meter breed, die ook geschikt is voor fietsers. Aan de zuidzijde van het station komt een nieuwe fietsenstalling met 7650 plekken. Deze stalling heeft zowel op het tunnelniveau als op het maaiveld een toegang.

Van Kleunen vervolgt: “Bouwkundig gezien valt het allemaal wel mee. We hebben mooi Veluws zand en lage grondwaterstanden. Wat het vooral complex maakt is de logistiek. Het station moet in gebruik blijven terwijl we twee nieuwe perrontunnels bouwen. Daarnaast moeten we het busplein, de parkeervoorzieningen en de fietsenstalling verplaatsen.”

Ook het samenwerkingsverband tussen ProRail, NS en gemeente Ede luistert vrij nauw. “Het project – met een taakstellend budget van € 110 miljoen – wordt gerealiseerd voor rekening en risico van gemeente Ede”, vertelt Van Kleunen. “De gemeente ontvangt daarvoor ook bijdragen van het ministerie van IenM en provincie Gelderland. De ervaring in stationsprojecten leert dat kosten en planning regelmatig worden overschreden. Een belangrijke oorzaak is de gebrekkige samenwerking tussen betrokken partijen. Daarom hebben gemeente Ede, NS, ProRail, het ministerie van IenM en provincie Gelderland een uitgebreid samenwerkingsmodel opgesteld met als doel de risico’s beter te beheersen.”

Compromis

Tot en met 29 maart kunnen inspraakreacties worden ingediend. De inwoners van Ede hebben onder meer hun beklag gedaan over een onveilig gevoel in een fietstunnel, langere afstanden afleggen met de auto vanwege de ligging van de nieuwe tunnelverbinding (en aansluitend wegennet) en de belasting op de aangrenzende wijken.

Van Kleunen: “De algemene teneur is dat als je in een stedelijke omgeving bouwt, het onmogelijk is om iedereen tevreden te stellen. Wat in ieder geval ook opvalt in alle reacties, is dat de gelijkvloerse kruisingen inderdaad moeten verdwijnen. De tunnels maken het straks mogelijk dat men ongehinderd van noord naar zuid kan rijden, maar er zijn ook nadelige effecten. Uiteindelijk is het ontwerp een afgewogen compromis, waarbij we proberen om zoveel mogelijk mensen tevreden te stellen.”